Minister Opstelten: vorming nationale politie op koers

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil de huidige 26 politiekorpsen in een zo kort mogelijk tijdsbestek omvormen tot één nationale politie. Voortvarendheid is nodig om de gevolgen voor het dagelijks werk van de politie te beperken en tegelijkertijd de prestaties en de slagkracht van de politie te verbeteren. Eind dit jaar moeten de voorbereidingen voor de nationale politie zijn afgerond. Als de nieuwe Politiewet wordt aangenomen door de Staten-Generaal, kan op 1 januari 2012 onmiddellijk worden gestart met de nationale politie. Tot dat moment worden geen onomkeerbare stappen gezet. Dat staat in het Uitvoeringsprogramma Vorming Nationale Politie dat minister Opstelten vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Uiterlijk op 1 mei zal minister Opstelten de kwartiermaker aanwijzen die de nationale politie moet gaan voorbereiden. De bestaande regiokorpsen, het Korps landelijke politiediensten, de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland en alle andere bovenregionale voorzieningen gaan op in een landelijk korps, dat zal bestaan uit tien regionale eenheden, één of meer landelijke operationele eenheden en een landelijke dienst voor ondersteunende bedrijfsvoeringstaken. De kwartiermaker is tevens de beoogd korpschef van de nationale politie. Vanaf 1 mei worden ook de overige kwartiermakers voor de nationale korpsleiding aangewezen. Uiterlijk 1 juli worden de kwartiermakers voor de regionale eenheden de landelijke eenheden aangewezen. De kwartiermaker nationale politie werkt in opdracht van minister Opstelten. Ook na de start van de nationale politie legt hij als korpschef verantwoording af aan de minister.

De landelijke politieorganisatie wordt stap voor stap opgebouwd. Vanaf 1 januari 2012 worden eerst de topstructuur en de ondersteunende diensten van de nationale politie aangepast. Daarna worden de bovenregionale taken en de taken van het Korps landelijke politiediensten herschikt. De basiseenheden en de recherche blijven in eerste instantie ongemoeid om het dagelijks werk van de politie zo min mogelijk te belasten. Door de vorming van de nationale politie kan de overhead met 25 procent worden ingekrompen. Ook wordt het topmanagement van de Nederlandse politie teruggebracht van 100 naar circa 30 functies.

Uiterlijk 1 januari 2012 begint ook de opbouw van het Politiedienstencentrum waarin de ondersteunende bedrijfsvoeringstaken, zoals ICT, huisvesting en inkoop, van de regionale en landelijke eenheden worden ondergebracht. Al voor de totstandkoming van de nationale politie neemt minister Opstelten per 1 mei de zeggenschap over de huidige samenwerkingsvoorziening van de politie (VtsPN) over van de korpsbeheerders. Voor de overname zullen eerst de financiële- en bedrijfsvoeringrisico’s van het ICT-dossier in kaart worden gebracht. 

Om het politievak weer aantrekkelijk te maken en de prestaties van de politie te verbeteren worden tegelijkertijd met de invoering van de nationale politie maatregelen doorgevoerd die de politie slagvaardiger maken. Zo wordt met het Aanvalsplan Bureaucratie overbodige regelgeving opgeruimd en het werk van de politiemensen op straat vergemakkelijkt.

Met de korpsbeheerders en de voorzitter van het College van procureurs-generaal zijn inmiddels afspraken gemaakt over de overgang naar de nationale politie. In mei worden de beoogde regioburgemeesters voor de tien regio’s aangewezen. De regioburgemeester is de burgemeester van de gemeente met het hoogste aantal inwoners in een van de 10 regionale eenheden. De regioburgemeesters krijgen een belangrijke rol bij het vaststellen van het regionale beleidsplan waarin afspraken worden gemaakt over de aanpak van criminaliteit en de inzet van de politie. Ook de positie van de gemeenteraden en de burgemeesters in het veiligheidsbeleid wordt verder versterkt.