Marine ruimt mijn op vaarroute Westerschelde

Een mijnenjager van de Koninklijke Marine heeft vanochtend in de Wielingen, de zeer druk bevaren westelijke hoofdgeul naar de Westerschelde, een zware zeemijn tot ontploffing gebracht. Deze vormde een direct gevaar voor de scheepvaart.

Gisteravond kwam bij de marine het bericht binnen dat een visserskotter een mijnachtig object had opgevist en weer overboord had geplaatst. De mijnenjager Hr. Ms. Willemstad zette direct koers naar de locatie, om het explosief op te sporen. Met de sonar werd deze vanochtend gevonden en geïdentificeerd. Het betrof een Duitse invloedsmijn van het type GC, een van de beruchtste mijnen van uit de Tweede Wereldoorlog.

“Deze mijn is niet alleen voorzien van een akoestische en magnetische ontsteking, maar ook van boobytraps. Dus een direct gevaar voor de scheepvaart in deze drukbevaren route”, legt de commandant, luitenant-ter-zee 1 Michel Woltman, uit. Marineduikers hebben na identificatie een explosieve lading op de mijn geplaatst, waarna deze gecontroleerd tot ontploffing is gebracht. Vanaf maandag gaat Hr. Ms. Willemstad met het mijnenbestrijdingflottielje van de NAVO op mijnen jagen op de Noordzee.

Mijnenvrij

Hoofdtaak van mijnenjagers is het mijnenvrij houden van de zee, kustwateren en havenmondingen, zowel in missiegebieden als op de Noordzee. Wekelijks treffen vissers daar nog mijnen aan uit de Tweede Wereldoorlog. Dat deze na ruim een halve eeuw nog steeds levensgevaarlijk zijn, bleek op 6 april 2005. 3 opvarenden van de Nederlandse visserskotter OD-1 kwamen die dag om het leven, toen een opgeviste vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog op het dek ontplofte. Na dit incident startte de marine operatie Beneficial Cooperation. De jacht op oude explosieven werd in samenwerking met de Belgische zeemacht verhevigd. Ook de Nederlandse visserij werkt actief mee door opgeviste explosieven te markeren en te rapporteren aan de kustwacht. Mijnenjagers van de marine maken het explosief vervolgens onschadelijk.