Goede visquota afgesproken voor Nederlandse vissers

Nederlandse vissers kunnen volgend jaar ruim 53.000 ton haring vangen in de Noordzee, dat is een verdubbeling ten opzichte van dit jaar. De vangst van schol en tong mag toenemen met 15%. Voor de vissoorten die met schol wordt mee gevist, zoals tarbot, griet, schar, bot, tongschar en witje, blijft het quotum gelijk. Voor kabeljauw is een zeer geringe vermindering van de vangst overeengekomen.

Europees beheerplan

Tong en schol zijn de belangrijkste vissoorten voor de Nederlandse visserij. Om de visstand van deze soorten goed te beheren geldt er sinds 2007 een meerjarig Europees beheerplan in de Noordzee. Dankzij dit plan gaat het met de visstand van schol goed. Het herstel van het tongbestand verloopt trager, maar de stand van deze vis zit voor het tweede jaar binnen de veilige biologische marges. Daarom is voor beide vissoorten een hoger quotum van 15% vastgesteld. Wel heeft de Raad besloten om 10% te korten op de zeedagen.

Visverwerking (foto: Marcel van den Bergh)

Pulskor

Met de Commissie zijn verder afspraken gemaakt dat er nog voor de zomer een commissievoorstel komt voor een verhoging van het aantal vergunningen of zelfs een permanente toelating van de pulskor. Dat is een innovatieve en duurzame vismethode waarbij de zeebodem niet omgewoeld wordt. Essentieel hiervoor is een positief advies van het STEFC, Scientific Technical Economical Committee on Fisheries. Nu is pulsvisserij alleen mogelijk op grond van ontheffingen.

Haring

Na platvis is haring de belangrijkste vissoort in Nederland. Ook bij haring wordt samen met Noorwegen gewerkt met een meerjarig beheerplan. Ook hier heeft dit gunstige resultaten laten zien voor de haringstand. De haringvisserij mag nu voor het tweede jaar op rij meer vissen. Staatssecretaris Henk Bleker van EL&I vindt de hogere quoteringen voor haring en platvis een goede uitkomst: ‘We hebben een goed resultaat geboekt. Dat we meer vis mogen vangen heeft te maken met de vangstbeperkingen van de afgelopen jaren waardoor de visbestanden zich konden herstellen. Dit toont aan dat lange termijn beheerplannen werken. Het toont ook aan dat de verduurzaming, die we samen met de Europese Commissie nastreven, economisch zijn vruchten afwerpt.”

Voor de Noordzee-horsmakreel en de zilversmelt is het reductievoorstel van de Europese Commissie flink afgezwakt: Voor de zilversmelt is de reductie van min 25% uiteindelijk uitgekomen op min 8%. De reductie van min 15% voor de horsmakreel kwam uit op min 5%.

Kabeljauw

Ondanks het herstelplan Kabeljauw, verloopt het herstel van de visstand moeizaam. De Europese Commissie stelde daarom een korting voor van 18% op de zeedagen. De lidstaten kunnen deze korting beperken door maatregelen te treffen voor selectieve visserij. Nederland heeft al een kabeljauwherstelplan waarin deze maatregelen gelden.

Aal

In de marge van de Landbouw- en Visserijraad is ook met de Europese Commissie gesproken over de Nederlandse palingvissers. De Commissie heeft Nederland de ruimte geboden voor een vergoeding aan die vissers die noodgedwongen hebben moeten stoppen met vissen als gevolg de dioxinevervuiling.

Vaststellen visquota

Elk jaar stellen de Europese visserijministers de totale vangsthoeveelheden (total allowable catches, TAC's) vast voor de verschillende vissoorten. Zij doen dat op basis van adviezen van internationale visserijbiologen van de International Council on the Exploration of the Sea (ICES), de Scientific Technical Economical Committee on Fisheries (STECF), en de Regionale Advies Raden (RACs). De totaal toegestane Europese vangsthoeveelheden worden volgens een verdeelsleutel in nationale quota opgedeeld en aan de afzonderlijke EU-lidstaten toegewezen.

Tabel visquota 2012

Hieronder staan de Europese vangsthoeveelheden voor 2012 en het quotum van Nederland in 2011 en 2012.

Europese vangsthoeveelheden en het quotum van Nederland
Vissoort Gebied TAC 2012 Quotum Nederland 2012 Quotum Nederland 2011
 Tong  NZ  14.100  12.151  10.571
 Schol  NZ  84.410  30.462  26.485
 Kabeljauw  NZ  26.475  2.540  2.575
 Haring

 Noordelijke en centrale NZ

 405.000  53.537  26.579
 Makreel  WW  259.123  24.043*

 30.177

* = voorlopig quotum