Aanvalsplan bureaucratie politie: minder regels, meer op straat

Politiemensen op straat krijgen nog deze kabinetsperiode de helft minder papierwerk. Met minder formulieren, betere informatiesystemen en het schrappen van overbodige regels en protocollen hebben agenten meer tijd voor het echte politiewerk: het bestrijden van criminaliteit en overlast op straat. De invoering van een landelijk aangiftevolgsysteem en de directe afdoening van veel voorkomende zaken zorgen ervoor dat burgers beter en sneller worden geholpen.

Dat staat in het aanvalsplan Minder regels, meer op straat dat minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Samen met politie en Openbaar Ministerie bindt minister Opstelten de strijd aan met de toenemende regeldruk bij de politie. Nog deze kabinetsperiode moeten de administratieve lasten bij de politie met 25 procent zijn verminderd. Minder regels en meer eigen verantwoordelijkheid leiden tot meer werkplezier voor de dienders en meer veiligheid in de samenleving.

In het aanvalsplan staat dat de werkwijze van de politie ingrijpend wordt veranderd. Veel bureauwerk dat nu nog door operationele politiemensen wordt verricht, wordt overgenomen door administratieve ondersteuners. Tijdens een dienst zijn agenten daardoor zo’n 1,5 uur langer op straat. Politiemensen op straat staan in rechtstreekse verbinding met de ondersteuners op het bureau. Uit een proef bij het korps Hollands Midden blijkt dat met een geringe uitbreiding van het aantal ondersteuners de agenten op straat de helft minder papierwerk hoeven te verrichten. Minister Opstelten wil daarom dat deze werkwijze in 2012 bij alle korpsen wordt ingevoerd.    

Het vele papierwerk bij politie en Openbaar Ministerie gaat op de schop. Van ruim 100 regels en aanwijzingen wordt bekeken of deze kunnen worden geschrapt of vereenvoudigd. Ook is de politie nu veel tijd kwijt met het aanleveren van rapporten aan bijvoorbeeld gemeenten en ministeries. Nog dit jaar wordt de hoeveel zogeheten verantwoordingsinformatie met 25 procent verminderd. Ook wil minister Opstelten dat alle politiekorpsen hun jaarverslagen terugbrengen tot twee A4-tjes.

Ook een snellere afdoening van veel voorkomende delicten moet leiden tot een forse tijdwinst bij politie en Openbaar Ministerie. In het aanvalsplan staat dat in 2015 tweederde van de eenvoudige strafzaken binnen een maand moet zijn afgehandeld. Nog voor de zomer wordt in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven begonnen met de directe afdoening van eenvoudige strafzaken. Tegelijkertijd wordt de zogeheten heterdaadkracht van de politie verhoogd waardoor verdachten sneller worden aangehouden na een melding of aangifte. Snellere aanhouding leidt tot minder overdrachten en bureaucratie. Burgers worden opgeroepen direct 1-1-2 te bellen als ze een strafbaar feit zien. Ook wordt het makkelijker om aangifte te doen. Door de invoering van een landelijk aangiftevolgsysteem kunnen burgers op elk moment via internet zien wat er met hun aangifte gebeurt.

Andere maatregelen uit het aanvalsplan zijn:

  • Er komt een nieuw en vereenvoudigd proces-verbaal voor minderjarigen. Het formulier wordt ingekort van 7 naar 3 pagina’s.
  • De Basisvoorziening Handhaving, het informatiesysteem van de politie, wordt gebruiksvriendelijker. Agenten zijn daardoor minder tijd kwijt met het invoeren van gegevens.
  • De papierstroom binnen de strafrechtketen wordt verder gedigitaliseerd. Dit scheelt de politie op korte termijn het nodige kopieerwerk.
  • De rittenadministratie voor politievoertuigen wordt tot een minimum beperkt.

In het aanvalsplan staat verder dat nieuwe beleidsmaatregelen nadrukkelijk worden getoetst op de gevolgen voor de bureaucratie binnen de politie. Ook de invoering van de Nationale Politie draagt bij aan de vermindering van administratieve lasten. Om zeker te zijn dat het aanvalsplan daadwerkelijk resultaten oplevert, laat minister Opstelten een nulmeting uitvoeren. Het aanvalsplan is volgens de minister een eerste offensief tegen de bureaucratie. Politiemensen op de werkvloer zijn vooral zelf aan zet om nieuwe oplossingen te blijven aandragen in de strijd tegen administratieve lasten.