HBO-Raad en staatssecretaris Zijlstra sluiten hoofdlijnenakkoord

Staatssecretaris Halbe Zijlstra en voorzitter HBO-raad Guusje ter Horst hebben vandaag het hoofdlijnenakkoord ondertekend over verbetering van kwaliteit en rendement van het onderwijs en meer differentiatie en profilering van hogescholen. Het akkoord biedt het kader voor prestatieafspraken die de staatssecretaris volgend voorjaar zal gaan maken met elke hogeschool. Die prestatieafspraken moeten getuigen van ambitie én van realiteitszin.

Intensiever onderwijs

Hogescholen bieden straks intensiever onderwijs aan met bijvoorbeeld minimaal twaalf contacturen per week. De uitval van studenten gaat omlaag en het niveau van de docenten stijgt. De studiekeuzebegeleiding wordt beter. Het praktijkgerichte onderzoek van de hogescholen wordt versterkt door (onder meer) het ontstaan van expertisecentra die aansluiten bij de topsectoren van het kabinet. Er komt meer aandacht voor de benutting van onderzoek in zowel het onderwijs zelf als in de beroepspraktijk.

Selectie

Om op tijd studiekeuzegesprekken met nieuwe studenten te kunnen voeren zal de overheid de aanmeldingsdatum vervroegen naar het voorjaar. Ook komt er meer ruimte voor hogescholen om in bijzondere gevallen studenten te selecteren: in algemene zin indien het profiel van de opleiding daartoe noopt en meer specifiek bij mbo-studenten, als de studie van hun keuze niet aansluit bij hun vooropleiding . Er komen meer Associate degree-opleidingen, kortere programma’s voor vwo’ers en er ontstaan  meer masteropleidingen aan hogescholen.

'In ieders belang'

Staatssecretaris Zijlstra is tevreden met het akkoord: ,,Het is in ieders belang dat we dit doen, in de eerste plaats voor de studenten maar ook voor de hogescholen en het bedrijfsleven. Dit zijn goede afspraken met duidelijke consequenties: goede prestaties worden beloond met extra geld.''
Het akkoord volgt uit de Strategische Agenda voor het hoger onderwijs en onderzoek en uit de kwaliteitsagenda van de hogescholen zelf. De kern daarvan is dat de internationale positie van Nederland als kenniseconomie vraagt om nog beter hoger onderwijs. De belangrijkste doelen zijn: betere borging van de kwaliteit, intensiever en  gedifferentieerder onderwijs, doelmatiger aanbod van opleidingen en het dichten van de kloof tussen kennis en de toepassing  hiervan in het werkveld. Juist de hogescholen moeten in die vertaalslag een steviger positie krijgen.

Prestatieafspraken

Van de middelen voor het hbo wordt 5% voorwaardelijk toegekend voor hogere kwaliteit en studiesucces en 2% voor versterking van zwaartepunten (differentiatie en profilering). Een hogeschool heeft aanspraak op de voorwaardelijke financiering naarmate de instelling de eigen afspraken met de staatssecretaris nakomt.

De afspraken mogen niet leiden tot meer administratieve druk. Daarom wordt er eerst een nulmeting gehouden en in 2015 vervolgonderzoek gedaan naar de administratieve lasten. De nieuwe bekostigingswijze vraagt om indicatoren die betrouwbaar zijn, handzaam, maatwerk kunnen bieden en aansluiten bij interne administraties van hogescholen. Met dit hoofdlijnenakkoord is de basis gelegd om daarover met de individuele hogescholen prestatieafspraken te kunnen maken.