Opstelten: Witteboordencriminelen krijgen stevige rekening

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil de mogelijkheden om financieel-economische criminaliteit aan te pakken aanzienlijk verruimen. Bedrijven die de fout ingaan, kunnen straks een geldboete krijgen van ten hoogste tien procent van hun jaaromzet. Ook komen er hogere straffen voor witwassen en corruptie, en wordt misbruik van gemeenschapsgeld strafbaar gesteld. Verder kunnen daders van economische delicten die bij herhaling de wet overtreden een zwaardere straf tegemoet zien. Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat vandaag voor advies aan verschillende instanties is gestuurd, zoals het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak.

Financieel-economische criminaliteit kan het goede functioneren van de economie en die van de financiële sector verstoren. De vastgoedfraude- en bouwfraudezaken en boekhoudschandalen van de afgelopen jaren zijn daarvan voorbeelden. Delicten als fraude, omkoping en witwassen zijn lucratief door een combinatie van hoge winsten en naar verhouding lage straffen, die in de strafwet staan. Daarom oefenen ze niet alleen aantrekkingskracht uit op daders uit het criminele milieu, maar ook op witteboordencriminelen uit de reguliere economische sector. Er is sprake van calculerend gedrag. Opstelten wil dit met kracht bestrijden.

Om criminelen harder en effectiever te kunnen aanpakken, verhoogt de bewindsman allereerst de strafmaxima van de verschillende vormen van witwassen. Daarbij speelt ook een rol dat het wegsluizen van opbrengsten van mensenhandel en drugshandel in veel opzichten net zo erg is als het misdrijf zelf. De maximumstraf voor het ‘kale’ delict wordt verhoogd van vier naar zes jaar gevangenisstraf. Gebeurt het witwassen uit gewoonte, dan komt er nog eens twee jaar bij en wordt de gevangenisstraf maximaal acht jaar. Profiteurs van witwasactiviteiten die een luxeleven leiden, omdat zij geld aannemen van criminelen, kunnen een gevangenisstraf tegemoet zien van maximaal twee jaar. Nu is dat nog één jaar.

Ook gaat de gevangenisstraf omhoog naar maximaal vier jaar voor daders van economische delicten die stelselmatig de regels aan hun laars lappen. Bijvoorbeeld afvalverwerkingsbedrijven die milieuvoorschriften negeren, of malafide financiële instellingen die ongebruikelijke transacties niet melden. Zij veroorzaken grote schade aan de samenleving en verstoren in ernstige mate de concurrentie met ondernemers die zich wèl aan de regels houden.

Foute bedrijven kunnen als rechtspersoon harder in hun portemonnee worden geraakt. Opstelten vindt dat meer rekening moet worden gehouden met de ernst van het feit, het profijt van de criminele activiteiten en de draagkracht van de onderneming. Bij kapitaalkrachtige ondernemingen maken de huidige geldboetes weinig indruk. Daarom kan de rechter straks een hogere geldboete opleggen: tot maximaal tien procent van de jaaromzet van de onderneming.

Daarnaast stelt de bewindsman misbruik van gemeenschapsgeld strafbaar. Zo kan oneigenlijk gebruik van subsidies van de overheid of van internationale organisaties als de VN of de Wereldbank strafrechtelijk worden aangepakt. Opstelten vindt het verwerpelijk als mensen een uitkering of subsidie ontvangen, terwijl ze er geen recht meer op hebben en dat opzettelijk niet melden bij de verstrekkende instantie. Op dergelijk fraudegedrag komt een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar te staan.

Corrupte ambtenaren kunnen voortaan rekenen op een maximale gevangenisstraf van zes jaar als zij uit hoofde van hun functie gunsten aannemen. Omkoping van ambtenaren schaadt de integriteit van de overheid, waarop burgers juist moeten kunnen vertrouwen. Ook de strafmaat voor corruptie in de private sector gaat omhoog – van twee naar vier jaar. Het gaat onder andere om het omkopen van financieel verantwoordelijken van grote bedrijven teneinde daarvan opdrachten te verkrijgen, en om corrupte dienstverleners. Bijvoorbeeld de taxateur die wordt omgekocht om een onjuiste waardebepaling van een huis of bedrijfspand te geven. Consumenten en bedrijven verliezen door dit soort praktijken hun vertrouwen in een integere dienstverlening.