Veenkoloniën vitaal zonder extra steun Brussel

De Groningse en Drentse Veenkoloniën krijgen een financiële injectie voor innovatie zodat de landbouw in de toekomst zonder extra steun uit Brussel kan en verder verduurzaamt. Staatsecretaris Henk Bleker heeft in totaal €5 miljoen voor 2012 en 2013 toegezegd zodat de regio direct kan beginnen met het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën.

Ondernemen op eigen kracht

De veranderingen in het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid van de Europese Unie betekenen fors minder steun voor de Veenkoloniale akkerbouwers. De regio wil in de toekomst ondernemen op eigen kracht. Onder leiding van prof. Rabbinge, emeritus hoogleraar voedselzekerheid en duurzaamheid aan Wageningen Universiteit, hebben vertegenwoordigers van LTO-Noord, Avebe en ANOG met de regionale overheden een innovatieprogramma opgesteld met concrete projecten en acties. Partijen willen direct aan de slag met de uitvoering. Bleker ondersteunt dit en stelt in totaal voor 2012 en 2013 €5 miljoen beschikbaar.

Onvermijdelijke transitie

Het programma stimuleert vergroening en ondernemerschap. Door o.a. opbrengstverhoging, het benutten van restproducten en het ontwikkelen van nieuwe producten door de industrie. Een voorbeeld is het project Potato Power van AVEBE om energie te winnen uit reststromen die vrijkomen bij de productie van zetmeel. ’Het geld is bedoeld om de noodzakelijke en onvermijdelijke transitie te bewerkstelligen, voor boeren die willen innoveren en niet om boeren te blijven ondersteunen die denken dat het wel overwaait,’ aldus staatssecretaris Henk Bleker. Het kabinet zet zich er in de nu lopende onderhandelingen over het Europese Landbouwbeleid voor in dat innovatie, verduurzaming en versterking van de concurrentiekracht gestimuleerd kunnen worden. Het innovatieprogramma start direct en loopt tot 2020.

Gedeputeerde Wiebe van der Ploeg, namens de Stuurgroep Agenda Veenkoloniën is blij over de toezegging van de staatssecretaris. ‘Met dit innovatieprogramma slaan de Veenkoloniën nieuwe weg in met een duurzaam toekomstperspectief. Dat past bij onze wens om koploper te worden in duurzame landbouw.’