Rechtsbijstand tijdens politieverhoor

Verdachten van een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 6 jaar of meer staat, krijgen recht op bijstand van een raadsman tijdens het politieverhoor. De politie mag de raadsman alleen in het belang van het onderzoek weigeren. In dat geval is een beeld- of geluidsopname van het verhoor verplicht.  

Dit staat in een wetsvoorstel van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven dat voor advies naar verschillende instanties is gestuurd. De maatregel is vooral van belang omdat de verklaring van de verdachte in het vooronderzoek ook een belangrijke rol speelt bij zijn verdere berechting. 

Verder zijn er voorschriften om de kwaliteit van het proces-verbaal van de verklaring van de verdachte te verbeteren. Ook kunnen verhoren van getuigen en verdachten zowel audiovisueel als auditief worden opgenomen en mag de verdachte zelf aan het proces-verbaal een schriftelijke verklaring toevoegen. Het wetsvoorstel laat ruimte om ook in combinatie met de aanwezigheid van een raadsman waar mogelijk zaken sneller af te handelen, bijvoorbeeld met een afdoening door de officier van justitie of eerder zicht te bieden op een voorgenomen vervolgingsbeslissing.

Voor minderjarigen is het nog belangrijker dat zij tijdig over rechtsbijstand beschikken. Daarom stellen de bewindslieden voor dat iedere minderjarige verdachte een raadsman consulteert voor aanvang van het eerste politieverhoor. Verder zal de verdachte niet alleen worden gewezen op zijn zwijgrecht, maar op zijn overige rechten. Het gaat om de mogelijkheid van rechtsbijstand, inclusief de mogelijkheid van overleg met een advocaat. De verdachte krijgt te horen van welk strafbaar feit hij wordt verdacht en dat hij bij onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal recht heeft op bijstand van een tolk.