Speech Gerard van der Wulp op Aruba Prinsjesdag 2012

Dames en Heren,

Welkom op de ‘Prinsjesdagontvangst’ van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

U zult zich wellicht afvragen: waarom ineens een borrel ter gelegenheid van Prinsjesdag? Het antwoord is: dat is een traditie. Maar tot nu toe was het alleen een traditie op Curaçao, het eiland waar destijds de regering van de Nederlandse Antillen gevestigd was. Maar sinds 10-10-10 zijn de verhoudingen veranderd. Net als Aruba zijn nu ook Curaçao en St Maarten autonome landen binnen het Koninkrijk. En ik ben vertegenwoordiger van Nederland in alle drie die landen. Dus heb ik besloten de ontvangst ter ere van Prinsjesdag beurtelings in alle drie die landen te houden. Vandaar dat we hier nu voor het eerst in Aruba staan.

Graag wil ik u allen allereerst namens de medewerkers van de Nederlandse Vertegenwoordiging (in Aruba) bedanken voor de samenwerking in het afgelopen jaar. Niet alleen op bestuurlijk niveau, niet alleen met de overheidsorganisaties, maar ook de private sector, NGO’s en organisaties die ons ondersteunen bij de dagelijkse werkzaamheden van de Vertegenwoordiging. Wij kijken uit naar een voortzetting van die goede samenwerking.

Ik ben ruim een jaar geleden aangetreden als Vertegenwoordiger van Nederland. En ik kan u vertellen dat ik bij mijn toespraak ter gelegenheid van de ‘Prinsjesdagontvangst’ vorig jaar in Curaçao niet had voorzien dat het zo’n bewogen jaar zou worden. Maar daarover later meer!

Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, is de dag waarop jaarlijks in Nederland de begroting voor het volgende jaar wordt gepresenteerd. Het is de dag van de Gouden Koets, de Koninklijke Familie, de Troonrede en de dameshoedjes. Maar het is bovenal de dag van het koffertje van de Minister van Financiën met daarin de Rijksbegroting.

De op zich stevige economie van Nederland staat nu al enkele jaren onder grote druk van de wereldcrisis. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de Rijksbegroting. 18 miljard euro bezuinigen bij de start van het kabinet Rutte, en nog eens 14 miljard er bovenop. Nederland houdt zich daarmee aan internationale afspraken, met name binnen Europa. Internationale samenwerking is altijd goed geweest voor de Nederlandse economie, die een van de grootste ter wereld is. Maar die samenwerking houdt ook verplichtingen in. Zoals het nakomen van je afspraken, ook als de gevolgen voor je land en bevolking behoorlijk pijnlijk zijn. Nederland komt die afspraken na, blijkt uit de vandaag gepresenteerde begroting.

En ook op ander niveau komt Nederland z’n afspraken na. Op vrijwel alles wordt bezuinigd, maar niet op wat afgesproken is tussen de landen van het Koninkrijk. Hoewel de samenwerkingsgelden voor Curaçao en St Maarten worden afgebouwd, worden de Nederlandse verplichtingen tot de laatste euro nagekomen. Dat zelfde geldt voor Fondo Desaryo Aruba (FDA). En ook voor de komende jaren blijft Nederland ruim meebetalen aan veiligheid en rechtszekerheid hier. Voor zaken als Kustwacht, Recherche Samenwerkings Team en ondersteuning rechterlijke macht wordt komend jaar weer > 63 mln uitgetrokken.

Dames en heren, zoals ik al zei: het is een bewogen jaar geweest. Hier wil ik graag even bij stil staan. In de afgelopen 12 maanden zijn van de 4 regeringen binnen het Koninkrijk er 3 gevallen. Aruba is hier duidelijk de uitzondering. Sint Maarten vormde binnen enkele dagen een nieuwe regering, terwijl in Nederland en Curaçao nieuwe verkiezingen werden uitgeschreven. Dat geeft het risico van stagnatie, die we ons gezien de nijpende omstandigheden helemaal niet kunnen permitteren. Het is daarom dat het Nederlandse parlement nog vooruitlopend op de kabinetsformatie het demissionaire kabinet opdracht heeft gegeven tot een ingrijpend ombuigingspakket. Ik vind dat Curaçao, dat in dezelfde omstandigheden verkeert, hetzelfde zou moeten doen. Nu het kabinet demissionair is, zouden de Staten hun verantwoordelijkheid voor het staatshuishoudboekje kunnen nemen.

Ik heb nog een opmerking over Curaçao. Twee regeringspartijen daar herhalen steeds dat Nederland Curaçao zou willen ‘onderdrukken’, om zo te kunnen profiteren van de rijke olievoorraden die er zouden zijn. Dat is echt onjuist. ALS die olievoorraden er zijn, dan gunt Nederland de opbrengsten daarvan van harte aan de autonome landen hier.

De problemen in de Koninkrijkslanden hebben veel gemeenschappelijks. Nederland moet meer bezuinigen dan ooit. Curaçao geeft veel meer geld uit dan er binnenkomt. St. Maarten moet een nieuw landsapparaat opbouwen en moet z’n uiterste best doen om de eindjes aan elkaar te knopen. En Aruba heeft te maken met een oplopende staatsschuld en de sluiting van Valero.

Kortom, er liggen grote uitdagingen. Wat betreft Aruba staat daar tegenover dat er een enorme samenwerkingsbereidheid is binnen het Koninkrijk, waarmee Aruba zich – ook in de beeldvorming in Nederland – in toenemende mate positief onderscheidt.

En daar kan ik dan mee besluiten, met een positieve noot in dit verder vrij sombere verhaal. In 2013 begint de viering van 200 jaar Koninkrijk. Daar kijken wij vanuit Nederland van harte naar uit.

We zijn hier op “One Happy Island”. Alleen al de omgeving en de mensen hier prikkelen je om positief te zijn, en positief te kijken naar de toekomst. Laten we daar samen op bouwen, en werken aan “One Happy Kingdom”!