Persconferentie na ministerraad 12 augustus 2011

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 12 augustus 2011.

MINISTER-PRESIDENT RUTTE:
Goed u weer allen te zien na het zomerreces. Tijdens de vakantieperiode is er een EU-top geweest over de schuldencrisis in Griekenland. Er is onduidelijkheid ontstaan over de uitkomsten van die top met betrekking tot de presentatie van die uitkomsten. De Europese Commissie ging bij de presentatie uit van de publieke middelen die beschikbaar dienen te komen in de periode tot 2020. Ik heb zelf de nadruk gelegd op de financieringsbehoefte van Griekenland voor de periode tot 2014. Voor beider perspectief valt natuurlijk iets te zeggen. De les voor de toekomst is dat op Europese Toppen ook afspraken maken over de kern van de boodschap die naar buiten wordt gebracht. Het kabinet rekent het tot zijn verantwoordelijkheid dat op een komende top ook aan de orde te stellen. Ik zal dat op mij nemen. Zowel de Tweede Kamer als de regering, het kabinet, realiseert zich dat de Europese schuldencrisis een buitengewoon belangrijke kwestie is. Dat betekent dat je er in de volle breedte en zo open mogelijk over moet spreken. Dat geldt ook voor het zoeken naar draagvlak. Dat moet zo breed mogelijk zijn. En dat betekent dus dat het kabinet bij coalitie- en oppositiepartijen geen enkel misverstand moet laten bestaan over de feiten. Toch heb ik moeten vaststellen dat de verschillen in presentatie tot verwarring hebben geleid. Ik betreur dat en zal daarvoor komende week de Tweede Kamer mijn excuus aanbieden. Achteraf was het beter geweest als ik die andere benadering had gekozen, namelijk het perspectief van 2020. Ik kan ik zeggen, ik sta volledig achter de uitkomst van de top van 21 juli en achter de besluiten die daar zijn genomen.

Afgelopen weken hebben de ontwikkelingen in Europa ons allemaal bezig gehouden. Ik heb die nauwlettend gevolgd en daarover ook met mijn collega's, zowel nationaal als internationaal, contact gehouden. Het kabinet heeft altijd ingezet op het bereiken van meer financiële stabiliteit. Dat is van groot belang. Dat heeft ook altijd een grote rol gespeeld bij onze inzet bij de bestrijding van de schuldencrisis, van Griekenland maar ook van andere landen in de eurozone Vanochtend in de ministerraad hebben we opnieuw uitgebreid stilgestaan bij wat ons te doen staat. We hebben daarbij een aantal eerste conclusies getrokken. In de eerste plaats: de situatie is in de eurozone is buitengewoon ernstig. Ten tweede: de analyse van het probleem is duidelijk. Er zijn teveel landen waar de schulden en de tekorten teveel zijn opgelopen. En er zijn teveel landen, zoals Griekenland en Italië, waar geen of te laat uitvoering is gegeven aan hervormingen ter versterking van het op gang brengen van de economische groeimotor van die landen. Ten derde: Nederland staat er binnen de Europese Unie relatief goed voor. Maar het blijft van het allergrootste belang om uitvoering te geven aan het bezuinigingspakket. We staan op dit moment als Nederland in de top 3 van landen met de laagste rente in de eurozone. De verzekeringspremie op de Nederlandse staatsschuld ligt zelfs lager dan de Duitse. De werkloosheid in Nederland is samen met Oostenrijk de laagste van de hele Europese Unie. De jeugdwerkloosheid is zelfs de allerlaagste, zelfs nog voor Oostenrijk. Je ziet dus dat het financieel-economisch beleid zoals we dat in Nederland voeren de goede route is. We kijken dan ook met grote belangstelling naar het vertrouwen dat de op financiële markten in Nederland hebben. Maar dan is het wel van belang dat we ook doorgaan met die acties die nodig zijn om dat vertrouwen vast te houden. De markt heeft bijvoorbeeld grote waardering voor ons budgettair raamwerk. De financiële houdbaarheid in goede en minder goede tijden staat voor Nederland voorop. Met het bezuinigingspakket van 18 miljard euro brengen we weer orde op zaken in de staatsfinanciën. Het is van groot belang daar aan vast te houden. Ten derde is het van belang om vast te houden aan de hervormingen op het terrein van de pensioenen, op het terrein van de onderkant van de arbeidsmarkt en op het terrein van de gezondheidszorg. Kortom, we kunnen op zichzelf trots zijn op onze goede uitgangspositie. Maar het is van groot belang om focus te houden, en ook van groot belang om ons te realiseren dat er nog heel veel werk aan de winkel is.

VAN GALEN (NOS):
Waarvoor biedt u nu precies de Tweede Kamer excuses aan? Voor de verwarring, of voor het feit dat uw verhaal niet klopte?

RUTTE:
Voor de verwarring. Ik heb het perspectief gekozen van 2014. Als je gaat kijken naar de financieringsbehoefte van Griekenland in 2014 en wat daar tegenover de private sectorbetrokkenheid is, is dat die som die ik die avond liet zien. Je kunt ook de som maken die laat zien wat de totale betrokkenheid van de landen is ten opzichte van wat de private sector doet. Dat is de som van de Commissie. Maar de beste som die je kan maken, is de som die zegt: als het programma op volledig kruissnelheid ligt in 2020, dan is de betrokkenheid van de landen en van het IMF 109 miljard. De betrokkenheid van de private sector is 106 miljard. Ongeveer fifty-fifty. Dat is ook heel goed nieuws, want dat is wat nodig is om er voor te zorgen dat die private sector betrokken is. En wat ook nodig is om ervoor te zorgen dat Griekenland zo lang mogelijk niet wordt lastig gevallen door de financiële markten.

VAN GALEN:
Maar de Kamer zegt: u wilde zo graag uitstralen dat u de banken mee had gekregen, dat u de verkeerde getallen hebt genoemd.

RUTTE:
Als dat waar is, had ik beter meteen het perspectief 2020 kunnen noemen - waarvan ik ook vind inmiddels dat ik dat had moeten doen. Omdat dat een heel positief cijfer laat zien, namelijk een private sectorbetrokkenheid van ongeveer vijftig procent in het totale pakket. 109 miljard van de overheden en het IMF en 106 miljard van de private sector. Dus ongeveer fifty-fifty. Dat is nog een gunstigere som dan de som die ik daar liet zien bij het perspectief 2014. Maar goed, hoe het ook zij, daar is verwarring over ontstaan. Het is mijn verantwoordelijkheid dat te voorkomen. Daarvoor bied ik mijn excuses aan.

VAN GALEN:
Ziet u dit in uw jonge carrière als premier als uw eerste grote fout?

