Crisisorganisatie doeltreffend tijdens Diginotar-crisis

De rijkscrisisorganisatie heeft doeltreffend gefunctioneerd tijdens de Diginotar-crisis van september 2011. Dat was te danken aan goede samenwerking en het doortastende optreden van de belangrijkste functionarissen. Dat concludeert de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ) in de evaluatie van de Diginotar-crisis. Het rapport is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op vrijdag 2 september 2011 wordt duidelijk dat er digitaal is ingebroken bij het bedrijf DigiNotar. Er zijn onmiskenbare signalen dat certificaten, uitgegeven door het bedrijf DigiNotar zijn gecompromitteerd door de inbraak in de bestanden van het bedrijf. Concreet betekent dit dat de gebruiker van (overheids)sites niet langer de garantie heeft dat hij daadwerkelijk op de site van zijn keuze komt. Gebruikers kunnen bij het benaderen van de websites de melding krijgen dat deze websites niet langer betrouwbaar zijn.

De Inspectie VenJ concludeert dat vanaf het begin van de crisis er alert wordt gereageerd. De mogelijke gevolgen van de hack bij DigiNotar zijn snel onderkend. Hoewel in het begin nog geen compleet beeld is van de dreiging, wordt de crisisorganisatie vlot opgeschaald. Hierdoor maak men snel een start met de beheersing van de (dreigende) crisis. Tijdens de DigiNotar-crisis vormt het Operationeel Team het ‘hart van de crisisorganisatie’. Dit team is niet vastgelegd in de planvorming, maar ontstaat tijdens deze crisis ad hoc. Het team treedt doortastend op bij het onderkennen van de crisis, het uitdenken en uitrollen van de strategie en acties als ook de voorbereiding op te nemen besluiten. Er is volgens de IvenJ ook sprake van een vlotte en goed lopende informatievoorziening tussen de verschillende organisatieonderdelen. De juiste informatie is op het juiste moment bij de juiste persoon. Daarnaast stelt de IvenJ vast dat Het Nationaal CrisisCentrum tijdens deze crisis aantoont, zowel inhoudelijk als praktisch de crisisbeheersingsorganisatie goed te kunnen ondersteunen en faciliteren.

De belangrijkste aanbeveling van de Inspectie is dat het ministerie van Veiligheid en Justitie moet blijven investeren in een vaste kernbezetting van de rijkscrisisorganisatie, met deelnemers die door opleiding en oefening over de juiste crisiscompetenties beschikken.