MKB Wijchen

Toespraak van minister De Jager van Financiën bij het voorjaarscongres van MKB Wijchen op maandag 28 maart 2011

Dames en heren,

Over een paar uur zit ik in het vliegtuig naar China voor een bijeenkomst van de G-20.
Mijn reis naar Nanjing loopt via Wijchen.
Het doet me genoegen dat ondanks mijn drukke agenda deze ontmoeting met u, de ondernemers uit de regio, door kan gaan.

Laten we het eens hebben over wat kenmerken van ondernemers.
Waren ze goed op school of scoorden ze in hun jonge jaren vooral op het voetbalveld?
Lopen ze altijd op de troepen vooruit of zijn het vooral teamspelers?
Het is lastig om op zulke vragen antwoord op te geven.  
Want de club van ondernemers; dat is een heel divers gezelschap.
Die diversiteit spreekt mij aan.  
Uit onderzoek blijkt dat succesvolle ondernemers over het algemeen hoog zijn opgeleid, vaak HBO en academisch.
Ik ken ook voorbeelden van heel geslaagde ondernemers met dyslexie.
Of van ondernemers met een voorliefde voor roekeloze risico’s.

Iedereen houdt van verhalen over briljante buitenbeentjes.
Ze zijn inspirerend.
Maar zeldzaam.
De brede basis, de betonnen vloer van het bedrijfsleven wordt gevormd door harde werkers, als u en ik.
In Nederland zitten we in het zaken doen over het algemeen meer aan de degelijke dan aan de roekeloze kant.
En dat heeft ons nooit windeieren gelegd.
Daaraan danken we ook onze goede reputatie in het buitenland.
Een goede opleiding, een flinke dosis gezond verstand en een groot doorzettingsvermogen vormen dan ook een prima ondergrond voor iemand met een eigen zaak.

Het is natuurlijk wel waar dat elke ondernemer een zekere mate aan eigenzinnigheid moet hebben.
Je moet het lef hebben om tegen de stroom in te gaan.
En je moet vooral je eigen koers durven varen.
Maar de belangrijkste eigenschap voor ondernemers als u is wat mij betreft: doelgerichtheid.
Voor een goede ondernemer weegt één ding altijd het zwaarst: een positief resultaat voor nu en in de toekomst.

Die doelgerichtheid had ik zelf ook toen ik nog een eigen bedrijf had.
Zoals u weet ben ik van mijn studietijd tot mijn toetreding tot het kabinet Balkenende 4 zelf ondernemer geweest.
Die doelgerichtheid, die zie ik als de meest typerende karaktertrek van ondernemers.
En het is mijn ervaring dat het ook een hele goede eigenschap is in de politiek.
Zeker in deze tijd waarin we alle zeilen moeten bijzetten om sterker uit de financiële crisis te komen.

Ook nu als minister van Financiën heb ik een heel duidelijk doel voor ogen: Nederland na de crisis weer op orde krijgen, met gezonde overheidsfinanciën en een gezonde financiële sector.
Bij elke keuze, in elke nieuwe situatie, steeds opnieuw vraag ik me af welke stap me dichter bij dat doel brengt.
Er zijn mensen die doen alsof we de crisis alweer ver achter ons hebben gelaten.
Die zeggen: het viel uiteindelijk allemaal wel mee.
De economie trekt weer aan, het gevaar voor de dubbeldip lijkt geweken; alles gaat dus weer gewoon z’n gangetje.

Ik denk dat u hier in de zaal wel beter weet.
Ik heb begrepen dat het bedrijfsleven in Wijchen en omstreken over het algemeen goed overeind is gebleven de afgelopen jaren.
Dat is een compliment waard, want dat is vast niet vanzelf gegaan.
En nog altijd rolt het geld een stuk stroever dan vóór 2009.
Dat is nog overal zo, en Wijchen is daarop geen uitzondering.

Het is waar dat er hoopvolle signalen zijn.
Signalen dat het inderdaad de goede kant op begint te gaan.  
Zo kwamen er in de tweede helft van vorig jaar weer banen bij, vooral in de zorg en voor uitzendkrachten.
De werkloosheid daalde eind vorig jaar tot onder de 400.000.

Er was ook goed nieuws uit de Rotterdamse haven, een belangrijke motor van onze export en doorvoer.
Vorig jaar zat de overslag van goederen van onze wereldhaven alweer meer dan twee procent boven het niveau van 2008, het pre-crisisjaar.

En laat ik ook een goed bericht uit Wijchen zelf noemen: Halma packaging opende vorig jaar een nieuw kantoor in China.
Die grotere ruimte was nodig om de groei van het Wijchense bedrijf in het verre oosten op te kunnen vangen.
En dat is niet zomaar toeval.
China ontwikkelt zich in razend tempo.
Het is intussen de tweede economie ter wereld.
Twee jaar geleden voorspelden we al dat het herstel van de wereldhandel daar zou beginnen.
En het Nederlands bedrijfsleven kan daar z’n voordeel mee doen.
Het voorbeeld van Halma packaging is een illustratie daarvan.

Kortom, er zijn diverse positieve signalen.
Toch is het nog te vroeg om al echt te gaan staan juichen.
In de bouw gaat het nog niet goed.
De beurs is nog steeds schrikachtig.
Optimisme en doemdenken wisselen elkaar nog altijd in vlot tempo af.
Er gingen vorig jaar nog altijd 7000 bedrijven failliet.
In deze regio waren er bijna vierhonderd bedrijven die het niet redden. Minder dan in crisisjaar 2009.
Toen waren het er ruim vijfhonderd.
Maar nog altijd meer dan in de jaren voor de crisis.

