Opening asielzoekerscentrum in Goes

Ministers Leers heeft aangekondigd met gemeenten minder kortdurende contracten af te willen sluiten voor tijdelijke opvangcentra. In plaats daarvan wil hij centra laten opzetten voor een periode van 10 tot 15 jaar. Na opvangfunctie krijgen de centra waar mogelijk een andere maatschappelijke bestemming zoals een recreatiepark of een complex seniorenwoningen.

Dames en heren,

Ik wil allereerst een woord van dank uitspreken. Natuurlijk aan het gemeentebestuur van Goes dat zeer constructief heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit nieuwe asielzoekerscentrum.

Het is terugkijkend een schoolvoorbeeld van hoe het eigenlijk zou moeten gaan. Een gemeentebestuur dat positiefkritisch meekijkt en meewerkt en zo blijk geeft van verantwoordelijkheid voor het maatschappelijke vraagstuk van de opvang van asielzoekers. Dat is van groot belang.

Sterker nog: het is noodzakelijk. Want alleen op die manier kunnen we ons asielbeleid handen en voeten geven.

Dank ook aan de bewoners van Goes – in ieder geval de omwonenden en de omliggende bedrijven. De reacties op de komst van het asielzoekerscentrum waren rustig en nuchter. Op de een of andere manier verrast me dat niet, want die reactie past helemaal bij de Zeeuwse volksaard. Een veelgehoorde zin tijdens het informatieproces was: “Die mensen moeten ergens naartoe, waarom dan niet naar Goes”. Dat getuigt van realiteitsbesef en betrokkenheid. Dat is ook Nederland.

Dat zeg ik met enige nadruk. Want door de heftige politieke discussie over ons immigratie- en asielbeleid kan het beeld makkelijk ontstaan dat we ons met z’n allen het liefst terugtrekken achter de dijken.

Realiteit

De realiteit is dat we ons wel degelijk realiseren dat we meedoen in een grotere wereld. De realiteit is dat we bijvoorbeeld vorig jaar 15.000 nieuwe asielzoekers ontvingen. We zijn daarmee het zesde land in Europa. Een deel zal weer terug moeten, maar een ander deel zal voor kortere of langere tijd deel uitmaken van onze samenleving. Het is goed eens te benadrukken dat Nederland in dat opzicht een flinke bijdrage levert. De beelden van Japan en ook van de brandhaarden in de Arabische wereld, laten ons zien dat dit nodig blijft omdat recht en onrecht niet evenredig is verdeeld over de wereld.

Toch is die realistische houding van Goes en de Goessenaren niet vanzelfsprekend. En daarom ben ik ook graag aanwezig bij deze opening. Het is mijn missie om een streng en rechtvaardig immigratie- en asielbeleid te realiseren. Dat lukt niet alleen in Den Haag. Dat kan alleen als je de praktijk kent.

Als je de mensen spreekt die het werk uitvoeren. En het kan alleen als je aansluiting vindt met de gemeenschappen op wie je een beroep doet om asielzoekers op te vangen, en daarbij duidelijkheid geeft over welke richting we op gaan met ons beleid. Daarom sta ik ook open voor uw ervaringen en inzichten. Het beleid valt of staat met uw inzet.

Gezicht

Eén ding is duidelijk. De komst van een asielzoekerscentrum in een gemeenschap levert altijd veel vragen en reacties op en soms flinke weerstand. En dat is begrijpelijk. Vooral als het nog onbekend is.

Een abstractie zonder gezichten. Bijzonder is dat diezelfde weerstand er vaak ook weer is als het asielzoekerscentrum na vijf jaar de deuren sluit en vertrekt. De abstractie kreeg in die tijd een gezicht.

In die periode is dan vaak een persoonlijke band opgebouwd; mensen vonden er werk, betaald, of vrijwilligerswerk. Het werd voor de inwoners van een gemeente langzamerhand hun asielzoekerscentrum. Dat geeft aan dat mensen wel degelijk betrokken zijn bij vreemdelingen en asielzoekers. Vooral als ze vooraf goed worden betrokken bij de komst.

Als Goes ons iets leert, dan is het wel het belang van investeren in dit voortraject. Dan krijg je uiteindelijk een laatste inspraakbijeenkomst waar maar vijf mensen op af komen. Zoals hier in Goes het geval was. Niet uit desinteresse, maar omdat ze geen vragen meer hebben, en het nu wel gewoon willen zien. Want als de mensen zien wat het is, zo’n asielopvang, weten wie het zijn en zien hoe ze zich gedragen, dan wordt de echte balans opgemaakt.

Maatschappelijke bestemming

Voor mij is het duidelijk dat je de gemeenten zo min mogelijk moet belasten met die terugkerende onrust die tijdelijke opvangcentra nu eenmaal veroorzaken. Het is duidelijk dat we meer kunnen doen met die relatie die ontstaat tussen opvangcentrum en gemeenschap. Daarom gaan we minder kortdurende contracten afsluiten met gemeenten voor tijdelijke opvangcentra. In plaats daarvan gaan we meer centra opzetten voor een periode van 10 tot 15 jaar waarbij we ook rekening houden met een andere maatschappelijke bestemming van de voorziening na die periode, zoals een recreatiepark of seniorenwoningen, zoals we dat in Winterswijk hebben opgezet.

We zijn ook met de gemeente Goes in gesprek voor zo’n centrum. Belangrijk voordeel is - mevrouw Albayrak zei het al - dat we dan duurzamer en energiezuiniger kunnen bouwen. Daarmee drukken we de kosten op de langere termijn. Want we blijven ook gewoon Zeeuwse meisjes: “Geen cent teveel!”

Asielprocedure

Nog één punt wil ik benadrukken. Uiteraard streven we met meer permanente opvangcentra niet naar een langduriger verblijf van asielzoekers. Integendeel: we zijn bezig de asielprocedure zo in te richten dat mensen sneller duidelijkheid krijgen over hun perspectief. Streng en rechtvaardig: daar hoort ook duidelijkheid bij.

  • Voor wie in Nederland mag blijven wordt zo snel mogelijk woonruimte gezocht in een gemeente. We zijn met de gemeenten in overleg om dit zo snel mogelijk te doen.
  • Voor wie niet mag blijven willen we voorkomen dat ze jarenlang kunnen doorprocederen in Nederland met alle nadelige gevolgen van dien.
  • En voor iedereen die asiel aanvraagt in Nederland geldt dat we zorgen voor een goede en veilige opvang voor de periode dat hun aanvraag loopt.

Sober, geen overdreven luxe, maar wel een plek waar mensen geborgenheid kunnen vinden en deskundige begeleiding krijgen in de verschillende fasen die ze doormaken. Ik heb veel waardering voor de manier waarop het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers die taak uitvoert. Dat geldt ook voor alle vrijwilligers die hun handen uitsteken. Ook daarmee geven we uiting aan een streng maar rechtvaardig beleid. Deze opening van het nieuwe asielzoekerscentrum is dus meer dan de opening van een gebouw. Het is ook de uiting van onze maatschappelijke taak en van de erantwoordelijkheid die we nemen voor onze medemens.

Ik bedank iedereen hartelijk die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het AZC, de mensen van het COA, de gemeente van Goes, de omwonenden. En ik wens u hier alle goeds.

Minister Leers heeft het begin van de toespraak niet letterlijk uitgesproken.