Opening Politieacademisch jaar 2012-2013

Toespraak door minister Opstelten tgv opening Politieacademisch jaar 2012-2013. Apeldoorn, Concernlocatie, 3 september 2012. (gesproken woord geldt)

Dames en heren, 

Het grote moment is bijna aangebroken. Na een boeiend programma, met bijzonder inspirerende inleidingen en discussies, is nu aan mij, Minister van Veiligheid & Justitie, de eervolle taak om het Politieacademisch jaar officieel te openen. Maar voordat ik dit ga doen, wil ik graag nog het woord tot u richten.

Begin september vorig jaar, velen van u zullen zich dat nog wel herinneren, stond ik hier ook. In dat ene jaar is er op het terrein van de politie ontzettend veel gebeurd en keihard gewerkt – uiteindelijk culminerend in het aannemen van de nieuwe Politiewet door de Eerste Kamer, in juli van dit jaar. Op 1 januari 2013 is de Nationale Politie een feit! Een fantastisch resultaat! 

Maar – en dat zeg ik er maar direct bij: 1 januari 2013 is nog maar het begin. De komende twee jaar zullen we met z’n allen nog hard bezig zijn om de politie echt om te vormen tot dat ene, landelijke Korps. Een uitdagende klus voor u allen – en niet in de laatste plaats voor de toekomstige korpsleiding. Een forse klus ook, die de permanente steun en het voortdurende vertrouwen vraagt van alle partijen!

Ik weet zeker dat u allen zeer gemotiveerd bent, om die klus tot een goed einde te brengen. Tenslotte hebben we er allemaal veel bij te winnen. Het belangrijkste doel om te komen tot één politie-organisatie, laten we dat niet vergeten, is Nederland veiliger maken. En ik ben er stellig van overtuigd dat we dat veiliger Nederland ook daadwerkelijk gaan realiseren. Concreet houdt dat in dat we duidelijke, voor iedereen merkbare resultaten moeten laten zien – zowel op de korte termijn als de langere. Dat is geen gemakkelijke taak, want u weet vele ogen op u gericht. Welbeschouwd heeft de politie wel 16 miljoen stakeholders, zoals dat tegenwoordig in jargon heet. U begrijpt, ik kan uiteraard niet bij elke individuele stakeholder stilstaan. Ik zal me daarom beperken tot drie belangrijke doelgroepen: de burgers, de dienders zelf en het gezag. 

Het staat voor mij als een paal boven water dat de burger de belangrijkste doelgroep is. De politie is er tenslotte voor de burger – voor de goedwillende burger, wel te verstaan. De criminele burger kan weliswaar op grote belangsteling van de politie rekenen, maar het is de vraag of die daar zo op zit te wachten. 

Wat gaat die burger nu concreet merken van de Nationale Politie? Allereerst denk ik: betere bereikbaarheid en een betere dienstverlening. De burger moet zeven dagen in de week, 24 uur per dag, op de politie kunnen rekenen!

Neem het aangifteproces. U weet, de Inspectie voor de politie doet daar op dit moment onderzoek naar. Maar we hebben wel een idee wat er in dat rapport zal komen te staan. Over wat er schort aan dat aangifteproces heb ik zelf al vaak genoeg iets gezegd - ook in de Tweede Kamer. Er zijn momenteel nog grote verschillen tussen de huidige korpsen. Te grote verschillen, in mijn ogen. Dat moet dus anders. En beter. De burger moet 24 uur per dag, wáár dan ook, aangifte kunnen doen. Iemand die er in Amsterdam achter komt dat zijn portemonnee tijdens een weekendje Maastricht is gerold, moet in Amsterdam aangifte kunnen doen. En niet helemaal terug naar het zuiden des lands. We werken dan ook aan een uniform aangifteproces voor de politie – eenvoudig en klantvriendelijk - dat overal in het land hetzelfde is. Elke burger die met de politie belt om aangifte te doen, wordt straks “op maat” geholpen: in sommige gevallen kan de aangifte telefonisch plaatsvinden, in andere gevallen beter via internet, op het politiebureau, of bij de burger thuis. Ook komt er een Landelijk Aangiftevolgsysteem. Plus we gaan landelijk goede afspraken maken hoe de politie burgers die slachtoffer zijn geworden van ingrijpende delicten, zoals een overval of geweld, op de hoogte gaat houden van de afwikkeling van het onderzoek.