We zijn er dus nog niet.
Er is wel groei, maar ook nog tegenwind.
Bovendien zitten we nog met het gat dat is geslagen in onze economie door de enorme krimp in 2009.
De grootste ooit gemeten.
Zelfs groter dan de krimp ten tijde van de beurskrach in 1931.
Toen hadden we een krimp van 3,6. De krimp van 2009 is bijna vier procent! [3,9 om precies te zijn]
Zo’n enorm verlies aan welvaart maken we niet zomaar goed.

Ik gebruik wel eens een vergelijking om dat uit te leggen.
Stel, u wilt een weekend gaan skiën in de Franse alpen.
Laten we zeggen naar Val Thorens.
Het is inclusief rusttijd pakweg twaalf uur rijden.

Het loopt aanvankelijk gesmeerd.
U schiet lekker op.
Helaas, rond drie uur ’s middags komt u ter hoogte van Lyon in een verschrikkelijke file terecht.
De oorzaak is een gekantelde vrachtwagen.
Het kost u drie uur.
Die tijd haalt u nooit meer in op deze reis.
Ook al zit het na die file alleen nog maar mee.
Al gaan alle stoplichten voor u op groen en krijgt u overal voorrang.

U hebt gewoonweg te lang in de file gestaan.
Die uren bent u kwijt.
En dat, dames en heren, is de situatie waarin wij ons nu bevinden.
En met ons bijna alle landen ter wereld.
Want we hebben allemaal stevige vertraging opgelopen.

Door de gevolgen van de crisis zijn we een heel stuk van onze welvaart kwijtgeraakt.
We zijn door de crisis structureel armer geworden.
Dat ondervinden veel ondernemers als u ook.

En bij de overheid is er ten tijde van de grote economische dip en ook daarna nog veel minder geld binnengekomen.
Maar de uitgaven zijn flink gestegen ten opzichte van het niveau van vóór de crisis.
En niemand kan meer blijven uitgeven dan er binnenkomt, zonder in nog grotere problemen te komen.
We betalen jaarlijks 11 miljard euro aan rente over onze schuld, ondanks de historisch lage rentestand van nu.
Dat is ongeveer evenveel als het totale bedrag dat het Rijk jaarlijks uitgeeft  aan wegen, het openbaar vervoer, rivieren, kanalen en dijken.
En zolang het tekort op de begroting voortduurt, loopt onze schuld verder op.
Daarom ben ik niet af te brengen van mijn vaste voornemen om de uitgaven in evenwicht te brengen met de inkomsten van dit land.
Daarom houd ik vast aan die 18 miljard aan ombuigingen.
Die zijn nodig om de begroting weer in evenwicht te brengen.
Daar gaan we de komende tijd allemaal wat van merken.
Dat is onvermijdelijk.
Maar het is niet voor niks.
Ik wil de generaties na ons niet opzadelen met de gevolgen van onze uitgaven.
Als we nu niets doen, komen de basisvoorzieningen straks in gevaar.
Daarom werk ik aan een financieel gezonde toekomst voor ons land.

Ik ben ervan overtuigd dat het mensen zoals u zijn die een hele belangrijke rol spelen bij het uiteindelijke herstel van Nederland.
Daarom geeft dit kabinet ruimte aan ondernemerschap, bijvoorbeeld door voorschriften, regels en belastingaangiften zo helder en eenvoudig mogelijk te maken.

De politiek stuurt aan en stuurt bij en schept de voorwaarden.
Maar het zijn de ondernemers die in de eerste plaats zorgen voor bedrijvigheid, voor banen, voor handel met het buitenland.
Daarom zijn ondernemers belangrijk. 
Daarvoor is de euro ook zo belangrijk.
Driekwart van onze export gaat naar Europese landen.
We hebben in de afgelopen tien jaar veel economische groei en veel werkgelegenheid te danken aan de euro.
Daar hoor je door de problemen met de zwakke eurolanden op het moment nog wel eens negatieve geluiden over.
Maar het is echt in ons eigen belang om die Europese munt overeind te houden.
Vor Nederland als handelsland.
In het belang van Nederland en van Nederlandse ondernemers.
Dames en heren,
Ik had het aan het begin van mijn verhaal over briljante buitenbeentjes. Richard Branson van Virgin is zo iemand.
Virgin Records, Virgin Cola, Virgin Airlines.
Noem maar op.
Een inspirerende man, die Branson.
Hij heeft met aanstekelijk plezier een groot imperium opgebouwd.
Hij heeft wel eens gezegd dat het hem nooit alleen om geld te doen was. ,,Uiteindelijk,’’ zei hij, gaat het er toch vooral om dat je iets opbouwt waar je trots op kunt zijn.’’

En dat is iets dat u vast ook herkent: de trots op het bedrijf dat je met je eigen handen hebt opgebouwd.
De afgelopen jaren zijn voor u niet gemakkelijk geweest.
De komende jaren werken politiek en het bedrijfsleven er hard aan om ons land weer op orde te krijgen.
Samen zetten we onze schouders eronder,
samen gaan we recht op ons doel af,
samen werken we aan een goede toekomst voor onszelf en volgende generaties.

Dank u wel.