RUTTE:
Ja, als u het zo wilt zien. Het is wel een fout ja.

VAN GALEN:
Een grote fout?

RUTTE:
De fout is dat ik hier… Ik ga er nu even verder geen bijvoeglijk naamwoord opplakken. Ik bied mijn excuses aan voor een misverstand. De oppositie geeft steun aan het beleid van dit kabinet. Dat doet de oppositie ook in de wetenschap dat dit een kabinet is dat ze niet altijd zien zitten in alle opzichten. Laat ik het nu eens voorzichtig zeggen. Dan is het dus van groot belang dat ik duidelijke communiceer. Ik heb gemeend dat te doen met de beste bedoelingen. Maar er is veel verwarring ontstaan. Dan is het ook mijn taak - dat hoort ook bij leiderschap - om te zeggen: excuus.

VAN GALEN:
Ik hoorde u ook zeggen: in deze constellatie kun je je geen ruzie met de oppositie veroorloven.

RUTTE:
Het klemt extra. Het klemt natuurlijk sowieso, want vanuit het kabinet moet je altijd duidelijk communiceren, ook als het een meerderheidskabinet is. Maar zeker ook in een situatie waarin je te maken hebt met oppositiepartijen die geen toegang hebben tot de binnenkamers en dus volledig afhankelijk zijn van informatie die ik bijvoorbeeld geeft, is het extra belangrijk.

VAN GALEN:
Waarom komt u hier nu pas mee? Want diezelfde oppositie verwijt u gebrek aan leiderschap. U staat te dansen in Spaarnwoude en verder zien we u helemaal niet. Waarom? Wat was het signaal van het dansen trouwens?

RUTTE:
Laat ik allereerst het gerucht wegnemen dat de heer Robesin uit Zeeland daarbij was. Dat was namelijk niet zo, voordat die geruchten misschien rond gaan. Ik ben de afgelopen weken intensief met deze hele Europese crisis natuurlijk bezig geweest. Zeker in de situatie die zich de laatste weken heeft laten zien in Italië en in Spanje, en ook de geruchten over Frankrijk. Maar dan komt vervolgens wel de vraag wat het effect zou zijn als je de ministerraad extra bij elkaar roept - want dat zou je dan moeten doen. Ik denk dat dat effect eerder negatief dan positief zou zijn, omdat Nederland er totaal anders voorstaat dan de landen die ik net noem. Als de markten zeggen: we hebben vertrouwen in Nederland, en de minister-president van dat land gaat extra ministerraden bijeen roepen et cetera, dan kan dat alleen maar leiden tot gedoe. Het is juist van belang nu om met een koel hoofd en met een ferme wil ervoor te zorgen dat je de problemen aanpakt.

VAN GALEN:
Ik heb even een campagnefilmpje van u uit 2008 bekeken. In januari verweet u Balkenende en Bos precies hetzelfde: gebrek aan daadkracht. Toen zei u: ik zie een crisis aankomen en jullie doen niets. Nu verwijten ze u hetzelfde.

RUTTE:
Nee, dat is echt appels en peren. Kijk, in 2008 was de situatie dat ik toen in mijn rol als oppositieleider - althans, fractieleider van een oppositiepartij. Ik geloof dat mevrouw Kant toen officieel oppositieleider was - kritiek had op het kabinet omdat ik zei: jullie zien de crisis niet aankomen. Daar is geen sprake van. Natuurlijk zien bij de ernst van de situatie. De vraag is alleen of het helpt als je als Nederlandse minister-president je kabinet extra bijeen roept. Ik denk dat dat niet helpt, dat het alleen maar verwarring geeft. Dat het veel belangrijker is om vast te stellen dat onze uitgangspositie op zichzelf solide is. Dat we uitvoer moeten geven aan onze plannen en dat we daar volop mee bezig zijn.

VAN GALEN:
Burgers zien de miljarden deze zomer over hun hoofd heen vliegen. Ze denken met zijn allen: wat betekent dit voor mijn pensioen en komen er extra bezuinigingen?

RUTTE:
De begrotingssystematiek die we in Nederland hebben, is een robuuste. Die is door Gerrit Zalm opgezet. Die gaat er vanuit dat je behoorlijk wat extra klappen ook kunt opvangen. Hoe dat precies in dit geval zit, dat kunnen we pas op Prinsjesdag laten zien.

VRAAG:
U hebt de economische groei voor vijf jaar voorzichtig geraamd. Daar komt het op neer?

RUTTE:
Bijvoorbeeld. En we hebben de uitgaven- en inkomstenkaders. Wat we doen, is als de uitgavenkaders overschreden dreigen te worden - kijk naar de zorg, de maatregelen bij de Voorjaarsnota - dan nemen we die maatregelen. Niet alleen voor het lopende jaar, maar ook in doorwerking naar de komende jaren. We gaan de komende weken de begroting opstellen. Ik kan nu verder geen uitspraken doen of deze Europese schuldencrisis wel of geen gevolgen heeft voor het pad van de Nederlandse rijksbegroting de komende jaren. Maar ik wijs er wel op dat op zichzelf de buffers behoorlijk wat kunnen opvangen.

LAMBIE (RTL):
Ik wou toch nog graag even terugkomen op die rekensom. U zegt: die avond heb ik er voor gekozen om het perspectief 2014 te maken. Daarom kwam de rekensom op 109 miljard. Maar die rekensom was toch nooit te maken die uitkwam op 109 miljard, ook als u dat perspectief koos?

RUTTE:
Om heel precies te zijn 108 en nog iets. Wat je namelijk doet, is dat je kijkt naar de financieringsbehoefte van Griekenland. Die is 88 miljard. Er vindt extra schuldinkoop plaats in de periode tot 2014 van nog eens 20 miljard. Dat is 108 en nog iets. Daar steeds tegenover een netto private sectoropbrengst van 37 plus de opbrengst van die extra schuldinkoop van 20 is 12,6, komt op een kleine 50. Dat is de som die ik die avond liet zien. De som die de Commissie liet zien, die zei: als je nu kijkt naar wat je nodig hebt om die enorme private sectorbetrokkenheid ook na 2014 te financieren, dan heb je in totaal 109 miljard nodig vanuit de publieke sector. Daar hebben ze volkomen gelijk in. Dan zeg ik alleen: dan moet je daar tegenover plaatsen ook de opbrengst van dat bedrag. Dat is de 106 miljard die we ook in de brief van maandag hebben laten zien.

VRAAG:
Maar u bestrijdt dus de visie van mensen die zeggen dat het een gekunstelde uitleg is om maar op een rekensommetje te komen waardoor we kunnen aantonen dat de premier geen fout heeft gemaakt?

