Tentenkamp Ter Apel kan niet lang blijven

Het tentenkamp van uitgeprocedeerde asielzoekers in Ter Apel kan niet lang blijven. Het tentenkamp van vooral Irakezen en Somaliërs kan leiden tot verstoring van de openbare orde. Daarnaast komt de uitvoering van het vreemdelingenbeleid in gevaar. Minister Leers bood eerder een week bedenktijd met onderdak voor alle bewoners van het tentenkamp aan, zonder voorwaarden. Dat hebben zij tot nu toe geweigerd.

Dat schrijft minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) in antwoord op Kamervragen. Hij wil nog niet vooruitlopen op het moment van een eventuele beëindiging van het tentenkamp. "Maar de huidige situatie is niet langdurig houdbaar", schrijft Leers.

Om de situatie in het tentenkamp leefbaar te houden, hebben de gemeente Vlagtwedde (waar Ter Apel onder valt) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wel gezorgd voor toiletten, vuilnisbakken en drinkwater.

Week bedenktijd aangeboden maar afgewezen

Minister Leers heeft de bewoners van het tentenkamp een week bedenktijd aangeboden om uit de impasse te komen. In die week kan iedereen onderdak krijgen, zonder voorwaarden.

Na die eerste week kan iedereen onderdak houden die wil meewerken aan de voorbereiding van vrijwillig vertrek. Nederland stopt alleen het onderdak voor mensen die dan nog steeds zeggen per se niet terug te willen.

Leers hoopt nog steeds dat de bewoners van het tentenkamp zijn aanbod accepteren, want anders kan Nederland niets meer voor hen doen.

Voor uitgeprocedeerde asielzoekers die wel willen meewerken aan vrijwillig vertrek, blijft onderdak mogelijk. Dat geldt zoals gebruikelijk ook voor gezinnen met kinderen.

Achtergrond Irak

Tijdens de oorlogen in Irak kregen veel Irakezen een tijdelijke verblijfsvergunning in Nederland. Toen de situatie in Irak was verbeterd (vanaf eind 2008) heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ongeveer 3.000 tijdelijke asielvergunningen opnieuw beoordeeld. In ongeveer de helft van de gevallen was er geen reden voor individuele bescherming meer, en werd de verblijfsvergunning ingetrokken. Rechters hebben daar in beroep en hoger beroep steeds over kunnen oordelen.

De situatie in Irak is niet zó onveilig dan niemand meer terug zou kunnen. Dat moet steeds individueel beoordeeld worden. Ongeveer de helft van de asielaanvragen van Irakezen is toegewezen, gelet op hun individuele situatie. Zij krijgen dus bescherming in Nederland. Dat geldt zowel voor de Irakezen die eerder een tijdelijke verblijfsvergunning hadden, als voor Irakezen die later naar Nederland kwamen en hier asiel aanvroegen.

De Irakese regering werkt sinds november vorig jaar niet meer mee aan gedwongen uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers. Irak geeft daarvoor geen toestemming, en geeft voor gedwongen uitzetting ook geen vervangende reispapieren voor hun onderdanen meer. Daardoor kan Nederland uitgeprocedeerde Irakese vreemdelingen zonder reisdocumenten voorlopig ook niet in vreemdelingendetentie plaatsen.

Vrijwillige terugkeer naar Irak is wel mogelijk, de Irakese autoriteiten werken daar ook aan mee. Dit jaar (t/m maart) gingen 180 Irakezen vrijwillig terug, vorig jaar waren dat er ruim 800. Mensen zonder verblijfsvergunning hebben altijd al de plicht om zelf terug te gaan.

Achtergrond Somalië

Ook voor Somaliërs geldt dat steeds individueel wordt beoordeeld of zij bescherming in Nederland nodig hebben, of terug kunnen naar Somalië. Dat verschilt in Somalië per gebied van het land. Mensen uit Zuid- en Centraal-Somalië en uit Mogadishu komen vaak in aanmerking voor asiel. Maar wie geen asiel krijgt, moet terugkeren.

Naar sommige gebieden in Noord-Somalië is gedwongen terugkeer nu niet mogelijk; vrijwillige terugkeer is dat wel.