Omzetbelasting. Termijnverlening verzoek om teruggaaf buitenlandse btw

Directoraat-generaal Belastingdienst, brieven en beleidsbesluiten

Besluit van 2 november 2010, nr. DGB 2010/6839M, Staatscourant 2010, 17636

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

1. Inleiding

Ondernemers kunnen tot en met 30 september 2010 een verzoek indienen om de buitenlandse btw terug te vragen die in 2009 aan hen is gefactureerd. In dit besluit wordt de datum waarop dit verzoek nog kan worden ingediend verschoven van 30 september 2010 naar 31 maart 2011.

2. Termijnverlenging

Bij de Richtlijn 2010/66/EU is de Richtlijn 2008/9/EG gewijzigd. Aan artikel 15, eerste lid, van de Richtlijn 2008/9/EG, wordt een alinea toegevoegd die inhoudt dat verzoeken om teruggaaf van btw voor in 2009 gelegen teruggaaftijdvakken uiterlijk op 31 maart 2011 (was 30 september 2010) bij de lidstaat van vestiging moeten worden ingediend.

De reden voor deze veruiming is dat onder meer technische problemen de ontwikkeling en de werking van de elektronische portalen in een aantal lidstaten hebben gehinderd. Hierdoor bestaat het risico dat sommige ondernemers hun recht op aftrek van btw op kosten die in 2009 zijn gefactureerd niet kunnen uitoefenen. Om dit te voorkomen is bij wijze van uitzondering de periode verlengd waarin een teruggaafverzoek over 2009 kan worden ingediend.

Deze wijziging heeft tot gevolg dat de in artikel 32l en 33e, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 genoemde datum van 30 september voor teruggaaftijdvakken in 2009 kan worden gelezen als: 31 maart 2011.

3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 oktober 2010.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 november 2010.

De staatssecretaris van Financiën,
F.H.H. Weekers