Verder zal de burger merken dat de politie efficiënter en effectiever gaat opereren! Daar zal iedereen de vruchten van gaan plukken. De resultaten op belangrijke prioriteiten als de aanpak van overvallen, straatroof, woninginbraken en geweld, die nu al te zien zijn, zullen nog beter worden. Burgers, maar ook ondernemers, zullen merken dat Nederland aantoonbaar veiliger wordt! 

Ook voor de dienders zelf, brengt de Nationale Politie tal van voordelen met zich mee. We grijpen dit historische moment aan, om onze agenten op straat, maar ook bij de recherche, op het bureau, of in de backoffice, optimaal toe te rusten voor hun vaak lastige werk. Als geen ander weet u, zoals u hier vandaag bijeen bent, dat er op dat punt bij de politie nog veel winst kan worden geboekt. De komst van de Nationale Politie is in mijn ogen dan ook het momentum om dit eens goed aan te pakken: het is nu of nooit!

Concreet: u weet dat we druk bezig zijn met het schrappen van allerlei overbodige en hinderlijke administratieve lasten. Ik vind: als diender behoort u het echte politiewerk te doen. U moet niet bezig zijn papieren rompslomp te creëren waar dat niet nodig is. De tijd die u daarmee wint, komt geheel ten goede aan een betere operationele inzet. 

Met de komst van de Nationale Politie gaan we procedures en werkmethoden nu landelijk uniform maken en zo efficiënt mogelijk inrichten. U krijgt heldere regels en u krijgt het vertrouwen om daarbinnen uw eigen, professionele afwegingen te maken. Uw vakmanschap staat centraal in de nieuwe werkwijze. 

Ik zou hier graag nog méér over vertellen, maar gelet op de tijd volsta ik met een oproep: komt allen naar de themadag over dit boeiende onderwerp, op 12 september aanstaande in Zeist! 

Er is nog één belangrijk onderwerp dat de diender rechtstreeks aangaat en dat ik hier dan ook graag speciaal onder uw aandacht wil brengen. En dat is weerbaarheid. Een goede weerbaarheid is voor politiemensen van cruciaal belang. Vooral voor de dienders in de frontlinie, die hun werk vaak onder moeilijke omstandigheden moeten doen. Ik hoef hier maar te refereren aan recente incidenten, zoals in Noordwijk en Rotterdam – en eerder dit jaar onder meer in Delft, Dordrecht en Den Haag. Of het nu gaat om politieagenten, brandweerlieden, ambulancepersoneel of andere: geweld tegen hulpverleners – verbaal of fysiek - is onacceptabel! Dat moet afgelopen zijn. Van onze mensen blijf je af! Ik sta pal vóór mijn dienders. Dat betekent onder meer: veel aandacht in het politieonderwijs voor het vergroten en onderhouden van de weerbaarheid. Als Politieacademie speelt u daarbij een essentiële rol. Eind 2014 hebben alle dienders in de frontlinie de training mentale kracht gevolgd! 

Dan de derde en laatste doelgroep die ik er hier uit wil lichten: het gezag: de burgemeester en de officier van justitie. De politie werkt in opdracht van het gezag. Dat was zo en dat blijft zo, ook na de komst van de Nationale Politie. Sterker: we grijpen de Nationale Politie aan, om de lokale verankering van het gezag nog te versterken. Een sterke verbinding met het lokale veiligheidsbeleid is in mijn ogen essentieel – juist ook voor een politie die landelijk is georganiseerd. De wensen van de gemeenteraad vormen de basis voor het politiewerk. Een cruciale factor daarbij is de driehoek. Als die goed functioneert, is de aansluiting met het lokale bestuur én het OM optimaal. 