RUTTE:
Nee, dit is de rekensom die ik die avond heb gebruikt en die je ook kunt maken. Alleen was het beter geweest - dat is waar ik excuus voor maak, dan was die verwarring niet ontstaan - als ik meteen het perspectief 2020 had gepakt.

BORGMAN (RADIO 1):
Welke fout heeft u nu precies gemaakt die avond?

RUTTE:
Ik heb verwarring laten ontstaan doordat ik uitging van een ander bedrag. Ik ben vertrokken bij de financieringsbehoefte van Griekenland. Die is tot 2014 88 miljard. Wat daar tegenover staat aan netto private sectoropbrengst is 37 miljard. Wat we ook doen tot 2014 is nog eens 20 miljard extra schuld inkopen. Dan kom je op 108 en nog iets. Tegenover dat extra schuldinkopen staat ook weer een netto opbrengst. Daarmee loopt die netto opbrengst op naar een kleine 50 miljard, Dat zijn de cijfers die ik die avond heb gepresenteerd. Tegelijkertijd zegt de Commissie: nee, je moet het anders laten zien. Je moet kijken wat je überhaupt nodig hebt tot 2014 aan publieke sectorbetrokkenheid is 109 miljard. Op zichzelf is dat juist. Dan zeg ik: dan moet je daar ook tegenover plaatsen de opbrengst van de private sector, die is 106 miljard als het hele programma op kruissnelheid ligt. Dan zit je nog steeds op een verhouding van ongeveer fifty-fifty private sector publieke sector. Het belang daarvan is - want de vraag is ook gesteld deze week. Het was een ander bedrag dan die ochtend in het Kamerdebat werd behandeld, omdat het Kamerdebat uitging van de financieringsbehoefte van Griekenland. Dat doen we omdat je drie doelstellingen hebt. Je wilt dat Griekenland hervormt en privatiseert. Ten tweede wil je er voor zorgen dat Griekenland de komende jaren niet opnieuw naar de financiële markt moet en daardoor weer onrust wordt veroorzaakt. Dus vanaf 2014 gaan ze in stapjes weer naar de markt toe. Dat is het grote voordeel van dit bredere pakket wat er uit gekomen is, die langere doorloop naar 2020. Ten derde wil je, en dat is ook nodig om het tweede te bereiken, een uitvoerige bijdrage van de private sector.

BORGMAN:
Het was eigenlijk een rekenfout?

RUTTE:
Het was geen rekenfout. Je kunt de som op drie manieren maken. Zoals ik hem maakte, zoals de Commissie hem maakt, zoals uiteindelijk wij hem ook in de brief van 25 juli hebben laten zien. Maar de conclusie is: als er verwarring over ontstaat - en die verwarring is ontstaan omdat er dus verschillende uitgangspunten zijn gekozen, en daarmee zijn al die sommen wel juist. Maar het was beter geweest om ons te einigen in die vergadering, het eens te zijn over het presenteren van het plaatje 2020. Dat is wel mijn conclusie. Heb je zo'n Raad gehad, dan moet je ook nog eens even tien minuten praten over wat nu precies de kernboodschap is van wat we naar buiten brengen.

BORGMAN:
Maar het beeld dat daarna ontstond was dat de baas van Nederland niet helemaal betrokken is bij het zoeken naar een oplossing in Europa voor de crisis. Klopte dat beeld?

RUTTE:
Nee. Ik begrijp uw vraag ook niet. In welke zin…?

BORGMAN:
De kritiek van de oppositie was dat u niet betrokken was, dat het althans niet zichtbaar was. Waar was u?

RUTTE:
In aanloop naar die top heb ik permanent aan de telefoon gezeten…

BORGMAN:
En daarna?

RUTTE:
En daarna heb ik ook permanent aan de telefoon gezeten. Zo gaat dat. Dat kan je hier vandaan doen, dat kan je ook vanuit…

BORGMAN:
Dance Valley doen?

RUTTE:
Vanuit Dance Valley kun je alleen sms-en en kun je weglopen als het nodig is om te bellen, wat één keer nodig was. Maar verder kun je daar vandaag, kan ik u zeggen, alleen sms-en. Maar verder is het zo dat in deze baan, en zeker als er zoveel gebeurt in Europa zoals de afgelopen weken, dat vakantie altijd een relatief begrip is. Ik vond het onwenselijk om zoals Sarkozy gedaan heeft het kabinet bijeen te roepen, omdat dat juist het verkeerde signaal zou geven. Alsof wij in een zelfde situatie zitten als Italië en Spanje, terwijl Nederland behoort tot de best presterende economieën van de eurozone.

BORGMAN:
Dus u wilde uitstralen dat u wel degelijk op vakantie kon?

RUTTE:
Ik wilde uitstralen dat door het kabinet bijeen te roepen volgens mij alleen verwarring zou ontstaan, wat niet nodig is gezien de sterke uitgangspositie van Nederland.

BORGMAN:
Die sterke uitgangspositie, geldt die ook nog in de begrotingsonderhandelingen waarmee u volgende week begint? Zijn er in de aanloop naar Prinsjesdag extra bezuinigingen voorzien?

RUTTE:
Dat moeten we echt bekijken. We wachten natuurlijk ook op de nieuwe cijfers van het Centraal Planbureau. Ik zeg wel in algemene zin dat de Nederlandse begrotingssystematiek zo werkt dat bij tegenvallers je niet onmiddellijk extra hoeft te gaan bezuinigen. Dat is een robuust systeem waarbij je met vaste kaders werkt, waarbij je met signaalwaarden werkt. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat het leidt tot extra bezuinigingen. Maar uitsluiten kan ik het ook niet. Dus dat zal op Prinsjesdag blijken. Maar het systeem werkt zo dat je in principe een behoorlijk extra zaak moet kunnen opvangen binnen de bestaande kaders. Daar zijn ze ook op ingericht om daarmee te voorkomen dat je iedere keer weer extra acties moet nemen.

BORGMAN:
U houdt al rekening met een lagere economische groei?

RUTTE:
We hebben natuurlijk al een redelijk lage economische groei ingeboekt.

VAN DER HEYDE (NOS):
De fractievoorzitter van D66 zegt: u moet meer leiderschap tonen. U was bezig met Griekenland, dat is allemaal hoogst ongelukkig geweest. Maar u moet bezig zijn met de problemen die zich nu alweer aandienen in de eurozone. Daar bent u wel mee bezig, maar hij zegt: u moet meteen al maatregelen nemen om de Nederlandse economie nog robuuster te maken. Namelijk de AOW-leeftijd meteen een stukje gaan verhogen, het ontslagrecht gaan versoepelen. Wat vindt u van die voorstellen?

