Overheid ondersteunt export als motor van de economie

De overheid ondersteunt en stimuleert het bedrijfsleven om internationaal succesvol te zijn. Ondermeer door de meest prangende verstoringen in het internationale handelssysteem te slechten, om deuren voor het (MKB) bedrijfsleven te openen bij buitenlandse overheden en om noodzakelijke financiering van internationale transacties te faciliteren. Dit schrijft staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) in een brief aan de Tweede Kamer.

Hijskranen in een haven.

De overheid doet dit omdat Nederland sterk afhankelijk is van export en buitenlandse investeringen. Export en buitenlandse investeringen zijn de motor van onze economische groei. Nederland is de 17e economie van de wereld en de 5e exporteur. De economische vooruitzichten maken het de komende jaren nog belangrijker dat de Nederlandse exportsector goed draait.

Beleid voor internationaal ondernemen

Om onze goede internationaal economische positie te behouden, is het essentieel om ons concurrentievermogen internationaal verder te versterken. Zeker in tijden van teruglopende binnenlandse vraag is het van belang dat bedrijven toegang krijgen tot kansrijke markten en gebruik kunnen maken van goede financieringsfaciliteiten.

Aanvullend op het bestaande beleid voor internationaal ondernemen, dat onder meer bestaat uit economische diplomatie en Holland branding, zet de overheid nog eens extra in op het vrijmaken van het handelsverkeer met belangrijke handelspartners door middel van het handelsakkoord tussen de EU en VS en het handelsakkoord tussen de EU en Japan.

Daarnaast is de overheid een nieuw publiek-privaat programma ‘Partners for International Business’ gestart waarmee clusters van bedrijven en kennisinstellingen worden ondersteund bij het gezamenlijk betreden van kansrijke markten.

Tot slot helpt de overheid met de Exportkredietverzekering voor rekening van de Staat. Via deze verzekering worden verzekeringen en garanties verstrekt die niet in de markt te verkrijgen zijn. De overheid bekijkt nog of het nodig is om een vangnet in te stellen voor de kortlopende commerciële kredietverzekering.

Nederland exportland

De Nederlandse export (goederen en diensten) groeide in 2011 flink ondanks de eurocrisis. De uitvoerwaarde was vorig jaar 473 miljard euro en was daarmee 9% hoger dan in 2010. Een belangrijke reden van de sterke exportpositie van Nederland is de wederuitvoer die de laatste tien jaar hard is gegroeid. Van de totale Nederlandse export bestaat op dit moment 44% uit wederuitvoer. Agrofood maakt hier een groot deel van uit, maar ook de dienstensector speelt een steeds grotere rol. Vooral logistiek, zakelijke en financiële dienstverlening.

De Nederlandse export wordt versterkt door onze goede internationale investeringspositie. Nederland is 7e investeerder wereldwijd en 8e ontvanger van investeringen.

De Nederlandse handel heeft het de afgelopen jaren beter gedaan dan de handel van de meeste andere landen in het eurogebied. Dit komt mogelijk doordat Nederland een meer gediversifieerd exportpakket heeft, met andere woorden, een gelijkmatiger mix van minerale brandstoffen, landbouw, chemie, machines en vervoermiddelen.

De recente voorspellingen voor de ontwikkeling van de Nederlandse handel zijn minder positief dan voor sommige andere landen. Dit komt aan de ene kant door het krachtige herstel van de handel in 2010, wat de groeicijfers voor de jaren erna wat vertekent. Aan de andere kant wordt door wereldwijde bezuinigingen en de eurocrisis de mondiale vraag zwakker. Dit gebeurt vooral in landen waar Nederland veel naar exporteert.

Kansrijke markten voor Nederlandse bedrijven

De Nederlandse uitvoer is sterkt gericht op de directe buurlanden. Duitsland is onze belangrijkste exportpartner. De Duitse economie laat het komend jaar groei zien. Dit land blijft hiermee goede afzetmogelijkheden bieden voor het Nederlandse bedrijfsleven. Staatssecretaris Bleker laat onderzoek uitvoeren naar de kansen voor uitvoer van landbouwproducten naar Zuid-Duitsland.

Oost-Europa wordt ook een steeds belangrijkere afzetmarkt voor Nederland. Sinds het toetreden in 2004 van acht Oost-Europese landen tot de Europese Unie is de gemiddelde exportgroei naar Oost-Europa jaarlijks bijna 12%. Polen en Rusland zijn binnen deze regio de belangrijkste afzetmarkt voor Nederlandse bedrijven.

Het Nederlandse marktaandeel in Turkije is sinds een paar jaar ook weer aan het toenemen. De afgelopen twee jaar heeft Turkije een economische groei gehad van rond de 8%.

De groeimarkten buiten Europa moeten een belangrijkere rol gaan vervullen. Het Nederlandse bedrijfsleven exporteert maar 4% naar de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), terwijl de BRIC-landen dit jaar goed zijn voor bijna 50% van de totale wereldwijde economische groei. Opkomende markten bieden dus in toenemende mate kansen. Dit geldt ook voor Vietnam, Indonesië, Egypte, Zuid-Korea, Colombia, de Golfstaten en Saoedi-Arabië. En voor Afrika, waarvoor de komende vijf jaar een groei van ruim 5% wordt verwacht.