Toekomst grootschalige onderzoeksfaciliteiten

Staatssecretaris Zijlstra onderstreept bij de conferentie 'Closing the deal' dat hij de grootschalige onderzoeksfaciliteiten in het wetenschapsbeleid als prioriteit voor de komende vier jaar de plaats wil geven die bij de ambities van Nederland past.

(Alleen het gesproken woord geldt)

•    Vandaag heeft u het over grootschalige onderzoeksfaciliteiten. Vroeger zagen we die eigenlijk alleen maar in de fysica en de astronomie, zoals deeltjesversnellers bij CERN en telescopen bij LOFAR in Drenthe. Maar het terrein is veel breder geworden. Zo heeft NCB Naturalis in Leiden als centrum voor biodiversiteit een collectie van 37 miljoen objecten samengebracht. Qua omvang behoort die tot de top-5 van de wereld. In één jaar tijd zijn ook twee NanoLabs geopend (Delft en Enschede), waar meer dan 500 onderzoekers zich bezighouden met nanotechnologie.

•    Voor een aantal faciliteiten is Europese samenwerking cruciaal. Vorige week was ik nog bij de launch van BBMRI, een initiatief om biobanken aan elkaar te koppelen. Een prachtig Nederlands project dat deel uitmaakt van een nog veel groter Europees verband: BBMRI-EU. En op 16 november kon ik in Brussel het startsein geven voor het EHRI-project dat grootschalig Europees onderzoek naar de Holocaust mogelijk maakt, onder leiding van ons eigen NIOD.

•    De diversiteit aan grootschalige faciliteiten waarvoor de Taskforce zich inzet, zien we terug in de deelnemers aan deze conferentie. Vanuit wetenschap, bedrijfsleven én overheid wist u de weg naar Leiden te vinden.

•    ‘Closing the Deal’, heet deze conferentie. Een goed gekozen titel, want het uitbouwen van faciliteiten lukt alleen wanneer wij samen een deal sluiten en ieder zijn eigen expertise, contacten en middelen inbrengt. Ook het moment voor deze conferentie is goed gekozen. Wereldwijd werken landen aan het ontwikkelen van roadmaps voor investeringen in grootschalige faciliteiten. In Europa speelt het European Strategy Forum on Research Infrastructures ESFRI hierbij een leidende rol.

•    In ons land is eind 2008 een nationale Roadmap uitgebracht. Van de 25 faciliteiten op de lijst zijn er vijf met middelen van NWO en vijf met FES-geld gefinancierd. Die inzet is goed besteed, want Nederland wil zijn concurrentiekracht vergroten. En dat kan heel goed met grootschalige faciliteiten.

•    Grootschalige faciliteiten stimuleren wetenschappelijke vooruitgang en zorgen voor concentratie van het onderzoek, kortom: focus en massa. De faciliteiten zijn daarnaast een kweekvijver voor wetenschappelijk talent en ze trekken buitenlands talent aan. Door hun spraakmakende karakter maken ze jonge mensen bovendien nieuwsgierig naar de wetenschap.

•    Niet alleen de wetenschap, maar ook het bedrijfsleven is gebaat bij grootschalige onderzoeksfaciliteiten, als afnemer van kennis en van goed opgeleide werknemers. Als direct gevolg van het Lofar project kan de opleiding Sensortechnologie veel afgestudeerden aan het bedrijfsleven bieden. Andersom kunnen bedrijven aan de faciliteiten specialistische onderdelen leveren voor onderzoek.

•    Ook de regio profiteert. Denk bijvoorbeeld aan de betekenis van ESTEC voor de regio Noordwijk, en aan de werkgelegenheid die het BioScience park in Leiden oplevert. Dit onderstreept meteen het belang van een concentratie van kennisinstellingen en bedrijfsleven.

•    Ook de samenleving als geheel profiteert van grootschalige onderzoeksfaciliteiten, bijvoorbeeld voor het oplossen van vraagstukken op het gebied van klimaat, energie, water, voeding en gezondheidszorg.

•    Als staatssecretaris wil ik de grootschalige onderzoeksfaciliteiten in het wetenschapsbeleid de plaats geven die bij de ambities van Nederland past. De komende vier jaar zijn grootschalige onderzoeksfaciliteiten dan ook een prioriteit. Die moeten we verder uitbouwen.

•    Daarbij vind ik veel inspiratie in de voorstellen en ideeën van de Nederlandse Roadmap Grootschalige Onderzoeksfaciliteiten. Maar ik denk dat die Roadmap een update nodig heeft om duidelijk te maken welke faciliteiten de meeste kansen bieden en passen in het algehele wetenschaps- en innovatiebeleid van dit kabinet.

•    Voor de projecten op de Nederlandse Roadmap is 20 miljoen euro per jaar beschikbaar. Ook is er in 2008-2009 eenmalig een FES-ronde geweest, speciaal voor grote faciliteiten. Bepaalde faciliteiten kunnen ook profiteren van diverse andere gelden, zoals NWO-Groot of de regionale EFRO-middelen. U hebt daar vandaag al een paar voorbeelden van gekregen: NeCEN en Lifelines.

•    Alles bij elkaar is het niet genoeg om de Nederlandse ambities te realiseren. De overheid kan niet al uw voorstellen bekostigen. Zoek daarom samenwerking op, ontwikkel business cases met elkaar en probeer alternatieve financieringsbronnen aan te boren. Daarvoor hebt u creativiteit, doorzettingskracht en soms een lange adem nodig. Het is zinvol daarvoor ook te denken aan de EIB (Europese Investeringsbank), de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) en andere banken.

•    Kijk ook naar de European Strategy Forum on Research Infrastructures (ESFRI). Internationale samenwerking is een voorwaarde voor deze lijst van grootschalige onderzoeksfaciliteiten, waarvan er 15 op de Nederlandse Roadmap staan.

•    Er wordt overigens al stevig samengewerkt. In sommige gevallen hebben bedrijven, provincie en kennisinstelling de handen ineen geslagen en samen een fysieke faciliteit gebouwd, zoals bij LOFAR. Daarnaast zien we samenwerking in netwerken van verspreide onderzoekscollecties, zoals bij de Biobanken in Parelsnoer. Ook de virtuele faciliteiten die gedeelde toegang geven tot data via internet, worden steeds belangrijker en zijn een belofte voor de toekomst.

•    Deze conferentie biedt alle gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan en dwarsverbanden te zoeken tussen verschillende activiteiten. Maak daar gebruik van en zet vandaag de eerste stap naar nieuwe allianties om de ambities van Nederland te realiseren.

•    Dit kabinet wil Nederland niet alleen sterker en veiliger, maar ook welvarender maken. Als ons kleine land met de grote jongens mee wil blijven doen, moeten we groot denken én doen. En hoe kan dat beter dan in grootschalige onderzoeksfaciliteiten? De verwachtingen die ik van u heb zijn dan ook in één woord: grootschalig!