RUTTE:
Het kabinet heeft zich samengesteld, met ook een gedoogpartij, op een programma. Dat programma behelst stabiliteit, behelst het op orde brengen van de overheidsfinanciën, behelst een heel pakket aan hervormingen. Daar gaan we mee door. Dat is een pakket wat nodig is om ervoor te zorgen dat Nederland een sterk land blijft. Nogmaals, we behoren tot de top van de eurozone. Eén van de best presterende economieën in Europa. Als het bijvoorbeeld gaat om de kosten van die zogenaamde kredietverzekeringen, dan zie je dat wij zelfs tot de top van de wereld behoren, beter nog dan Duitsland. Dus we doen dat eigenlijk behoorlijk goed. Daar staat tegenover dat je wel moet vasthouden aan je programma. Wat Pechtold doet, is de kritiek van Rutte had het kabinet extra bijeen moeten roepen, dat had alleen maar tot verwarring geleid. Tot dalende beurskoersen, niet tot stijgende. Daar ben ik van overtuigd.

VAN DER HEYDE:
Waarom zou u het kabinet bijeen hebben moeten roepen? U had toch ook gewoon bijvoorbeeld ons te woord kunnen staan, of een interview in de krant kunnen geven? U hoeft dan toch niet perse het kabinet bijeen te roepen?

RUTTE:
Dat was ik van plan hier te doen vandaag. Wat had ik daarmee opgelost? De beurskoersen gaan echt niet omhoog of omlaag door dat te doen. Sterker nog, die zullen eerder dalen omdat men zal denken: Rutte komt eerder terug, er is iets aan de hand met de Nederlandse banken, met de overheidsfinanciën. Terwijl er niets aan de hand is. Dus je moet vreselijk oppassen dat je daar geen… Als het zou helpen zou ik het doen, natuurlijk. Maar ik ben bang dat het eerder het tegenovergestelde bereikt. Het zou dus een onverstandige aanpak zijn. Wat van belang is, is dat je stevig focus houdt. Dat je goed in contact bent met iedereen. Dat je er voor zorgt dat als er eventualiteiten voorkomen, je onmiddellijk kunt ingrijpen. We hebben vandaag gewoon heel verstandig en rustig de hele zaak nog eens een keer doorgenomen en gezegd: we moeten gewoon het beleid uitvoeren zoals we het doen. We moeten er voor zorgen dat we in Europa vasthouden aan het belang dat landen als Italië en Griekenland en andere hun hervormingen doorvoeren, hun verdienvermogen op gang brengen en hun bezuinigingen doorvoeren, dat soort zaken.

VAN DER HEYDE:
Dus u zegt eigenlijk dat u leiderschap heeft getoond door dingen te doen, maar niet zichtbaar.

RUTTE:
In mijn geval zou het niet geholpen hebben door opeens heel zichtbaar te worden en daarmee de indruk te wekken - en zag wat er gebeurde in Frankrijk toen Sarkozy een extra kabinet bijeen riep, dan krijg je meteen allerlei speculatie. Nu was het daar misschien wel of niet nodig, dat kan ik zo gauw niet in alle details overzien. Dat Italië en Spanje extra actie moesten nemen, dat is nogal wiedes. Die staan er op dit moment gewoon niet goed voor. Maar Nederland behoort tot de best presterende landen van de eurozone. Dat betekent niet dat wij geen gevaar zouden lopen in geen enkel opzicht. Nee, we moeten uitermate scherp zijn en focus houden. Maar het helpt dan niet om als minister-president ineens in allerlei media te verschijnen onaangekondigd en onverwacht. Nee, dan is het zaak om gewoon vast te houden aan een stabiel tijdpad.

VAN DER HEYDE:
Is het dan pijnlijk dat u dat verwijt krijgt van de oppositie?

RUTTE:
Nee, het is de taak van de oppositie om als men vindt dat er verwijten moeten worden gemaakt, die te maken. Dan is het mijn taak om te kijken of ze gelijk hebben. Ik vind dat ze op dit punt geen gelijk hebben.

HENDRICKS (ALGEMEEN DAGBLAD):
Tegelijkertijd daarmee kun je ook andersom betogen, namelijk kan je ook zeggen: waarom zou je niet verschijnen? Alsof de burger en de markten nog niet doorhebben dat er een groot Europees probleem is waar Nederland ook betrokken bij is. Waarom heeft u niet gezegd: ik laat me juist wel zien om te vertellen dat er een Europees probleem is en u er aan meewerkt?

RUTTE:
Ik ben er van overtuigd, gezien ook de situatie in de afgelopen weken waarbij het in een aantal landen ook nodig was om extra bij elkaar te komen. Duitsland heeft het ook niet gedaan, omdat Duitsland er ook relatief goed voorstaat. In Italië…

HENDRICKS:
Mevrouw Merkel liet zich wel zien.

RUTTE:
Mevrouw Merkel heeft getelefoneerd, wat ik zelf ook heb gedaan. Daar zijn berichten over verschenen. Maar zij is niet teruggekeerd naar Berlijn. Logisch ook, omdat het ook alleen maar de indruk zou hebben gewekt dat er in Duitsland iets aan de hand is, wat niet het geval is. Je moet op een gegeven moment ook koers houden. Als je eenmaal vast moet stellen wat de effecten pro en contra op het ineens weer in beeld komen, dan is mijn inschatting dat het eerder een negatief dan een positief effect zou hebben. Vandaag was de eerste ministerraad. Er was geen reden om eerder allerlei mededelingen te doen. Die zouden eerder verkeerd kunnen uitwerken dan positief kunnen uitwerken. Dat is ook leiderschap, dat je ook beslist wanneer het onverstandig is om zelf ineens extra in beeld te komen, en dan je ijdelheid even onder controle te houden.

DE WINTER (DE TELEGRAAF):
U zei daarstraks dat er een zo breed mogelijk draagvlak nodig is voor de maatregelen. De omvang van de crisismaatregelen sinds het eerste steunpakket is flink toegenomen. Er staat ons misschien nog meer te wachten. Wat voor perspectief heeft u voor de Nederlandse bevolking wat een uitzicht biedt dat ze ook bereid zijn om die maatregelen te dragen?

