Registratieplicht werkgevers voor uitlenen arbeidskrachten per 1 juli in werking

Op 1 juli treedt de registratieplicht in werking voor alle werkgevers die arbeidskrachten tegen een vergoeding beschikbaar stellen aan anderen. Met de registratieplicht wil de Nederlandse overheid beter zicht krijgen op de wijze waarop arbeidskrachten te werk worden gesteld. Zo kan fraude beter worden opgespoord. De registratieplicht zorgt voor een betere bescherming van werknemers en het bevordert eerlijke concurrentie. Deze wet heeft consequenties voor iedereen die arbeidskrachten verhuurt (uitleners) en voor iedereen die arbeidskrachten inhuurt (inleners), ook als het maar incidenteel gebeurt.

Uitleners moeten vanaf 1 juli in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel een aantekening hebben opgenomen dat ze arbeidskrachten ter beschikking stellen. Ondernemers die bedrijfsmatig arbeidskrachten ter beschikking stellen, zoals uitzendbureaus, kunnen dit via een wijzigingsformulier doorgeven aan de Kamer van Koophandel. Uitleners die niet-bedrijfsmatig arbeidskrachten ter beschikking stellen kunnen dit telefonisch of per mail doorgeven aan de Kamer van Koophandel in hun regio.

De wet heeft ook consequenties voor iedereen die arbeidskrachten inhuurt. Inleners mogen niet meer gebruik maken van de diensten van uitleners die niet goed geregistreerd staan. Inleners kunnen vanaf medio juli controleren of uitleners goed geregistreerd staan op de website van de Kamer van Koophandel (www.kvk.nl/waadi).

De consequenties van het overtreden van deze wet zijn groot. Uitleners krijgen van de Inspectie SZW een boete van 12.000 euro per werknemer. Ook inleners kunnen deze boete krijgen. Bij een tweede overtreding wordt de boete verhoogd tot 24.000 euro en bij een derde overtreding zelfs 36.000 euro per werknemer.