EU moet ook op langere termijn zorgen voor stabiliteit en welvaart

‘De EU moet ook voor de langere termijn blijven zorgen voor politieke stabiliteit en welvaart. Democratisch draagvlak voor het Europese integratieproces is daarbij essentieel.’ Dit zei staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken in zijn gesprekken met CDU fractiesecretaris Peter Altmaier en Europa Adviseur Mayer-Landrut van Bondskanselier Merkel over de aanpak van de Europese schuldencrisis. ‘Met een versterkte begrotingsdiscipline, noodfondsen en hervormingen in bijvoorbeeld Spanje en Italië zijn belangrijke stappen voor de korte termijn gezet. Maar we moeten wel doorpakken met economische groei en het versterken van ons concurrentievermogen.’

Staatssecretaris Knapen was dinsdag in Berlijn voor een werkbezoek. Hij sprak met zijn Duitse gesprekspartners verder over de Nederlandse en Duitse inzet bij de EU meerjarenbegroting 2014-2020. Beide landen bepleiten een aanzienlijke bezuiniging van minstens 100 miljard euro op het voorstel van de Europese Commissie. Net als onder meer het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Finland, Denemarken, Oostenrijk en Tsjechië.

ook sprak Staatssecretaris Knapen in Berlijn met minister Niebel van Ontwikkelingssamenwerking over samenwerking binnen de Europese Unie, onder meer op het terrein van begrotingssteun. ‘Het is belangrijk dat de EU lidstaten inzien dat begrotingssteun alleen overwogen moet worden wanneer de situatie in een land op het gebied van democratie, rechtsstaat en mensenrechten goed genoeg is.’ Knapen besprak verder de Nederlands-Duitse en Europese samenwerking in onder meer Soedan, Afghanistan en Somalië.

Later op de middag hield staatssecretaris Knapen een lezing over de manier waarop Europa democratisch en sociaal kan worden vormgegeven. ‘Europa moet niet over structuren gaan maar over mensen,’ aldus staatssecretaris Knapen tot toehoorders uit de politiek, media en academische wereld. ‘Wil Europa de burger echt aanspreken, dan moet Europa sociaaleconomische bescherming bieden, staan voor financiële degelijkheid en duurzame en inclusieve groei.’