Bezuinigingen kinderopvang weinig effect op arbeidsparticipatie

De bezuinigingen op de kinderopvang leiden er vooralsnog niet toe dat veel ouders stoppen met werken. Het aantal kinderen in de kinderopvang waarvoor ouders een toeslag krijgen is in het eerste kwartaal van 2012 wel met drie procent gedaald, terwijl er in 2011 nog sprake was van drie procent groei. Ook het aantal gastouders is afgenomen. Opvallend is dat het aantal kinderopvangorganisaties nog steeds toeneemt.

Dit schrijft minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen in de kinderopvang. De cijfers gaan over het eerste kwartaal van 2012. 

In 2011 werkte 70,5 procent van de moeders, in het eerste kwartaal van 2012 was dit 70,8 procent. Alleenstaande moeders zijn iets minder gaan werken: 64,3 procent in het eerste kwartaal van 2012 tegenover 64,6 procent in 2011. Uit de brief van Kamp blijkt verder dat ouders bij kinderdagverblijven gemiddeld 0,6 procent meer betalen dan de uurprijs waarvoor zij kinderopvangtoeslag krijgen. In de buitenschoolse opvang betalen ouders gemiddeld 6,3 procent meer dan de maximum uurprijs die de overheid vergoedt.

Kamp: “Ouders betalen meer voor kinderopvang. Zij denken daardoor beter na of zij echt kinderopvang nodig hebben. Ook kijken ouders eerder naar alternatieven zoals opvang door familie of vrienden. Niet veel ouders kiezen er voor om te stoppen met werken. Het is verstandig te blijven werken, zeker nu het economisch tegen zit.”