Verslag Van Rompuy werkgroep van 27 september 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA S'-GRAVENHAGE

Datum: 4 oktober 2010
Betreft: Verslag werkgroep o.l.v. ER-voorzitter Van Rompuy

Ons kenmerk: BFB10-1098

Geachte voorzitter,

Op 27 september heeft er weer een werkgroep Van Rompuy plaatsgevonden. Er is gesproken over de uitwerking van het schuldcriterium, sancties, en de onevenwichtighedenprocedure. Daarnaast gaf Commissaris Rehn een toelichting op de Commissievoorstellen die twee dagen later, op 29 september, zouden uitkomen.

Schuldcriterium
Alle deelnemers aan de werkgroep zijn het erover eens dat er meer aandacht moet komen voor het schuldcriterium van het Stabiliteits- en Groeipact. In een eerder stadium is besloten dat het ook mogelijk moet zijn om een buitensporigtekortprocedure op te starten als landen niet voldoen aan dit criterium. Het schuldcriterium is in het Verdrag van Lissabon gedefinieerd als een schuld die onder de 60%-grens ligt of in voldoende mate afnemend is. De discussie concentreert zich nu op hoe “in voldoende mate afnemend” gedefinieerd moet worden. De Commissie stelt een doelstelling voor schuldafname voor, die er op neer komt dat als lidstaten een schuld hebben van meer dan 60%BBP dat deze met een bepaald percentage (bijvoorbeeld 5%) per jaar van het verschil tussen de feitelijke schuld en de 60%-grens moet afnemen.

Sommige landen hebben er echter een voorkeur voor om, voor landen met een schuld boven de 60%-grens, de buitensporigtekortprocedure door te laten lopen zolang deze landen de middellangetermijndoelstelling (MTO) niet hebben bereikt. Nederland heeft zich ingezet voor de methode die de Commissie voorstelt en daarbij aangegeven dat er sprake moet zijn van een ambitieus percentage. De methode die de Commissie voorstelt is namelijk, in tegenstelling tot de MTO, eenvoudig en goed te meten. De werkgroep zal verder werken aan de uitwerking van het schuldcriterium zodat consensus kan worden bereikt.

Sancties
Qua sancties stelt de Commissie voor om voor eurolanden nieuwe sancties te ontwerpen, waarbij de stemprocedure zo wordt vormgegeven dat het veel makkelijker wordt om deze sancties in te zetten. De al bestaande sancties in het SGP moeten met gekwalificeerde meerderheid worden aangenomen. De Commissie stelt nu voor de nieuwe sancties een quasi-automatische procedure voor, die inhoudt dat als een land bijvoorbeeld de 3%-grens overschrijdt, de Commissie verplicht is om met een voorstel te komen waarin staat dat het land een renteloos deposito moet storten van 0,2%BBP. De Raad kan hier alleen van afwijken als er binnen 10 dagen na het uitkomen van het Commissievoorstel een gekwalificeerde meerderheid tegen het voorstel is. Deze stemprocedure houdt daarmee in feite in dat als een gekwalificeerde minderheid voorstander is van een sanctie, de sanctie er komt. Ook voor sancties in de preventieve arm van het SGP en voor landen die geen effectieve actie ondernemen, stelt de Commissie een dergelijke procedure voor.

In de werkgroep Van Rompuy was er veel steun voor de omgekeerde stemprocedure, al vonden sommige landen dat er sprake moet zijn van een gewone meerderheid in plaats van een gekwalificeerde meerderheid om af te kunnen wijken van een Commissievoorstel. Nederland heeft ook de omgekeerde stemprocedure gesteund en zich daarbij uitgesproken voor een procedure op basis van gekwalificeerde meerheid, omdat dit zo dicht als nu mogelijk is, in de buurt komt van een automatische procedure. Er is ook kort gesproken over het opschorten van EU-subsidies als landen niet voldoen aan de eisen van het SGP. Hiervoor is veel steun in de werkgroep, al zal er nog wel discussie moeten plaatsvinden over hoe dit precies moet worden vormgegeven. De Commissie zal op een later moment met voorstellen komen.

Onevenwichtighedenprocedure
Wat betreft de onevenwichtighedenprocedure heeft de werkgroep op een eerder moment besloten dat er sprake moet zijn van twee stappen, namelijk een preventieve stap waarin landen worden gemonitord en een correctieve stap waarin landen aanbevelingen krijgen als er sprake is van bijzonder schadelijke onevenwichtigheden. Een vraag waar de werkgroep zich kort over heeft gebogen is of er voor eurolanden ook sprake moet kunnen zijn van financiële sancties als landen meerdere keren achter elkaar geen gehoor geven aan de aanbevelingen. De Commissie stelt namelijk voor om voor eurolanden dergelijke sancties mogelijk te maken in de onevenwichtighedenprocedure, waarbij wederom gebruik wordt gemaakt van de omgekeerde stemprocedure op basis van gekwalificeerde meerderheid. Consensus over de exacte procedure moet nog worden bereikt. Veel landen hebben, net als Nederland, een positieve grondhouding ten aanzien van het aanpakken van onevenwichtigheden en ten aanzien van het voorstel daartoe van de Commissie.

De Kamer zal op korte termijn nader ingelicht worden over de Commissievoorstellen die op 29 september jl. zijn uitgekomen via versnelde BNC-fiches.

Hoogachtend,
de minister van Financiën,


mr. drs. J.C. de Jager