Minimumstraf voor recidive bij zware misdrijven

De ministerraad heeft er op voorstel van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie mee ingestemd om het wetsvoorstel minimumstraffen bij de Tweede Kamer in te dienen. 

Criminelen krijgen een zwaardere straf als zij binnen 10 jaar opnieuw een misdrijf plegen met ernstige gevolgen voor het slachtoffer en waarop een maximum gevangenisstraf staat van 8 jaar of meer. Met de nieuwe regeling wordt uitvoering gegeven aan afspraken uit het regeer- en gedoogakkoord.

Naast misdrijven met een gevangenisstraf van 12 jaar of meer vallen nu ook delicten met een gevangenisstraf vanaf 8 jaar onder de reikwijdte van de regeling. Daarmee sluit het wetsvoorstel nog beter aan op de prioriteit die wordt gegeven aan de aanpak van ernstige gewelds- en zedendelicten. Deze misdrijven zijn niet alleen zeer ingrijpend en traumatisch voor de slachtoffers en hun naaste omgeving, maar zij raken evenzeer het vertrouwen in de rechtsorde en de veiligheidsbeleving van burgers. Het gaat bijvoorbeeld om stelselmatige verspreiding van kinderpornografie, de gemeenschap met een wilsonbekwame en gemeenschap met een kind tussen 12 en 16 jaar. Bij geweldsdelicten betreft het onder meer zware vormen van mishandeling en gewelddadige vermogenscriminaliteit.

Als minimumstraf wordt minstens de helft van het strafmaximum opgelegd. Dit betekent bijvoorbeeld 6 jaar gevangenisstraf voor recidiverende winkelovervallers die het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toebrengen of afpersers die gebruik maken van een wapen of fysiek geweld. Bij doodslag en ernstige vormen van mensenhandel wordt de minimumstraf 7,5 jaar en bij moord krijgt in geval van herhaling de dader straks ten minste 15 jaar opgelegd. Het kabinet vindt een zwaardere straf gerechtvaardigd als een eerdere veroordeling voor een zeer ernstig misdrijf de dader er niet van weerhouden heeft opnieuw in de fout te gaan.

De rechter kan alleen in zeer specifieke gevallen van een minimumstraf afwijken. Hij is dan verplicht uit te leggen waarom de straf lager uitvalt. Dat kan door in uitzonderlijke gevallen rekening te houden met de persoon van de dader of de buitengewone omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd.