Nederlandse ontwikkelingssamenwerking met Mali voorlopig stilgelegd

Nederland zal de ontwikkelingssamenwerking met de Malinese overheid pas herstellen wanneer dat land weer onder burgerlijk bestuur valt. Dat gebeurt in goede afstemming met andere (Europese) donoren. Dat maakte Staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken vandaag bekend in een brief aan de Tweede Kamer.

Nederland schortte de hulp aan de overheid van Mali op daags na de staatsgreep op 21 maart. Dit jaar is voor partnerland Mali 50 miljoen euro gereserveerd. Het grootste deel daarvan loopt via de overheid. Het gaat daarbij met name om inzet voor voedselzekerheid, effectiever gebruik van water en diensten voor seksuele gezondheid. Humanitaire hulp en steun via niet-gouvernementele organisaties worden wel voortgezet.

Als de macht in Mali wordt overgedragen aan een democratisch verkozen regering kan Nederland in overleg met andere EU-landen het ontwikkelingsprogramma hervatten. Daarvoor moeten de militairen hun actie neerleggen, de grondwet worden hersteld en algemene verkiezingen worden gehouden.

Kort na de coup schortten ook andere EU-landen en vele andere donoren hun hulp aan de Malinese overheid op. De Economische Gemeenschap van Afrikaanse Staten dringt ook aan op een terugkeer naar de democratie.

Veel Malinezen hadden al te lijden onder droogte en tegenvallende oogsten. Door het toegenomen gewapende verzet in het Noorden, dat een reactie is op de coup in de hoofdstad Bamako, groeit het aantal ontheemden in het land. Voor velen van hen dreigt hongersnood.