Stelsel product- en bedrijfschappen op de schop

Het stelsel van de product- en bedrijfschappen verdwijnt in zijn huidige vorm. Product- en bedrijfschappen voeren in de toekomst alleen nog taken uit met voldoende publiek belang. Daarbij horen ook taken op landbouwterrein die de schappen momenteel op basis van wet- en regelgeving namens het Rijk uitvoeren.

De schappen doen straks in beginsel geen taken meer die geen publiek belang dienen, zoals productpromotie. Die taken moeten sectoren zelf uitvoeren. Vermindering van taken betekent ook dat ondernemers lagere heffingen aan de schappen hoeven te betalen. Deze maatregel past bij de ambitie van dit kabinet om de lasten voor bedrijven te verminderen en ondernemers de ruimte te geven om te ondernemen.

Dit staat in het kabinetsstandpunt over het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) dat minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De bewindslieden streven ernaar eind 2012 een wetswijziging naar de Tweede Kamer te sturen. De verantwoordelijkheid voor het stelsel gaat straks over van de minister van SZW naar de minister van EL&I.

Uitvoering van taken van voldoende publiek belang is in beginsel aan de overheid. Het kabinet kiest er voor enkele publieke taken door de schappen te laten uitvoeren. De schappen hebben namelijk korte lijnen met ondernemers, alsmede een bestaande uitvoerende organisatie en het zijn ondernemers zelf die de kosten van deze taken dragen. Publieke taken die toebehoren aan de schappen zijn het bevorderen van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, voedselveiligheid en gezondheid. Ook medebewindstaken blijven bij de schappen. Andere taken hebben geen publiek belang en voeren de schappen in principe niet meer uit.

De nieuwe opzet van het stelsel heeft ook gevolgen voor de organisatie van de schappen. Er komen aanzienlijk minder schappen en deze zullen efficiënter moeten werken. De nieuwe organisatie krijgt één backoffice voor de gezamenlijke diensten. Ook het bestuur moet gemoderniseerd worden. Meer openheid in besluitvorming en nog meer inspraak, met specifieke aandacht voor ondernemers die niet aangesloten zijn bij brancheorganisaties. Ook zij kunnen deel gaan uitmaken van de besturen.

Het kabinet wil met de stelselwijziging een aanzienlijke kostenbesparing realiseren. In 2010 kostten de schappen circa € 250 miljoen. De uiteindelijke besparing hangt af van de precieze taken die de schappen overhouden en kan oplopen tot maximaal € 190 miljoen.