RUTTE:
Wat voor dit kabinet cruciaal is - en dat zal ik ook in alle contacten met u, met kiezers, met iedereen blijven herhalen - het gaat om de stabiliteit in Europa. Het gaat er om dat landen die op dit moment te weinig verdienvermogen hebben, te weinig banen creëren, te weinig groei hebben, dat die landen hervormen zodat ze dat wel gaan doen. Dat die landen hun overheidsfinanciën op orde brengen, zodat ze de molensteen van die grote staatschuld afbouwen. Dat is ook het debat wat nu actueel aan de gang is in landen als Spanje, Frankrijk en Italië. En zeker ook in landen als Spanje en Italië is het van levensbelang dat dat gebeurt. Daar zitten wij op in. Daar is alles op gericht. Dat is ook het panacee, de route naar economisch succes die wij als Nederland al jaren voeren, waardoor we ook behoren tot de top op dit moment van Europa, omdat we dat zo goed doen.

DE WINTER:
Maar hoe worden Nederlanders daar uiteindelijk beter van?

RUTTE:
Voor Nederland is Europa vitaal. Wij doen zaken in het buitenland. We zagen vandaag de berichten dat de Nederlandse export fors is gestegen. Dus voor onze welvaart is de Europese gemeenschappelijke markt van enorm groot belang. Dat valt niet te onderschatten. Dus mensen die denken: we zetten de kachel op vier, doen de gordijnen dicht en trekken ons terug uit Europa, dat zou enorme schade opleveren in Nederland. Dat moet je niet doen. Je moet stevig investeren in die relatie in Europa. Je moet ook geen gekke Henkie zijn. Dus als wij er hier voor zorgen dat we bezuinigen, dat we hervormen, dat we onze staatsfinanciën op orde brengen, dan mag je dat ook van die andere landen verwachten. Sterker nog, daar moet je ze toe dwingen. Dat willen we ook heel graag. We zouden natuurlijk het liefst zoveel mogelijk automatische sancties hebben in het Europese stelsel om dat ook op te leggen.

DE WINTER:
Vindt u dat geen defensief verhaal? Het is beschermen tegen onheil, maar het is geen perspectief dat het beter gaat.

RUTTE:
Het perspectief dat het beter gaat, is dat we blijven profiteren van die gemeenschappelijk Europese markt. Dat is de kracht waar we als Nederland op moeten inzetten. Dat is ook waar onze welvaart in geworteld ligt. Tegelijkertijd zie je dat die Europese Unie het zwaar heeft, en zeker de eurozone en het eurogebied, dat daar problemen zijn. Dus die moet je dan tackelen. Wat je niet kunt doen, is zeggen: we geven garanties aan bepaalde landen en tegelijkertijd niet afdwingen dat daar dan ook die hervormingen plaatsvinden die moeten plaatsvinden. Die cruciaal zijn om ervoor te zorgen dat die landen uiteindelijk hun eigen vermogen om weer banen te creëren, groei te creëren weer op gang brengen. Dat is het perspectief wat ik Nederland kan bieden. Europa is wat dat betreft voor Nederland heel belangrijk. Daar zit onze welvaart in. We zijn een van de meest… Relatief gesproken behoren we tot de topexporteurs - absoluut is natuurlijk China veel groter - maar relatief gesproken behoren we tot de topexporteurs in de wereld. Daar hebben wij zo verschrikkelijk veel baat bij. Die Europese Unie is voor ons van groot belang.

MEERHOF (DE VOLKSKRANT):
Nog even over die rekensom. U zegt eigenlijk: ik heb tot 2014 de cijfers gegeven. Ik zei toen 109, maar ik bedoelde 108. Ik heb het een beetje naar boven afgerond, eigenlijk somberder voorgesteld. Maar waarom zou je kiezers dat perspectief van 2014 laten zien? U was er van op de hoogte dat het bedrag eigenlijk het dubbele was.

RUTTE:
Ik ben uitgegaan van de financieringsbehoefte van Griekenland. En nogmaals, u heeft volkomen gelijk, ik had beter dat andere bedrag kunnen nemen. Daar bied ik ook mijn excuus voor aan, dus dat is duidelijk. Maar ik heb die avond het bedrag genomen waar we ook in Nederland, die ochtend nog, in het parlement over spraken. Wat is nu de financieringsbehoefte, dat als vertrekpunt nemen. Maar Nederland had twee desiderata bij deze top, namelijk ervoor zorgen dat er een substantiële private sectorbetrokkenheid zou zijn, maar ook ervoor te zorgen dat Griekenland stabiel is voor de komende jaren. Wat we bij die top gedaan hebben, is het pakket verbreed en vooral ook verlengd in de tijd waardoor bijvoorbeeld die publieke bijdrage uiteindelijk structureel oploopt naar 109 miljard tegenover 106 miljard privaat.

MEERHOF:
Maar als u de helft van het totale bedrag geeft op dat moment, laadt u dan toch niet de verdenking op u dat u de zaak iets rooskleuriger wil voorstellen dan ze op dat moment waren?

RUTTE:
Nee, want de feiten liggen zoals ze liggen. Nogmaals, u heeft gelijk dat ik het anders had moeten doen, anders zou ik mijn excuus niet maken. Maar ik ben vertrokken bij het financieringstekort voor Griekenland. Dat was ook waar het debat bijvoorbeeld in Nederland steeds over ging. Dat is ook waarvan we zeiden: ten opzichte van dat bedrag moet er een substantiële private sectorbetrokkenheid zijn. Die is er ook. Ten opzichte van 88 staat een netto-opbrengst na aftrek van de… Dan heb je op een gegeven moment een (onverstaanbaar, red) van 37 miljard tot 2014. Dan komt die extra schuldinkoop er nog bij, wat dat weer oplevert, et cetera et cetera. Maar u heeft volkomen gelijk. Het is natuurlijk veel verstandige om dat pakket in het perspectief 2020 te plaatsen. Overigens voor alle duidelijkheid, de Kamer is daar ook goed over geïnformeerd. Wij hebben zowel die som van mij die donderdag in de Kamer ziet staan, als de som van de Commissie, als uiteindelijk wat het hele pakket nu eigenlijk kost. Dus de Kamer is steeds goed geïnformeerd. De verwarring ontstond bij die persconferentie. Dat is dan mijn verantwoordelijkheid. Als dat zo is, moet je ook zeggen dat het fout zit.

MEERHOF:
Maar u zei ook: ik had misschien andere cijfers moeten geven, de Europese Commissie had ook andere cijfers moeten geven. Dus eigenlijk iedereen zat er min of meer naast.

RUTTE:
Nee, ik ga dat niet op andere afschuiven hoor. Ik vind dat ik daar een communicatiefout heb gemaakt die avond. Alleen ik stel wel vast dat het zou helpen - maar dat is nadat ik excuses heb gemaakt - voor een volgende keer om aan het einde van de Europese top af te spreken wat nu precies de kernboodschap is die we….

