Senaat voor beperking toegang ondernemingskamer

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dat de toegang van aandeelhouders van grote naamloze en besloten vennootschappen (NV's en BV's) tot de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam beperkt. Zij moeten straks meer aandelen vertegenwoordigen voor een onderzoek naar de gang van zaken bij een onderneming. De nieuwe regels treden op 1 januari 2013 in werking.

Op dit moment kunnen aandeelhouders naar de rechter stappen als de nominale waarde van hun aandelen ten minste euro 225.000 bedraagt (of als zij 10 procent van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen). Opstelten vindt deze grens voor ondernemingen met een groot aandelenkapitaal te laag. Daarom moeten aandeelhouders voortaan minimaal 1 procent kapitaal vertegenwoordigen als de NV of BV een geplaatst kapitaal heeft van 22,5 miljoen euro of meer. Of hun belang moet een beurswaarde hebben van ten minste 20 miljoen euro. Voor vennootschappen met een lager geplaatst kapitaal verandert er op dit punt niets.

Het enquêterecht is een belangrijk instrument om geschillen in ondernemingen op te lossen. De Ondernemingskamer kan snel en effectief optreden bij geschillen tussen aandeelhouders en problemen tussen aandeelhouders en bestuurders. De rechter kan bijvoorbeeld tijdelijke bestuurders benoemen en besluiten schorsen. Ook kan de NV of BV voortaan - vertegenwoordigd door haar bestuur - zelf een enquête aanvragen vanwege het beleid van de aandeelhoudersvergadering of het gedrag van individuele aandeelhouders.

Daarnaast beperkt het wetsvoorstel het aansprakelijkheidsrisico van onderzoekers en worden onderzoekers, tijdelijke bestuurders en commissarissen die op verzoek van de rechter aan de slag zijn gegaan, niet langer belast met de redelijke kosten van verweer als zij vanwege hun werkzaamheden aansprakelijk worden gesteld.