De starter op de Amsterdamse woningmarkt

In dit onderzoek is de positie van de starter op de Amsterdamse woningmarkt onder de loep genomen. Daarbij is gekeken naar de algemene problemen op de woningmarkt, de huidige beleidsmaatregelen, en hoe dit uitpakt voor de starter in Amsterdam:

  • de bevolking in Amsterdam stijgt de laatste jaren hard. Het aandeel migratie hierin is ook toegenomen. Dit heeft te maken met de agglomeratievoordelen van Amsterdam, het opzoeken van een veilige haven in deze turbulente tijden. Amsterdam is vooral een stad met veel alleenstaanden en jongeren (veelal studenten) en fungeert als roltrap (instroom jongeren/uitstroom gezinnen). Starters op de Amsterdamse woningmarkt vervullen een essentiële rol in de verversing van de stad (accumuleren van kennis);
  • veel van de problemen op (Amsterdamse) woningmarkt clusteren zich op de huurmarkt. De huurregulering is een impliciete woonsubsidie. De huursector werkt daardoor als één groot (regionaal, inkomens) herverdelingsmechanisme. De manier van toewijzing via wachtlijsten en de brede definitie van ‘sociale’ huur werken speculatie in de hand. Zittende huurders blijven zitten en belemmeren toetreders. Particuliere huur (middensegment) en koop bieden geen alternatief. Er is weinig doorstroming naar deze markten;
  • de Amsterdamse koopmarkt is relatief klein, maar groeit desondanks gestaag. De verkoop van sociale huurwoningen door de woningcorporaties is een factor van betekenis;
  • in Amsterdam is er gekozen voor werken. Er is woongrond beschikbaar, maar er wordt ook veel grond gebruikt voor haven, kantoren. Het woonbeleid is intrinsiek gerelateerd aan arbeidsmarktbeleid. Het woonbeleid zou ook vanuit arbeidsmarktperspectief moeten worden bezien en geherdefinieerd.