Bleker stelt percentages verplichte mestverwerking vast

Staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de voorlopige percentages vastgesteld voor de verplichte mestverwerking voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Voor 2014 en 2015 worden deze op basis van de op dat moment actuele gegevens definitief gemaakt. Dat schrijft staatssecretaris Bleker mede namens staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede Kamer.

Wetsvoorstel

Per 1 januari 2013 zal een nieuw stelsel in werking treden om een duurzaam evenwicht te realiseren tussen mestproductie en mestafzet. Dit stelsel moet het huidige stelsel van dierrechten (rechten om varkens en pluimvee te houden) gaan vervangen. Hiertoe zal binnenkort een wetsvoorstel tot wijziging van de Meststoffenwet aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Nieuw stelsel

Veehouders mogen straks niet meer mest (in kilogrammen fosfaat) produceren dan ze op eigen grond en via contracten kwijt kunnen. Elke veehouder die meer mest produceert dan hij op eigen grond kwijt kan, wordt verplicht een percentage van de overschotmest te laten verwerken bij een mestverwerker of te exporteren (al dan niet na bewerking). De mest wordt bewerkt tot een product dat geen dierlijke mest meer is, bijvoorbeeld kunstmestvervangers.

Regionale verschillen

Vanwege verschillen tussen gebieden in Nederland waar het gaat om milieudruk en druk op de mestmarkt verschillen ook de mestverwerkingspercentages per regio. Voor de regio-indeling wordt daarbij aangesloten bij de nu onder het stelsel van dierrechten geldende indeling van Nederland in de regio’s Zuid, Oost en Overig.

De voorlopige percentages zijn:

  • Voor de regio Zuid 10% in 2013, 30% in 2014 en 50% in 2015
  • Voor de regio Oost 5% in 2013, 15% in 2014 en 30% in 2015
  • Voor de regio Overig 0% in 2013, 5% in 2014 en 10% in 2015