DBFM voor decentrale overheden?

Op 16 februari jl. organiseerden de decentrale koepelorganisaties (VNG, IPO, SkVV, G4, UvW) samen met ministeries van Financiën en I&M een workshop voor decentrale overheden. Onderwerp was DBFM bij decentrale infrastructuur.

Decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor hun eigen projecten. Het is daarom ook aan hen om te beslissen of zij DBFM(O) willen toepassen.

Het Rijk, waaronder de Rijkswaterstaat, de Rijksgebouwendienst en het ministerie van Financiën, is bereid om decentrale partijen hierbij te faciliteren. Door barrières voor DBFM(O) weg te nemen en door kennis en expertise ter beschikking te stellen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie uit het regeerakkoord om de samenwerking tussen overheden op PPS-gebied te versterken.

De workshop is goed bezocht door vertegenwoordigers van waterschappen, provincies, gemeenten, stadsregio’s en projecten. Tijdens de workshop is geinventariseerd wat decentrale overheden nodig hebben om te kunnen starten met DBFM-projecten en vooral hoe het Rijk daarbij kan helpen.

Het Rijk heeft ervaring met DBFM opgedaan, en heeft daarbij flinke meerwaarde geboekt in termen van kwaliteit, tijd en geld, door de integrale aanpak en het sturen op levenscyclusvoordelen. Bij het realiseren van decentrale infrastructuur kan DBFM als een van de mogelijke aanbestedingsvormen kansen bieden. Een verbreding van de keuzemogelijkheden is tevens een stimulans voor het professionaliseren van het opdrachtgeverschap. Niet alleen infrastructuur maar ook in andere sectoren.

Zowel droge als natte infrastructuur stonden centraal 16 februari. Er waren presentaties van de PPS kennispool van Rijkswaterstaat, van het project regiotram Groningen en van de provincie Noord Brabant over de operationele ervaringen bij de A59. De A59 en de Regiotram Groningen leren dat ook op decentraal niveau DBFM(O) goed mogelijk is.

De deelnemers waren enthousiast en toonden veel belangstelling voor de ervaringen en kennis die bij het Rijk is opgedaan, maar erkende dat er decentraal een achterstand in DBFM- kennis is. Andere thema's die onder de aandacht kwamen waren het netwerkmanagement, de rol van de markt en de betekenis van DBFM voor de eigen organisatie.

DBFM is een andere manier van werken, en biedt kansen. De decentrale koepelorganisaties hebben zich aangemeld om gezamenlijk een brief op te stellen aan de ministers van Financiën en Infrastructuur&Milieu om zo aan te geven wat zij willen met DBFM en welke ondersteuning zij daarbij nodig hebben. Op basis hiervan kunnen de ministers besluiten of en zo ja, op welke wijze het Rijk decentrale overheden met DBFM kan helpen. Wordt vervolgd!