Crisismaatregelen exportkredietverzekering (EKV)

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum: 10 november 2010

Betreft: Beëindiging TASK en verlenging exportkredietgarantiefaciliteit

Ons kenmerk: BFB/2010/1207U

Om de Nederlandse export zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden in economisch lastige tijden, heb ik in 2009 in samenwerking met mijn collega van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een aantal maatregelen geïnitieerd. Deze betreffen de tijdelijke aanvullende staatskredietverzekering[1] (TASK), werkkapitaaldekking en de exportkredietgarantiefaciliteit[2] (EKG). Daarnaast is toen ook exporteurs de mogelijkheid geboden om één transactiepolissen af te sluiten voor kortlopende transacties in bijvoorbeeld Rusland en de Oekraïne. Dit is onderdeel van het normale landenbeleid voor de EKV waarbij periodiek wordt beoordeeld of bepaalde risicocategorieën onvoldoende marktbaar zijn. Hieronder ga ik achtereenvolgens in op TASK, werkkapitaaldekking en de EKG.

TASK kon (tijdelijk) tot stand komen door nauwe samenwerking met private kredietverzekeraars en door verruiming van de juridische mogelijkheden voor ondersteuning van de kortlopende exportkredietverzekeringen door de Europese Commissie. Inmiddels herstelt deze markt en is er vanuit exporteurs beperkt behoefte aan ondersteunende overheidsmaatregelen. Private kredietverzekeraars staan weer open voor het verzekeren van nieuwe risico’s. Ik heb dan ook, in goed overleg met kredietverzekeraars, VNO NCW en exporteurs, besloten TASK van rechtswege te laten eindigen per 31-12-2010.

De situatie voor de EKG en werkkapitaaldekking is een andere. Zowel de EKG als werkkapitaaldekking zien toe op de middellange en lange termijn en sluiten daarmee aan bij de huidige exportkredietverzekeringsfaciliteit (EKV).

Werkkapitaaldekking is geïnitieerd, omdat ik zie dat mede als gevolg van de crisis betalingscondities voor exporteurs mogelijk structureel ongunstiger zijn geworden. In plaats van termijnbetaling tijdens productie, wordt nu vaak pas bij

levering betaald. Dit creëert een probleem voor de exporteur die de gehele productie moet voorfinancieren. Door exporteurs voor specifieke transacties werkkapitaaldekking aan te bieden, wordt dit probleem verholpen en kan de transactie van start tot eind bij de Staat in dekking worden gebracht. De verwachting is dat de veranderende betalingscondities blijvend zijn. Ik ben dan ook voornemens om werkkapitaaldekking een permanent EKV-product te maken.

Een andere ontwikkeling naar aanleiding van de kredietcrisis is dat achterliggende financiers van banken een sterke voorkeur hebben ontwikkeld voor onvoorwaardelijke en transparante financiële producten. Uit dat principe is de EKG voortgekomen. Deze faciliteit biedt banken de mogelijkheid om een exportkredietverzekering te vervangen door een onvoorwaardelijke staatsgarantie. Het doel is de onzekerheid voor de achterliggende financier weg te nemen door hem met een staatsgarantie zekerheid te geven over zijn investering. Hiermee wordt beoogd dat achterliggende financiers sneller bereid zullen zijn financiering te verlenen voor exportkredieten.

De EKG is met name geschikt voor transacties met een significante omvang. Om die reden is de verwachting dat per jaar een beperkt aantal transacties in aanmerking komen voor de regeling. Omdat de financiële markten nog steeds herstellen van de crisis en er vooralsnog geen transactie onder de EKG heeft plaatsgevonden, vind ik het te vroeg om te beoordelen of de faciliteit effectief is. Om die reden wil ik de EKG verlengen tot en met eind 2013. Hiermee wordt voor banken duidelijk dat ook toekomstige transacties onder de EKG kunnen worden gebracht. In het najaar van 2013 zal ik bezien of dan verlenging nodig is met de kennis die ik dan heb van de ontwikkelingen op de financiële markten.

Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,

Mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Jan Kees de Jager

Minister van Financiën


[1] Brief d.d. 18 december 2009, nummer 31371-296

[2] Brief d.d. 10 november 2009, nummer 31371-274