Schutters lange afstand doen Europese ervaring op

Tientallen Nederlandse schutters lange afstand (SLA) hebben vorige week deelgenomen aan een schietserie in Duitsland. Tijdens de serie op oefenterrein Baumholder staat de schietvaardigheid in het Europese theater, met regen, mist, wind en een hogere luchtdruk, centraal.

Aanwezig waren afvaardigingen van het ISTAR (Intelligence, Surveillance, Target, acquisition and Reconnaissance) bataljon en alle pantserinfanterie- en luchtmobiele bataljons.
Bij de schietserie draait het vooral om het onderhouden en verbeteren van uiteenlopende technieken, zoals schieten vanaf een hoger gelegen positie. Bij routinier korporaal Wim was de teleurstelling van het gezicht af te lezen bij het missen van een doel op 700 meter. Iets dat hem normaal moeiteloos lukt. Wims waarnemer bleek de boosdoener. Met zijn laserafstandmeter richtte hij op een bosschage voor het doel. In de herhaling rekende Wim alsnog af met de klapschijf.

Opkrikken

Het leermomentje had weinig om het lijf, maar voor hoofd Schiet Instructie Controle Team - Klein Kaliber Wapens adjudant-instructeur Roel de Wolf was het een bevestiging dat de schietserie groot nut heeft. In Afghanistan hebben veel schutters lange afstand ervaring opgedaan. Maar de missie in Uruzgan is afgelopen en het is tijd om de schietvaardigheid in een Europese omstandigheden op te krikken. Eén van de verschillen met Afghanistan is bijvoorbeeld de luchtdruk die in Europa aanzienlijk hoger is. Hierdoor komt een schot in Afghanistan zo’n 200 meter verder.

Moeilijkheidsgraad

Korporaal Silvan (11 ‘Luchtmobiel’) krikte de moeilijkheidsgraad nog wat op door de 8 kilo zware Accuracy niet te ondersteunen met de tweepoot, maar met de linkerhand op zijn rechterknie. Dat het pijpenstelen regende, hard waaide en hij met zijn achterwerk in een grote plas zat, deerde niet. “Je hebt je vuurpositie niet altijd voor het uitkiezen.” De schietserie geeft aardig weer onder welke omstandigheden een SLA moet kunnen werken.

Stalen zenuwen

Silvan: “Het eerste schot moet raak zijn.” Om die kunst te beheersen, moet hij de invloed van onder meer wind, terreingesteldheid en afstand kunnen inschatten. Instructeur Willems: “Zelfs het kloppen van je halsslagader zie je in het vizier.” Voor de 15 weken durende opleiding moeten kandidaten beschikken over een ijzersterke conditie, geduld, stalen zenuwen en de wilskracht een goed schot af te geven.

Uitgebreid artikel is te lezen volgende week in de Defensiekrant nr. 37.