Rijksbrede aanpak illegaal geld

'Afpakken en Afsluiten', dat is de aanpak die het kabinet voor ogen heeft met een rijksbrede aanpak van illegaal geld. In die aanpak ligt het zwaartepunt op het afpakken van illegaal geld en het afsluiten van mogelijkheden om regels te kunnen overtreden. In 2011 is rijksbreed ruim €4,5 miljard aan illegaal geld afgepakt. Dat schrijft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie mede namens de bewindspersonen van Financiën, SZW, EL&I, VWS en OC&W in een brief aan de Tweede Kamer.

Op verzoek van de Tweede Kamer is voor het eerst beschreven wat de inspanningen zijn die er rijksbreed worden geleverd om illegaal geld terug te dringen en het vertrouwen in een betrouwbaar economisch stelsel te bestendigen. Illegaal geld kan op vele manieren worden verkregen. De aanpak van de overheid kan daarom alleen effectief zijn als er op alle fronten wordt gestreden. Het rijksbrede beleid is erop gericht om illegaal geld af te pakken en daarmee te laten zien en voelen dat het overtreden van regels niet loont. Daarnaast is de inzet erop gericht om de illegale geldstroom te laten opdrogen, onder andere door het aanscherpen van regelgeving en het intensiveren van toezicht. De gelegenheid tot het overtreden van regels moet steeds verder worden beperkt.

Circa 80% van het illegaal geld (aangenomen wordt dat er in Nederland jaarlijks ongeveer €18,5 miljard aan geld wordt witgewassen) is afkomstig van fraude. Fraude is een zeer breed begrip, dat zowel professionele financieel-economische fraude omvat, als ook misbruik, oneigenlijk gebruik en fraude op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies. Het bedrag van €4,5 miljard wordt afgepakt door verschillende instanties op het gebied van sociale verzekeringen, van uitkeringen en van misbruik van voorzieningen in het onderwijsveld (gezamenlijk ca. € 270 miljoen), en ca. € 190 miljoen door de inzet van het strafrecht (waarvan € 44 miljoen afgenomen door het Openbaar Ministerie en ca. € 150 miljoen door andere diensten op basis van de resultaten van strafrechtelijk onderzoek). De Belastingdienst heeft bijna €3,5 miljard nagevorderd en nageheven als gevolg van aangebrachte correcties op de belastingaangifte. Een niet-identificeerbaar deel van dit bedrag is het gevolg van vergissingen, vrijwillige verbeteringen en verschillen van inzicht over de wetstoepassing. Verder werd voor € 635 miljoen aan boetes uitgedeeld.

Om rijksbreed effectief te kunnen optreden tegen dit illegale geld, is een samenhangende aanpak nodig, gecombineerd met het versterken van de informatie-uitwisseling. In het kader hiervan wordt de Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV) ontwikkeld. De planning is dat de iCOV per 1 januari 2013 operationeel is. Dit samenwerkingsverband van Belastingdienst, FIOD, OM, politie en FIU heeft tot doel door informatiedeling (onverklaarbare) vermogensbestanddelen in kaart te brengen en witwas- en fraudeconstructies bloot te leggen zodat crimineel of onverklaarbaar vermogen wordt getraceerd en afgenomen, belastingontduiking wordt tegengegaan dan wel bepaalde overheidsvorderingen alsnog worden geïnd (incassobox functie). In een volgende fase kunnen andere overheidspartijen aansluiten en voor een later moment wordt ook gedacht aan het betrekken van semi-publieke en private partijen.

In het kader van de versterking van de aanpak van financieel-economische criminaliteit wordt ook naar de verruiming van bevoegdheden en sancties gekeken. In verband daarmee is recentelijk een wetsvoorstel verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit voor advies naar onder andere het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak verzonden. Op basis van dit wetsvoorstel kunnen bedrijven die de fout in gaan straks een geldboete krijgen van ten hoogste tien procent van hun jaaromzet. Het wetsvoorstel bevat ook hogere straffen voor witwassen en corruptie, en wordt misbruik van gemeenschapsgeld strafbaar gesteld. Verder beoogt dit voorstel dat daders van economische delicten die bij herhaling de wet overtreden een zwaardere straf tegemoet kunnen zien. Het wetsvoorstel beoogt de strafmaat voor witwassen te verhogen van 4 naar 6 jaar gevangenisstraf. Daarnaast bevat het voorstel een nieuwe gekwalificeerde vorm van witwassen. Dit betreft de gevallen waarbij personen hun beroep misbruiken om witwashandelingen te verrichten (zoals belastingadviseurs, advocaten en bankiers).