Persconferentie Miljoenennota 2013 | 18-09-2012

Tijdens de persconferentie op Prinsjesdag geeft minister De Jager een toelichting op de Miljoenennota 2013.

MINISTER DE JAGER: Welkom op deze persconferentie over Prinsjesdag.
Ik ga even door een aantal van de hoofdlijnen heen van de Miljoenennota.
Allereerst de hoofdlijnen. Nederland is nog steeds welvarend maar we zijn wel hard geraakt door de crisis.
We hebben het nog altijd beter dan de meeste mensen in de wereld.
Nederland staat in de top vijf van de meest concurrerende economieën.
Het World Economic Forum gaf dat pas nog eens aan.
Dat was een stijging van de zevende naar de vijfde plek.
We zijn ook de vijfde exporteur.
We zijn de zevende buitenlandse investeerder in de wereld.
We zijn derde in de Human Development Index van de Verenigde Naties.
Die kijkt naar gezondheid, onderwijsniveau, inkomen dus ook meer het welzijnsaspect is ook heel goed.
Maar de gevoelstemperatuur ligt toch een stuk lager en de zorgen begrijp ik ook goed, want die zijn ook wel terecht want we hebben grote klappen gezien in 2008 huizenprijzen met 15 procent gedaald werkloosheid met meer dan 2 procent gestegen sinds 2008, nu zo'n 6 procent.
En de overheidsfinanciën zijn natuurlijk in 2009 heel sterk verslechterd.
Opkomende economieën, zoals China, Brazilië, India, groeien nog wel maar de Verenigde Staten vertragen. Europa heeft het heel moeilijk zoals bekend, afnemende groei, hoge werkloosheid in heel Europa.
Grote verschillen overigens zijn er wel. Duitsland groeit nog duidelijk 0,7 procent dit jaar, in 2012.
In dit jaar zijn wij juist gekrompen en Spanje is bijvoorbeeld heel fors gekrompen wij een half procent, Spanje is 1,8 procent gekrompen.
Nou, er is beperkt herstel in zicht, maar we zien ook grote onzekerheden.
Lichte groei volgend jaar, dat is op zich positief maar het is niet genoeg, nu nog niet om de werkloosheid ook echt sterk te laten dalen.
Verder zal de schuldafbouw van de overheid noodzakelijk zijn en dat betekent dat dat gezamenlijk met het herstel in de financiële sector die twee, schuldafbouw overheden, herstel van de financiële sector ook de komende jaren het groeitempo zal laten dalen.
Het dempt de groei in de komende jaren, zowel in Nederland, maar ook wereldwijd.
Wereldwijd zien we, zeker ook in Europa maar ook in de Verenigde Staten, Japan en dergelijke dat de overheden hun schuld moeten gaan afbouwen dat banken meer kapitaal moeten gaan krijgen, meer vet op de botten en dat zal de komende jaren de groei dempen.
Maar er is wel sprake, interessant, van groei kom ik straks nog even op, in Nederland.
Dan zie je dus dat, wat je weleens hebt gehoord de afgelopen maanden of de afgelopen paar jaar van de economie kapotbezuinigen daar is echt geen sprake van, want ondanks het grootste pakket ooit dat we van het ene op het andere jaar hebben gehad in Nederland zowel procentueel in bbp als in absolute euro's of vertaald van guldens in euro's, hebben we nog nooit in één jaar zo veel tekortreducerende maatregelen genomen.
En toch wordt de groei niet heel erg zwaar daardoor geraakt.
We hebben volgend jaar nog steeds groei.
Maar je ziet wel op langere termijn natuurlijk ook een demping door bijvoorbeeld de vergrijzing komen.
Nou, dat is belangrijk dus, ik heb het ook in de toespraak net gezegd dat we naar een schokbestendige en veerkrachtige economie gaan.
Nederland werkt hard om die schuldencrisis te beteugelen beperkt risico op schok vanuit Europa.
Absolute zekerheid over Europa en de rest van de wereld kun je natuurlijk niet geven en dat betekent dat we de economie veerkrachtig moeten maken zodat die ook een klap weer eventueel kan krijgen als we zorgen voor veerkracht in de economie de financiële sector, het bedrijfsleven, huishoudens dus dat je tegenvallers kan opvangen.
En dat geldt ook voor de overheid en dat betekent ook dat de overheidsfinanciën sterk genoeg moeten zijn om eventuele toekomstige schokken op te kunnen vangen.
Nou, en dat betekent dus dat het tekort omlaag moet dat hervormingen noodzakelijk zijn en dat de schuld ook omlaag moet.
De kerncijfers voor 2013. Groei is dus positief driekwart procent toch nog steeds ondanks dat hele grote pakket aan maatregelen.
Maar het is nog beperkt, het is mooi dat we in de plus zitten maar het is niet genoeg voor het hoge uitgavenpeil.
En hoe komt dat? Ik zei het ook in de toespraak: ons uitgavenpeil is gebaseerd op groeiverwachtingen die nog vanuit het jaar 2000 meegaan.
Dus groeicijfers van rond het jaar 2000, daarop zijn heel veel maatregelen de sociale zekerheid, het zorgstelsel die zijn gebaseerd op dat niveau met de forse groei.
En dat is natuurlijk, de afgelopen jaren hebben we gezien dat we rekening moeten houden met een veel lager groeiniveau en dat we zelfs krimp hebben gehad.

