Gerichte aandacht voor taal en rekenen werpt vruchten af

Leerlingen van basisscholen die afgelopen tijd via speciale verbetertrajecten gericht aan de slag zijn gegaan met taal en rekenen boeken betere resultaten. Dit blijkt uit de monitor over het schooljaar 2010-2011 van de Inspectie van het Onderwijs, in samenwerking met de PO-Raad. Zo’n 1800 basisscholen namen de afgelopen drie jaar deel aan taal- en rekenverbetertrajecten. Voor het tweede jaar op rij zijn de resultaten op de tussentoetsen begrijpend lezen en rekenen van de deelnemende scholen verbeterd. Ook is het percentage taalzwakke en rekenzwakke scholen gedaald ten opzichte van het startjaar 2008-2009.

Ongeveer de helft van de deelnemende scholen stond bij aanvang van de verbetertrajecten te boek als taalzwak of rekenzwak. In het schooljaar 2010-2011 is dit gedaald tot een kwart. De totaalscore op de Cito Eindtoets van scholen die deelnamen aan de taal- of rekenverbetertrajecten, steeg in het schooljaar 2010-2011 ten opzichte van het startjaar 2008-2009. Deze stijging is iets groter dan de stijging van de totaalscore op de Cito Eindtoets van de scholen die niet aan de verbetertrajecten deelnemen. De meeste scholen die deelnemen aan de taal- en rekenverbetertrajecten geven aan dat zij de trajecten als (zeer) zinvol ervaren en dat de verbetertrajecten een positief effect hebben op de leerprestaties.

Minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) is te spreken over de geboekte resultaten: “Een goede beheersing van taal en rekenen is essentieel om goed te kunnen functioneren in de samenleving. We zien dat basisscholen die extra werk maken van taal en rekenen en daarbij gericht kijken op welke manier ze dat doen, deze inzet ook terug zien in de leerprestaties van hun leerlingen. Komende tijd gaan we daarom samen met de scholen door op deze ingeslagen weg. We zullen basisscholen blijven ondersteunen bij het verbeteren van de taal- en rekenresultaten van hun leerlingen.”

Gerichte ondersteuning door School aan Zet

De basisscholen die de afgelopen drie schooljaren aan deze verbetertrajecten deelnamen, ontvingen hiervoor een financiële bijdrage van het ministerie van OCW. Aan deze bijdrage was een eigen bijdrage en een evaluatieverplichting van de school verbonden. Dit geld konden scholen inzetten om doelgericht te investeren in betere onderwijsopbrengsten op de basisvaardigheden taal en rekenen. Om de prestaties van de deelnemende scholen te volgen, voerde de Inspectie van het Onderwijs elk jaar een monitor uit.

Komende tijd zullen nog meer basisscholen opbrengstgericht gaan werken. Scholen krijgen niet alleen extra geld om in te zetten voor deze doelen, zij kunnen binnen het programma School aan Zet ook een beroep doen op adviseurs die hen daarbij gericht ondersteunen.