Bleker: handel leidt tot economische groei en welvaart

De totale waarde van de agrarische export nam in 2010 van 66,6 miljard euro toe tot 72,8 miljard euro in 2011. Dat betekent dat Nederland nog steeds de tweede exporteur van agrarische producten ter wereld is.

De importwaarde van agrarische producten groeide in 2011 met 18%. De Nederlandse agrarische sector is nauw verweven met de internationale economie. De toegevoegde waarde in de agrosector, ongeveer 10% van het Bruto Nationaal Product, wordt vooral gerealiseerd door handel met het buitenland. Deze handelsstroom liet vorig jaar ondanks de economische crisis een flinke groei zien.

Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) vindt dit een compliment aan de agrarische sector. “Nederlandse agrarische ondernemers laten zien dat ze in tijden van economische tegenwind toch kansen weten te pakken”, aldus Bleker in een brief aan de Tweede Kamer.

Werkgelegenheid

Veel werkgelegenheid in Nederland is afhankelijk van de agrarische handel. In 2009 bedroeg de totale werkgelegenheid van de agrarische sector 621.000 arbeidsjaren. Hiervan is tweederde afhankelijk van agrarische export. Deze banen zitten verspreid over de gehele keten: import van grondstoffen in de Rotterdamse haven, transport, primaire productie, verwerking, toeleverende industrie, dienstverlening, en handel.

Agro-export

Het grootste deel (80%) van de agro-export is gericht op de EU-markt, waarbij Duitsland onze belangrijkste handelspartner is. Buiten Europa is de export van kennis en technologie belangrijk binnen de agrarische export. Vooral in opkomende markten, zoals China, Brazilië, India en Rusland, maar ook in ontwikkelingslanden is behoefte aan Nederlandse kennis en technologie om de eigen voedselproductie te verhogen.

Strategische ligging

Naast uitstekend ondernemerschap is het succes van de Nederlandse agrosector volgens Bleker ook gebaseerd op de goede strategische ligging van ons land. Bleker: “Nederland importeert veel agrarische grondstoffen, halffabricaten en voedsel die we, al dan niet na bewerking, doorvoeren naar andere Europese landen. Ondernemers maken volop gebruik van de handelsmogelijkheden en de logistieke mainports Rotterdam en Schiphol. Waarde toevoegen aan grondstoffen en halffabricaten is de kern van hoe Nederland zijn geld verdient in de agrofoodsector. Daar zitten nog veel groeimogelijkheden in. Nederland moet het met zijn relatief kleine thuismarkt wat betreft welvaart vooral hebben van de export. Handel leidt tot economische groei en welvaart”.

Economische diplomatie

Om de Nederlandse agro-export verder uit te bouwen zet dit kabinet in op economische diplomatie. Dit betekent dat de overheid haar nationale en internationale netwerken inzet bij het benutten van marktkansen en het oplossen van belemmeringen op buitenlandse markten. Dit doet de overheid bijvoorbeeld door clusters van bedrijven en kennisinstellingen te ondersteunen bij het betreden van kansrijke markten. Verdere opening van markten is een belangrijke voorwaarde voor het succes van de Nederlandse agrosector. Staatssecretaris Bleker zet extra capaciteit in op markttoegang op veterinair en fytosanitair gebied. Op fytosanitair terrein zijn vorig jaar in nauwe samenwerking tussen het ministerie van EL&I en het bedrijfsleven 17 dossiers succesvol afgerond. Het ging onder meer om markttoegang voor pootaardappelen naar landen in Afrika en Midden-Amerika, bloembollen naar India, en uien naar Indonesië.