MEERHOF:
Mijn vraag is eigenlijk: ondertussen is de ECB begonnen met het opkopen van allerlei staatspapieren, van Italië en Spanje, terwijl u het nog steeds hebt over sancties en voorwaarden. Hoe denkt u nu dat het beeld is van dit Europese project? Hoe denkt u dat het beeld is bij de bevolking?

RUTTE:
Ik denk dat die bevolking heel goed begrijpt dat het van heel groot belang is voor Nederland om ervoor te zorgen dat er een stabiele euro is. Het pakket van 21 juli is wat dat betreft een goed pakket omdat het ervoor zorgt dat Griekenland gedwongen wordt te hervormen en te privatiseren. Griekenland wordt de komende jaren tot 2020 niet of nauwelijks lastig gevallen door de financiële markten. En wat wij steeds hebben gezegd, de private sector moet meedoen. We zijn daar spectaculair succesvol in geweest kun je wel zeggen. 106 miljard is nog al wel niet wat. Dat is meer dan we dachten. Het was ook geen makkelijke strijd overigens, want dit hebben natuurlijk de Duitsers en wij en nog een paar bij de collega's - en ook bij de ECB die er aanvankelijk niet voor was - moeten bevechten. Dat is de uitkomst van de top. Al die positieve uitkomsten gingen verloren in het gedoe over de som van Rutte, de som van de Commissie et cetera. Dat was zonde.

LAGAS (TROUW):
U zei net dat de verwarring eigenlijk vlak na u uitspraken ontstond. Die waren geloof drie, drieeneenhalve week geleden. Waarom komen er nu pas excuses?

RUTTE:
De duidelijkheid hebben wij verstrekt natuurlijk in de brief van maandag direct aan de Kamer. Daar hebben we laten zien hoe de som van mij werkt, de som van de Commissie en uiteindelijk de eindbedragen. Verder heeft de Kamer toen gezegd: we willen een technische briefing. Die is nu geweest. We hebben volgende week een Kamerdebat. Ik vind het nu het juiste moment om te zeggen: luister, alles overziende is dit het moment om nu te zeggen: excuus.

DU PRE (DE VOLKSKRANT):
Wanneer is dat besef dat u uw excuses moest aanbieden aan de Kamer - dat is niet iets wat elke dag gebeurt in dit land - gekomen?

RUTTE:
Snel, heel snel. Omdat ik zag dat er verwarring was. Ik vind dat je zoiets ook moet doen op het moment dat het passend is. Dit is mijn eerst persconferentie, dus dit leek mij het juiste moment.

VRAAG:
U had eigenlijk al drie weken geleden bedacht dat u excuses ging aanbieden aan de Tweede Kamer?

RUTTE:
Excuses is een beladen woord. Ik vind uiteindelijk dat het die term mag hebben vanwege die verwarring. Nog eens een keer gesterkt door die hoorzitting van woensdag en de reacties daarop, dan zeg ik: Rutte luister, je som mag kloppen, maar tegelijkertijd is er verwarring ontstaan. Daar moet je ook de verantwoordelijkheid voor nemen.

VRAAG:
Heeft het niet gewoon te maken met het feit dat er een lastig debat aankomt volgende week en het zaak is die oppositie nog even snel voor u te winnen omdat het de verkeerde kant op leek te gaan?

RUTTE:
Nee, want in de brief van De Jager staat ook al 'betreuren'. We hebben allerlei termen al gebruikt. Nee, dat speelt geen rol.

VRAAG:
U heeft eerder het standpunt van de PVV in deze onverantwoord genoemd. Nu is de urgentie alleen maar sterk omhoog gegaan de afgelopen tijd. Heeft u daar nu nog over gesproken met uw gedoogpartner?

RUTTE:
Nee. Nee, omdat daar geen beweging zal komen, verwacht ik. Nee.

VRAAG:
U heeft weinig vertrouwen in uw eigen overtuigingskracht?

RUTTE:
Op Europa zijn de standpunten tamelijk in beton gegoten is mijn indruk. Als ik kansen zie, ga ik onmiddellijk bellen. Maar ik heb ze zelf niet…

VRAAG:
U lijkt nog meer overtuigd van de juistheid van de koers die u bent ingeslagen.

RUTTE:
Daar ben ik altijd van overtuigd geweest. Als je in zo'n europroject zit dan moet je ervoor zorgen dat die munt stabiel blijft. Dan moet je ook bereid zijn als Nederland om daar een bijdrage aan te leveren in ruil voor hele strikte afspraken. Dat is het Griekse pakket, met inderdaad een enorme verantwoordelijkheid. Daar hebben landen als Oostenrijk, Finland, Nederland, Duitsland op ingezet. Met een minderheid in de Raad hebben we het voor elkaar gekregen. De Kamer wilde dat terecht ook, stevige private sectorbetrokkenheid. Die heeft er inmiddels ook nog toe geleid, dat is het mooie bijeffect. Het is niet alleen een forse private sectorbetrokkenheid, zoals ik hem ook communiceerde op die avond. Maar had ik nu meteen maar het hele bedrag genoemd, dus het hele plaatje laten zien in het perspectief van 2020. Want het goede nieuws daarvan is, is dat Griekenland ook nog eens een keer langer van die markt kan wegblijven.

VRAAG:
Voelt u voor een Europees ministerie van Financiën?

RUTTE:
Er zijn allerlei discussies aan de gang. Voor ons geldt in de eerste plaats dat al dit soort ideeën - ophoging EFSF, eurobonds, ministeries van Financiën - die gaan allemaal geen antwoord bieden op het Europese schuldenprobleem als je niet eerst het fundamentele probleem aanpakt. Het fundamentele probleem is dat landen als Italië en Spanje en ook Frankrijk moeten hervormen. Dat die hun financiën op orde moeten brengen. Als je dan vervolgens allemaal van dat soort noodverbanden gaat aanleggen, dan haal je de druk er weer af. Discussie van de moral en de moral hazard. Dus je moet daar buitengewoon terughoudend in zijn. Je moet ook niet nu als Nederlandse regering zeggen: we sluiten alle varianten uit. Dan doen we dus ook niet. We waarschuwen - dat heeft De Jager deze week ook gedaan in de brief - voor verschillende varianten, wat voor effecten dat kan hebben. Maar je moet daarbij natuurlijk openstaan voor allerlei oplossingen. Maar voor ons geldt dat de kern van de oplossing hem er in ligt dat die landen zelf gedwongen worden om hun problemen aan te pakken. Je kunt niet een land blijvend overbruggen naar kredietwaardigheid. Dat gaat niet. Dat kan zo'n land alleen zelf. Dat is ook het goede van het Griekse pakket, dat die combinatie van hervormingen en privatiseringen in zich draagt.

VRAAG:
Waarom heeft u zich zo afzijdig gehouden van die discussie die na de Noorse schietpartij ontstond over het verband tussen het gedachtegoed van uw gedoogpartner en de schutter?

RUTTE:
Ik heb wel iets gezegd natuurlijk over de aanslag in Noorwegen. Ik heb mijn collega gecondoleerd daarmee. Het is natuurlijk verschrikkelijk wat er gebeurd is. Tegelijkertijd vond ik dat debat een ontijdige discussie. De Noren waren nog bezig met de rouwverwerking, met de begrafenissen en van alles en nog wat, en wij waren hier al bezig of de kogel van links, van rechts, of wat dan ook kwam. Ik heb me daar eerlijk gezegd nogal aan geërgerd. Ik vond niet dat die ergernis van mij over het op dat moment oplaaien van de discussie veel aan dat debat zou bijdragen. Dat is mijn opvatting. Als het gaat om de vrijheid van meningsuiting hebben we in Nederland hele ruime vrijheid van meningsuiting. De begrenzing ligt in de wet. De rechter kan er eventueel een uitspraak over doen. Tegelijkertijd is er ook nog een begrenzing in je persoonlijke verantwoordelijkheid en in smaak en opvoeding. Dat is uiteindelijk aan mensen zelf. Daar kan je niet als wetgever of vanuit de rechter iets aan doen. Als mensen te ver gaan, en ik vind dat ik daar iets van moet vinden, dan vind ik daar ook iets van. Zoals ik ook Wilders heb weersproken toen hij het had over Islamitisch stemvee. Zo zal ik dat ook in de toekomst doen als hij of anderen in mijn ogen te ver gaan. Ik vond dat debat eerlijk gezegd uiterst onprettig en ontijdig.

VRAAG:
Nu reageerde de heer Wilders in een van zijn verklaringen naar aanleiding van dat debat in de Telegraaf. Daar noemde hij moskeeën haatpaleizen. Toen zei meneer Pechtold: daar zou de premier zich van moeten distantiëren. Vindt u dat nu te ver gaan?

RUTTE:
Ja, die uitspraak vind ik te ver gaan. Dat vind ik ook een verschrikkelijke uitspraak over moskeeën als haatpaleizen. Tegelijkertijd, als zoiets in een Kamerdebat gebeurt, kan je daar meteen afstand van nemen. Maar als zoiets in de pers gebeurt, moet je wel kijken of je in mijn rol iedere keer als zoiets gebeurt op dat moment actief de media gaat zoeken. Ik heb daar op dat moment niet voor gekozen. Nu u mij daartoe uitdaagt: ja, ik vind dat een zeer ongepaste term.

VRAAG:
Zou u het beter vinden als de heer Wilders zich wat dat betreft wat gaat matigen?

RUTTE:
Ja, maar ik behoor niet tot de mensen die zegt: mensen moeten hun vrijheid van meningsuiting beperken. Ik kan hoogstens mensen vragen… Ik geloof dat het Cohen was die zei: laten we het debat met enig respect voeren. Dat sprak mij aan die uitspraak. Maar ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Aan mij is het dan de taak, als iemand te ver gaat in mijn ogen, om daar afstand van te nemen.

VRAAG:
Wat vindt u ervan dat de Noorse schutter herhaaldelijk verwijst naar uw gedoogpartner?

RUTTE:
Dat vind ik vooral verschrikkelijk voor de gedoogpartner, want die heeft daar natuurlijk helemaal niets mee te maken. Het is natuurlijk een idiote situatie dat daarmee per implicatie de PVV verantwoordelijk zou zijn voor de aanslag. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op.

VRAAG:
U zei net tussen neus en lippen door: ik ben niet degene om iemands vrijheid van meningsuiting te beperken, maar vindt u dat hij zijn toon moet matigen?

RUTTE:
Ik bepaal voor niemand dat hij zijn toon moet matigen. Maar als iemand in mijn ogen te ver gaat en ik voel mij geroepen daar iets van te vinden, dan doe ik dat. Maar ik behoor niet tot de leermeester van de natie die zegt: beste jongeman, wilt u uw toon een beetje matigen. Dat is uiteindelijk aan mensen zelf. De begrenzing van de vrijheid van meningsuiting ligt in de wet, die is heel ruim. En die ligt verder in je persoonlijke smaak, in je persoonlijke opvattingen, in maatvoering. Als dat te ver gaat dan zal ik daar iets van vinden. Maar ik ga niet mensen oproepen om, als ze heel ver willen gaan, dat niet te doen. Ik zag er iets van vinden als ik vind dat ze te ver gaan.

VRAAG:
U heeft nu aangegeven dat haatpaleizen te ver ging. Kunt u meer voorbeelden noemen van uitlatingen van de heer Wilders die te ver gingen?

RUTTE:
Nee, ik heb ze niet paraat.

VRAAG:
Die zijn er niet?

RUTTE:
Ik heb ze niet paraat. Ik heb als fractievoorzitter afstand genomen…

VRAAG:
Hij heeft het over de totale oorlog die door de elites gevoerd wordt…

RUTTE:
Ja, ja.

VRAAG:
Uw partijgenoot Mark Verheijen, bestuurslid van de VVD, heeft op twitter wel zijn afkeuring geuit naar aanleiding van het interview van Wilders in de Telegraaf. Heeft u daarover met hem contact gehad?

RUTTE:
Over de contacten binnen de VVD praat ik nooit, dat weet u. Daar zeg ik niets over.

VRAAG:
Heeft u daar een mening over?

RUTTE:
Daar ga ik nu verder niets over zeggen, nee.

NIEUWENHUIJS (DE PERS):
Eerder is het ook gegaan over de term totale oorlog. Hoe kijkt u daar nu tegenaan?

RUTTE:
Ik ga niet nu commentaar leveren op allerlei uitspraken van een collega-politicus. U vraagt mij wat is je opvatting of jouw rol? Mijn rol is om, dat vind ik, als minister-president van alle Nederlanders, als ik vind dat een bepaalde bevolkingsgroep wordt weggezet met termen als haatpaleizen of met termen als Islamitisch stemvee, om daar met de meest felle bewoordingen afstand van te nemen. Ik ga nu niet nog eens een keer met terugwerkende kracht allerlei termen die Geert Wilders in de afgelopen tien jaar heeft gebruikt van commentaar voorzien. Ik geeft precies aan hoe ik me opstel als ik vind dat hij, of iemand anders te ver gaat.

NIEUWENHUIJS:
U hebt toen ook over die totale oorlog gezegd: ik ben geen politiek commentator. Is het niet heel makkelijk om te zeggen: ik ben geen politiek commentator, ik ben jouw premier?

