Viering 65 jaar CPB

Speech minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Maxime Verhagen, bij de viering van 65 jaar CPB, op donderdag 28 oktober in Den Haag.

Majesteit, dames en heren.

Hartelijk welkom bij het jubileumcongres ter viering van het 65-jarige bestaan van het Centraal Planbureau.Een mijlpaal die gevierd mag worden! Daarbij passen uiteraard hartelijke felicitaties en… in dit geval een glaasje Ranja. Althans, mijn medewerkers zeggen dat de economen en econometristen van het CPB liever Ranja dan champagne drinken. Die Ranja staat voor de soberheid en bescheidenheid van het CPB.

Kenmerken van een cultuur die teruggaat tot zijn eerste directeur, Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen, een sociaal bewogen mens die niet dronk en niet rookte. Soberheid was bij hem een levenshouding. Zoals Prins Bernhard zei bij de uitreiking van de Erasmus prijs aan Tinbergen in 1967: “Hij is zuinig op iedere snipper papier en meent dat de wetenschap zich sober moet vertonen.”

Die houding paste bij de tijd waarin het CPB werd opgericht. Het Centraal Planbureau is een kind van de oorlog, geboren op 15 september 1945. Nederland was verwoest en moest weer worden opgebouwd. Maar hoe? Niemand wilde terug naar de sociaaleconomische ellende van de jaren dertig, met torenhoge werkloosheid en een spiraal van protectionisme.

Het Centraal Planbureau moest de eerste naoorlogse regering bijstaan bij de wederopbouw. Maar anders dan de naam suggereert was het zeer nadrukkelijk geen dirigistisch staatsorgaan in een communistische planeconomie. Het CPB moest de werkelijkheid analyseren, economische inzichten vertalen naar beleidsmaatregelen en doorrekenen hoe beleidsmaatregelen konden leiden to meer banen en meer welvaart.

Dat doet het CPB tot op de dag van vandaag. Het is een groot goed dat het CPB laat zien wat de economische effecten zijn van het voorgenomen overheidsbeleid. Dankzij het CPB komen Nederlandse politici er niet mee weg om magische economische effecten toe te schrijven aan hun beleidsvoorstellen.

Daar weet ik alles van. Ik heb als Minister, fractievoorzitter en onderhandelaar het CPB van dichtbij meegemaakt. Ik heb ook gezien wat een werk het CPB de afgelopen maanden heeft verzet. Van de doorrekening van de Brede Heroverweging, via de Economische Verkenning tot de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s en van het coalitieakkoord.

En dit alles in een zeer korte tijdspanne. Dit is een prestatie van formaat, waar ik directeur Coen Teulings en zijn mensen buitengewoon voor wil danken. Het CPB heeft er voor gezorgd dat de plannen van dit kabinet stevig zijn onderbouwd. Dat kunnen we alleen met zo veel stelligheid poneren wanneer we zeker weten dat de onafhankelijkheid van het CPB gewaarborgd is en blijft.

Want onafhankelijke sociaaleconomische analyses zijn van onschatbare waarde, zeker in economisch moeilijke tijden. Ze behoeden ons voor beleid dat misschien goed uitpakt op de korte termijn, maar desastreus kan zijn op de langere termijn. Onafhankelijke ramingen en analyses zoals het CPB ze maakt vormen een cruciale schakel voor de macro-economische coördinatie waar we in Europees verband nu plannen voor maken.

Want voor een goede afstemming van beleid tussen lidstaten heb je betrouwbare en onafhankelijke economische ramingen nodig. Dit is voor mij erg belangrijk bij de beoordeling van de plannen die in Brussel worden gemaakt. Daarom ben ik blij dat Voorzitter Herman van Rompuy morgen in de Europese Raad in Brussel zal voorstellen dat elke Europese lidstaat een eigen CPB gaat oprichten. Nederland is in die zin met het CPB zijn tijd dus al 65 jaar vooruit. En daar mogen we trots op zijn!

Majesteit, dames en heren,

We hebben de ernstigste crisis achter de rug sinds de jaren dertig. De groei trekt weer aan, maar de economie is nog niet in veilig vaarwater. Onze economische groei steunt volledig op de export en dus op de wereldhandel. De kwetsbare Amerikaanse economie en de ondergewaardeerde Chinese munt maken de toekomst van de wereldhandel en dus van onze groei onzeker. Terwijl we groei hard nodig hebben om uitdagingen als de vergrijzing en klimaatverandering in de toekomst aan te kunnen.