Toespraak minister Leers bij onthulling Mamedov-monument

Toespraak van minister Leers bij de onthulling van het Mamedov-monument in Oisterwijk op 27 juni 2012. Minister Ibragimov, burgemeester Janssen, mevrouw Doomen , dames en heren... Vraag de gemiddelde Nederlander waar hij aan denkt bij de naam ‘Azerbeidzjan’ en het gros van de mensen zal de schouders ophalen. En van de rest zal een aantal spontaan ‘Eurovisie Songfestival’ roepen.

Want een maand geleden vond dit zangfestijn plaats in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe. Niet dat ons land daar zo geweldig presteerde. Maar als je als land de schijnwerpers van muziekminnend Europa op je gericht weet, dan dringt dat zelfs door tot minimaal een deel van de Nederlanders.

Vraag je hier in Oisterwijk welke associatie ‘Azerbeidzjan’ oproept, dan krijg je waarschijnlijk als antwoord: Mamed Mamedov. Dat is heel verklaarbaar, omdat de in Azerbeidzjan geboren Mamed Mamedov het grootste deel van zijn leven in Oisterwijk woonde. Dat is op zich niet zo bijzonder en het is ook niet de voornaamste reden dat er een monument te zijner ere is opgericht. Het zijn Mamedovs bijzondere levensgeschiedenis en zijn voorbeeldfunctie binnen de Oisterwijkse gemeenschap die er toe hebben geleid dat deze gemeente hem eert met een gedenkteken.

Toen mij werd gevraagd of ik het Mamedov-momument wilde onthullen, heb ik wat informatie over hem laten opdiepen. Al lezende begreep ik al snel dat hij een speciale plek innam in Oisterwijk en het verenigingsleven hier. Mamedov kwam min of meer bij toeval in dit deel van Brabant terecht. Als Russische krijgsgevangene werd hij in het najaar van 1943 hierheen gestuurd om voor de Duitse bezetter te gaan werken.

Kort na de bevrijding werd Medo, zoals hij doorgaans werd genoemd, opgepakt om naar de Sovjet-Unie te worden uitgewezen. Maar Medo had intussen Riet Seebregts leren kennen, zijn aanstaande vrouw. Via Brussel zou hij terugkeren naar zijn vaderland, maar Medo wist te ontsnappen en kwam met twee kameraden lopend terug naar Oisterwijk.

Om een lang verhaal kort te maken: Mamed Mamedov bleef in Oisterwijk, trouwde met Riet Seebregts, kreeg in 1955 de Nederlandse nationaliteit en werd in 1962 vader van Nancy, die hier vandaag aanwezig is. Mamedov maakte zich al snel geliefd en populair bij de Oisterwijkers. Hij werkte in de plaatselijke schoenfabriek, richtte de politiehondenschool ‘Altijd Paraat’ open en trainde tot over zijn zeventigste de pupillen van voetbalclub Nevelo.

Voor alles wat hij voor de gemeenschap deed, werd Mamedov in 1981 benoemd tot ereburger van Oisterwijk. In 1996 ontving hij een koninklijke onderscheiding: hij werd ridder in de Orde van Oranje-Nassau. En nu, ruim negen jaar na zijn overlijden, kent iedereen in deze gemeente zijn naam nog en wordt hij nog steeds gemist. Niet alleen door zijn directe familie, maar ook door de clubleden en andere plaatsgenoten. Dat zegt wel iets over de plek die hij innam in de lokale samenleving.

Zijn levensgeschiedenis is ook in zijn voormalige vaderland niet onopgemerkt gebleven. Een Azerbeidzjaanse filmploeg is, op initiatief en met steun van de ambassade van Azerbeidzjan, naar Oisterwijk gekomen om Mamedovs verhaal in beeld vast te leggen. Zo ontwikkelde zich een goede verstandhouding tussen de Azerbeidzjanen en de Oisterwijkers en ontstond het idee om een monument voor Mamedov op te richten.

Sowieso is de relatie tussen Nederland en Azerbeidzjan uitstekend. Zeker op het terrein waar ik als minister verantwoordelijk voor ben, bestaan er intensieve contacten. Zo werken de Azerbeidzjaanse migratiedienst en de Nederlandse immigratiediensten zeer goed samen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek staan hun Azerbeidzjaanse collega’s bij in het verder ontwikkelen van hun dienst. Daarnaast ondersteunt de Dienst Terugkeer en Vertrek via diverse projecten
Azerbeidzjanen die terugmoeten naar hun land van herkomst. Zij krijgen hulp bij hun reïntegratie, zodat zij in hun vaderland een goede en duurzame toekomst kunnen opbouwen.

Dames en heren,
Ik vind het even bijzonder als eervol dat burgemeester Janssen mij heeft gevraagd het monument officieel te onthullen. Ik heb die uitnodiging graag aangenomen, want Mamed Mamedov was hét voorbeeld van iemand die, komend uit een ver land met een andere cultuur, zich veel moeite getroostte om hier een leven op te bouwen. Zo ontwikkelde hij zich tot een gerespecteerd, gewaardeerd en geliefd lid van de plaatselijke gemeenschap.

Gelukkig geldt voor de meeste immigranten dat zij snel willen integreren in onze samenleving. Door onze taal te leren, door initiatief te tonen en door werk te zoeken. Verhalen als die van Mamed Mamedov horen we te weinig en dat is jammer, want ze zouden het beeld dat over nieuwkomers bestaat kunnen nuanceren. Ook zouden ze een stimulans kunnen zijn voor de groep immigranten die niet wil meedoen. Want, daar moeten we eerlijk over blijven, daar zijn nog steeds zorgen over.

Willen meedoen, moeten meedoen, is de norm. De norm voor toegelaten asielzoekers, maar bijvoorbeeld ook voor immigranten die hier komen voor gezinshereniging. Ik vind dat integratie een opdracht is aan zowel de migranten als de samenleving. Van migranten eisen we dat ze zich inspannen om te integreren in onze maatschappij. En het is aan de samenleving om zich open te stellen voor deze mensen.

Op die manier kan integratie bijdragen aan een veilige, stabiele en aangename samenleving. Een samenleving die kansen biedt, maar ook eisen stelt. Integreren is dus méér dan je aanpassen. Het is wat mij betreft een vorm van actief burgerschap. Oftewel: iedereen in dit land moet meedoen aan de samenleving, de taal leren en een zelfstandig bestaan opbouwen. Alleen zó word je onderdeel van onze maatschappij.

De maatschappij, de samenleving, zijn we met z’n allen en maken we met z’n allen. Ik vind dus niét: iedere migrant is er één te veel. We hebben een open samenleving, die zich vernieuwt en ontwikkelt. Een samenleving die we samen maken. Waarbij voor iedereen geldt: niet je herkomst is bepalend, maar je toekomst. En laat ik heel duidelijk zijn: ik vind het onacceptabel dat mensen worden beoordeeld op grond van hun afkomst, religie of levensovertuiging. Ik wil mensen beoordelen op hun gedrag en wat ze aan de samenleving bijdragen.

Dames en heren,
Ik zou nu graag willen overgaan tot het onthullen van het Mamedov-monument. Dat ga ik doen samen met mijn Azerbeidzjaanse collega, minister Nazim Ibragimov. Mr. Ibragimov, would you please be so kind to step forward, so we can together unveil this monument in memory of Mamed Mamedov?

Intussen dank ik u voor uw aandacht en spreek ik de hoop uit dat dit monument er aan bijdraagt dat Mamed Mamedov, oftewel Medo, nog lang in de hoofden en harten van de Oisterwijkers blijft voortleven.