RUTTE:
Ik zag de analyse in uw krant vanmorgen, die ik niet geheel deel, maar altijd weer aanleiding geeft tot thought, zoals altijd. Maar dat is weer het laatste punt dat u maakte, dat ik graag complimenten uitdeelde. Dus dat is dan ook minder.

VRAAG:
Maar als u zegt: die uitspraken werp ik verre van me, maakt dat het samenwerken in de toekomst dan lastiger als die uitspraken blijven komen?

RUTTE:
Nee, omdat we daar, zoals u weet, bij de formatie afspraken over hebben gemaakt. Namelijk dat wij een fundamenteel verschil van mening hebben over het karakter en de aard van de islam. Dat betekent dat het ook niet mogelijk was om te komen tot een gewoon meerderheidskabinet. Als minister-president, als bevolkingsgroepen worden weggezet met dat soort termen, dan zal ik mij daarvan distantiëren.

VRAAG:
Maar dat doet toch iets in de onderlinge verhoudingen?

RUTTE:
Daar zult u aan moeten wennen, zo is dat. Dat hoort bij een minderheidskabinet.

VRAAG:
Ik misschien niet, maar u misschien wel.

RUTTE:
Mijn antwoord is: dat verandert niets aan de verhoudingen. Nee.

MEERHOF (DE VOLKSKRANT):
Wist u na die schietpartij in Noorwegen onmiddellijk helemaal zeker dat de taal en de sfeer rond Wilders niets te maken konden hebben met wat daar gebeurd is, of heeft u daar even over na moeten denken?

RUTTE:
Die vraag is mij te ingewikkeld, die snap ik niet.

VAN DER HEYDE (NOS):
Hoe heeft u gekeken naar wat er allemaal gebeurd is de afgelopen dagen in Groot-Brittannië?

RUTTE:
Ik was het zeer met Cameron eens dat… Het moge zo zijn dat er natuurlijk allerlei issues zijn in een samenleving, ook in de Engelse samenleving. Maar dat neemt niet weg dat als jongeren gaan plunderen, winkelruiten ingooien, verschrikkelijk vernielingen aanrichten, mensen bedreigen, dat dat gewoon puur geweld is wat met de meest stevige instrumenten van de staat - de staat als bezitter van het geweldsmonopolie - moet worden bestreden.

VAN DER HEYDE:
Heeft u ook gedacht dat zoiets ook in Nederland zou kunnen gebeuren?

RUTTE:
Je moet oppassen om garanties te geven aan Nederland dat dat in Nederland niet zo kunnen gebeuren. Dat kun je natuurlijk nooit met zekerheid zeggen. Ik denk dat we in Nederland er wel in geslaagd zijn de afgelopen jaren om een politie te hebben en een justitieel apparaat wat goed in de samenleving geworteld is. Wat goed de thermometer in de samenleving heeft gestoken. Kijk ook hoe het in grote steden is geregeld, zoals in Rotterdam en Amsterdam en Den Haag en Utrecht. Dat is van grote waarde. Maar zekerheid kun je daar nooit over geven.

VRAAG:
Hoe wist u zo zeker dat er geen relatie was met de wijze waarop de heer Wilders opereert, tussen de schietpartij en zijn gedachtegoed?

RUTTE:
Ik heb daar toch allemaal geen zekerheid van. Maar het debat ging toch een kant op alsof daarmee in enigerlei mate de PVV en Geert Wilders verantwoordelijk zou zijn voor die aanslag. Dat slaat toch helemaal nergens op? Dat is toch totaal idioot?

VRAAG:
Waarom is dat totaal idioot?

RUTTE:
Omdat iedereen die idiote dingen uithaalt daar zelf verantwoordelijk voor is. Laten we nou even oppassen om niet elk maatschappelijk probleem naar de overheid te gaan trekken. Alsof dat iemand zijn inspiratie zoekt in een bepaald gedachtegoed daarmee die persoon verantwoordelijk is. Kom nou toch op. Wilders heeft niets met die aanslag te maken, dit is een daad van een totale idioot die gelukkig nu stevig wordt vervolgd in Noorwegen, die iets verschrikkelijks heeft aangericht, echt iets onuitspreekbaar verschrikkelijks. Totaal belachelijk om dat in de schoenen te gaan schuiven van een Nederlandse politieke partij.

VRAAG:
Er is toch geen enkele politicus geweest in Nederland die heeft gezegd dat Wilders daar in enigerlei mate verantwoordelijk voor was, voor wat er gebeurde in Noorwegen? Dat is juist me nadruk gezegd. Het enige dat er gezegd is, is juist - u haalde zelf Cohen aan - laten we even op onze woorden letten en laten we daar nog een debat over voeren. Tofik Dibi wil graag een debat met u over xenofobie. Vervolgens wordt hij bedreigd. Heeft u dan in zo'n situatie nog steeds niet de behoefte om als premier daar iets over te zeggen, om de gemoederen te bedaren?

RUTTE:
Nee, omdat ik vond - dat zei ik aan het begin van mijn statement over Noorwegen net - dat het debat ontijdig was en ongepast ook. Ik vind, als in Noorwegen zoiets verschrikkelijks gebeurt, mensen zijn nog bezig om daar de doden te begraven, om dan in Nederland zo'n discussie te gaan voeren. U heeft gelijk, natuurlijk is er niet gezegd Wilders is verantwoordelijk voor die aanslag. Zover is het niet gegaan. Maar ik vond over en weer het ontijdig en ongepast. Mooier kan ik het niet maken.

FISCHJAGER:
U bent weer terug met vakantie. Heeft u nu ook nog piano gespeeld in de vakantie?

RUTTE:
Zeker.

FISCHJAGER:
Heeft u een stuk gestudeerd en mag ik dat ook gaan spelen? Ik kom net uit de Tweede Kamer en wat blijkt nu in de Tweede Kamer? Dat de vleugel op slot zit en de sleutels weg zijn. Maar u weet dat alle sleutels erop passen. Dit is er eentje. Als u in de Tweede Kamer wilt spelen, krijgt u onmiddellijk die sleutel hoor van mij.

RUTTE:
In die oude zaal staat die piano. Ik heb er nooit op gespeeld, maar het is een mooie piano.

FISCHJAGER:
Mijn vraag is: vindt u het belangrijk dat er in de Tweede Kamer het stuk wordt gespeeld wat ik op moet nemen wat u speelt? U speelt namelijk een stuk, dat heeft u de vorige keer opgeschreven, dat is nummero 10 van Longo van Scarlatti. Vindt u het belangrijk dat ik dat op laat nemen in de Tweede Kamer, of wilt u dat doen? Maar vindt u dat leuk als ik dat daar speel.

RUTTE:
Als u het speelt, ja.