Dames en heren, ik heb een korte Tour de horizon gemaakt langs drie belangrijke doelgroepen. En er zijn, ik zei het al, nog veel meer doelgroepen, partners en stakeholders – alle met hun eigen wensen en behoeften. Wensen en behoeften die niet noodzakelijkerwijs overeen hoeven te komen, of te verenigen zijn. En toch zullen we dat moeten doen. Tenslotte kan de politie alleen dan optimaal functioneren, als we alle doelgroepen, binnenboord houden. Tegelijkertijd verschillende doelgroepen zo goed mogelijk bedienen vereist een belangrijke kwaliteit: het vermogen om te verbinden. Er is immers een permanent draagvlak nodig; verslapping op dit front kan fataal zijn. Kortom: een stevige uitdaging. Niet alleen voor de toekomstige korpsleiding, maar ook voor mij, als verantwoordelijk minister. Maar dit is waar ik voor sta. En waar u mij dan ook altijd op kunt aanspreken! 

Met de vorming van de Nationale Politie gaan we een groot werk aan – een mega-uitdaging, die in mijn ogen alleen kan slagen als we aan twee essentiële zaken voldoende aandacht besteden: cultuur en leiderschap.

Allereerst de cultuur. De grote veranderingen waar we met z’n allen voor staan, vragen een essentiële verandering in de cultuur bij de politie. Werken als één korps betekent een radicale breuk met het verleden. Eenheid moet de grondhouding worden van elke diender en elke leidinggevende. We vormen één korps, met één missie en we dienen allemaal één-en-hetzelfde doel: Nederland veiliger maken. 

Goed leiderschap is bij al deze veranderingen van groot belang. Veranderingen komen immers niet vanzelf tot stand. Daar heb je de juiste leiders voor nodig. En die zullen er op 1 januari 2013 dan ook staan! Het leiderschap dat bij onze nieuwe polititieorganisatie hoort, wordt gekenmerkt door vertrouwen. Geen verantwoordingscultuur meer, maar georganiseerd vertrouwen. Vertrouwen in het vakmanschap van de diender, die contextgericht werkt. Dat betekent dat je als leidinggevende duidelijke prioriteiten stelt, dat je bij het samenstellen van teams goed kijkt welke kwaliteiten van mensen je daarvoor nodig hebt. En ook, heel belangrijk dat je daar, in opleidingen en loopbaanbeleid, goed rekening mee houdt. 

Dames en heren, dit nieuwe Politieacademisch jaar staat – dat zal u niet verbazen – in het teken van verandering. U staat voor een aantal grote uitdagingen: het opleiden van nieuwe agenten en nieuwe leidinggevenden voor wie alle thema’s die hier vandaag aan de orde zijn gekomen geen “omslag” meer betekenen, maar gewoon de staande werkwijze. Zo gaan we het als politie doen!

Als Politieacademie draagt u als geen ander bij aan enkele essentiële randvoorwaarden voor het welslagen van de Nationale Politie:

  • de ontwikkeling van goed, modern leiderschap
  • de transitie van management naar operationeel leiderschap
  • belangrijke noties als professionaliteit en professionele ruimte
  • en – niet in de laatste plaats – de cultuur binnen de politie. 

En de Politieacademie draagt niet alleen bij aan veranderingen, uw academie verandert zelf óók. De wetgeving rond het politieonderwijs gaat op de schop en bijgevolg de organisatie van de Politieacademie zelf ook. Dit alles om een optimale aansluiting te kunnen garanderen tussen de Politieacademie en de politie, tussen onderwijs en de praktijk. En zoals zo vaak, gaat tijdens de verbouwing de verkoop gewoon door. Dat maakt uw taak extra lastig, maar ik ben ervan overtuigd dat u, zoals het een onderwijsinstelling betaamt, met vlag en wimpel zult slagen! 

Ik hoop van harte dat het politieacademisch jaar 2012-2013 een sprankelend jaar mag worden, dat gekenmerkt wordt door een goede, vruchtbare samenwerking met de buitenwereld! Ik wens u allen hierbij veel succes en verklaar bij dezen het nieuwe Politieacademisch jaar voor geopend!