Validatie van de Wehner/Schulze proef : het ontwikkelen van instrumentarium ten behoeve van de risicobeheersing op het gebied van de stroefheidontwikkeling (Spoor 2)

Met de nieuwe contractvormen die RWS hanteert krijgt de aannemer in principe meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij de keuze van de producten die hij aanbiedt. RWS schrijft de functie van een bepaald product voor, maar beschrijft niet tot in detail hoe dat product er moet uitzien. Ten aanzien van de functionele eis “Natte stroefheid wegdek bij openstelling” wordt in de Componenteisen Bovenbouw, versie 18 maart 2009 gesteld dat de deklaag van het open te stellen wegvak een natte stroefheid van ten minste 0,40 moet hebben. Gedurende de restlevensduur dient de natte stroefheid van dichte deklagen ten minste 0,39 te zijn, terwijl die van open deklagen tenminste 0,42 dient te bedragen. Dit rapport beschrijft de validatie van de Wehner/Schulze proef. Deze proef bepaalt de weerstand tegen polijsten van het gehele asfaltmengsel en niet alleen van een fractie van het mineraalaggregaat. De validatie is uitgevoerd op zowel mengsels ZOAB 0/16 als mengsels DAB 0/16. Uit het onderzoek is gebleken, dat er een goede relatie is tussen de PWS[0] en de actuele stroefheid van de wegdekken, gemeten conform proef 150 van de Standaard RAW Bepalingen 2005. Tevens is uit het onderzoek gebleken dat de Wehner/Schulzeproef onderscheid maakt tussen asfaltmengsels uit goede en uit slechte wegvakken. Asfaltmengsels uit slechte wegvakken (onderzocht op boorkernen uit niet bereden vluchtstroken) hebben een significant lagere PWS[3] dan asfaltmengsels uit goede wegvakken. Op basis hiervan worden tenslotte aanbevelingen gedaan voor richtwaarden voor de Wehner/Schulzeproef, die nieuwe mengsels kunnen onderscheiden in mengsels met een levensduurverwachting van ten minste 20 jaar enerzijds en minder dan 20 jaar anderzijds. Een andere aanbevelingen is om in internationaal verband de resultaten van het onderzoek te bespreken en af te stemmen met de onderzoekresultaten van de andere landen. Op basis hiervan moeten de gemeenschappelijke doelen worden bepaald die bereikt moeten worden om de Wehner/Schulzeproef geaccepteerd te krijgen als Type Testing proef.