Persconferentie na ministerraad 29 oktober 2010

Viceminister-president Verhagen heeft in de wekelijkse persconferentie een toelichting gegeven op de besluitvorming in de ministerraad.

Goedemiddag. Vandaag de eerste reguliere persconferentie na afloop van de wekelijkse ministerraad. Maar dat is meteen een bijzondere situatie want u zult het zonder de klare taal van de minister-president moeten doen, maar u zult het met mij moeten doen. Want ik mag u op de eerste persconferentie te woord staan in plaats van de minister-president die in Brussel bij de Europese Raad is geweest. Een belangrijke vergadering met een groot aantal onderwerpen op de agenda die hij ook zojuist heeft toegelicht in Brussel na afloop van die Europese Raad. Ik zal inhoudelijk daar niet op ingaan want dat heeft hij met uw collega’s in Brussel al gedaan.

Wij hebben vandaag onze eerste ministerraad na afloop van de regeringsverklaring gehad. We hebben vanochtend uiteraard stilgestaan bij die regeringsverklaring. Het was een goed en stevig debat dat ook op inhoud is gevoerd. Buitengewoon veel positieve reacties, ook van de collegae, op het optreden van de minister-president. Ik vond dat de minister-president zich daar zeer goed geweerd heeft en ik heb ook kunnen vaststellen in de persverklaringen dat u die analyse deelde.

Het is voor het kabinet natuurlijk zaak om nu de handen uit de mouwen te steken want er is enorm veel te doen. We willen Nederland sterker, veiliger en welvarender maken. Daar geloven we in. Daar staan we voor en dat betekent uiteraard dat we de voornemens uit dat regeerakkoord dat we die nu ook snel concreet moeten uitwerken in de verschillende voorstellen. Dat willen we voortvarend gaan doen. Er is geen tijd te verliezen. Wat dat betreft genoeg problemen die om een heldere aanpak vragen en zoals de minister-president ook aan het einde van het debat over de regeringsverklaring zei: nu aan de slag. Dat hebben we ook vanochtend gedaan als ministerraad. We hebben daar de eerste stappen toe gezet. Om te beginnen hebben we de nota’s van wijzigingen besproken die bij de verschillende begrotingen moeten worden ingediend. Die hebben we vastgesteld. Concreet betekent dat eigenlijk dat de budgettaire maatregelen die in het regeerakkoord stonden dat die nu alsnog verwerkt zijn in de verschillende begrotingshoofdstukken die door het vorige kabinet op Prinsjesdag waren ingediend.

Er is een grote exercitie geweest die ook onder stevige tijdsdruk onder leiding van de minister van Financiën Jan-Kees de Jager tot stand is gekomen. Er is op dat moment eigenlijk vooral veel consequenties als het gaat over de meerjarenramingen, want een groot deel van de voorstellen die in het regeerakkoord stonden voor wat betreft het jaar 2011 waren in lijn met de voorstellen van het vorige kabinet, maar ook voor komend jaar zijn er een aantal aanpassingen doorgevoerd. Die meerjarenramingen zullen aangepast worden ook bij de startnota. Daar komen we dus nog op terug. Maar voor de begroting voor het komend jaar heb je ook een aantal toch ingrijpende maatregelen als het gaat om bijvoorbeeld de nullijn voor de ambtenaren. Eerst de tranch van de subsidietaakstelling. Je weet dat daar toch ook forse veranderingen in plaatsvinden, aangekondigd zijn in het regeerakkoord en dat begint ook al komend jaar, maar ook al de eerste concrete vertaling van bijvoorbeeld de eerste wijzigingen die met betrekking tot de officiële ontwikkelingshulp doorgevoerd worden. Die zijn daarin terug te vinden.

Behalve deze nota van wijzigingen hebben we uiteraard in de ministerraad ook stilgestaan, ook gesproken over de laatste stand van zaken rond de ontvoering van een Nederlandse hulpverlener in Noord-Afghanistan. U begrijpt dat het kabinet ook niet alleen zeer begaan is met familie en vrienden van de ontvoerde hulpverlener maar vooral ook met de hulpverlener zelf. Ik herinner me ook uit contacten in het verleden in vorige functies met slachtoffers van ontvoeringen hoe onbeschrijflijk stressvol zo’n situatie kan zijn en ingrijpend met name ook voor familie. Dus het is van groot belang om die zaak snel tot een goed einde te brengen en dat doen we als Nederlandse overheid in nauwe samenwerking met Afghaanse autoriteiten en met de werkgever van de ontvoerde. Maar u weet ook en ik herhaal dat hier nog eens, Nederland betaalt nooit losgeld, komt ook niet tegemoet aan andere eisen van gijzelnemers omdat we door tegemoet te komen aan dat soort eisen of mee te gaan praten over losgeld dat je eigenlijk een situatie creëert waarin Nederlanders wereldwijd tot doelwit worden gemaakt en daarmee ook hun veiligheid onnodig in gevaar gebracht zal worden. De minister van Buitenlandse Zaken zal op dit punt ook het nodige doen wat in overleg met de niet-gouvernementele organisatie noodzakelijk is om deze zaak zo snel mogelijk tot een goed einde te brengen. Wij zijn voor het overige overigens terughoudend in het doen van mededelingen, maar ik vond het wel van belang u ook mee te delen dat wij als kabinet uiteraard stilgestaan hebben bij de situatie die zo ingrijpend is voor de betrokkene en voor de familie.

Dat waren kort eigenlijk de punten. Ik denk dat het belangrijkste is dat door de besluiten die we vandaag genomen hebben ten aanzien van de begrotingen dat wij ook voortvarend juist die begrotingsbehandeling ter hand kunnen nemen in lijn met hetgeen we afgesproken hebben bij het regeerakkoord en in lijn met hetgeen ook door de meerderheid van de Kamer naar aanleiding van de regeringsverklaring en het debat daarover is geaccordeerd.