(De minister drinkt wat water.)

Het tekort is 2,7 procent in de raming van het Centraal Planbureau op basis van deze Miljoenennota en ook de raming van het ministerie van Financiën.
Dat betekent dat we duidelijk ruim onder de 3 procent zitten.
Dat is op zich positief, want bij het Lenteakkoord gingen we nog uit van 3 procent of 2,9 procent.
2,7 procent is goed, maar het is natuurlijk nog niet voldoende want we moeten, het is een pad op weg naar begrotingsevenwicht dus we moeten ook gewoon ruimschoots onder de 3 gaan zitten.
Dat is ook een goede zaak.
Daarna moeten we verder gaan werken om dat tekort, of een nieuw kabinet om dat tekort weg te gaan werken.
Brussel kijkt naar het tekort, en wij zelf ook de markten ook, van de hele collectieve sector.
Er wordt weleens ingezoomd alsof het tekort alleen een tekort van de Rijksoverheid is.
Maar we hebben juist gezien in een aantal landen, zoals in Spanje dat regionale overheden voor grote problemen kunnen zorgen.
En ook ons tekort is voor een substantieel deel toe te schrijven aan het tekort bij de lokale overheden.
Dat was de afgelopen jaren lang niet altijd zo vaak was er daar evenwicht, maar nu zien we een tekort van 0,5 procent en het Rijk heeft een tekort van 2,2 procent dus samen is dat die 2,7 procent.
Schuld is een aandachtspunt, blijft de komende jaren nog stijgen omdat we nog een tekort hebben.
En dat betekent, als je dat omrekent per huishouden in 2013 is dat 27.000 euro per persoon en per huishouden van zo'n vier personen is dat zo'n 100.000 euro.
Tekort werkt direct door in een hogere schuld dus het wegwerken van het tekort blijft echt noodzakelijk.
Dan de rentelasten: 10,1 miljard euro.
We hebben een hele lage rente op dit moment, een historisch lage rente maar doordat de schuld hoger is, zie je toch behoorlijke rentelasten.
Dit is twee keer zo veel als we in een heel jaar uitgeven aan alle politiekosten in Nederland.
Als we 1 procent meer rente zouden betalen, is dat al gelijk over de hele staatsschuld ruim 4 miljard euro.
Dus het gaat om forse bedragen die je dan meer zou moeten betalen.
En dat is geeneens zo onlogisch want je hoeft maar naar onze zuiderburen te kijken of je ziet dat die al toch bijna zo'n procent meer betalen.

(Er verschijnt een grafiek.)

We moeten rekening houden de komende jaren met een nieuwe werkelijkheid.
Ik heb een ander jaar, vorig jaar, heb ik of het jaar daarvoor, twee jaar geleden twee jaar geleden op Prinsjesdag heb ik dezelfde soort grafiek laten zien maar dat was dan de grafiek die zo doorliep.
Het Centraal Planbureau had toen net berekend dat de recessie van 2009 structureel verlies betekende voor de economie dus dat de economie altijd kleiner was dan dat die anders zou zijn geweest en dat die parallel zo verder zou lopen en niet dichterbij zou komen.
Maar nu zien we een nieuwe knik vanwege begin 2012, eind 2011 een nieuwe recessie.
Die was tijdelijk, lijkt het, want nu groeien we weer maar toch betekent dat dus weer zo'n knik waardoor we een nog groter verschil hebben van het oorspronkelijke groeipad.
Nou, dat overheidstekort, dat loopt wel terug want we zien natuurlijk op basis hiervan lopen de inkomsten sterk terug van de overheid, want dit is de economie.
De inkomsten zijn gerelateerd aan die economie dus het is logisch dat als de economie kleiner wordt nemen de inkomsten af, dus dan zul je moeten bezuinigen aan je uitgavenkant want je hebt gewoon te veel uitgaven voor je economie.
In de tussentijd moet je dat soms doen met lastenverzwaringen omdat je geen tijd hebt om dat in één keer met bezuinigingen te doen want bezuinigingen kosten een paar jaar.
Maar dit is het verschil dat je dus uiteindelijk zal overbruggen.
Dat is ons de laatste paar jaar ook redelijk goed gelukt.
We hebben het tekort in een paar jaar tijd ongeveer gehalveerd door maatregelen te nemen.
De 18 miljard euro is hierin verwerkt en in 2013 ook vooral het Lenteakkoord want anders zouden we een fors stuk hoger uit zijn gekomen.
Dat kun je hierin zien.
September 2011, vorig jaar de Miljoenennota leek het tekort in 2011 uit te komen op 2,5 procent, ruim onder de 3 procent en ook binnen de veiligheidsmarge die we als kabinet hadden afgesproken.
Er was nog geen vuiltje aan de lucht, leek het op dat moment.
Echter, een paar maanden later zaten we in een tijdelijke nieuwe dip.
Dat betekent dat we in maart een nieuwe raming kregen door terugvallende inkomsten door die tegenvallende economie van ineens 4,6 procent, een enorme verslechtering gaf het Centraal Planbureau ineens weer.
Nou, dat deed ineens alle alarmbellen rinkelen.
Jullie weten het nog, jullie lagen er iedere keer, geloof ik, iedere dag voor zelfs de publieke omroep had een enorm bouwwerk begreep ik ook, bij het Catshuis neergelegd.
Daar moesten maatregelen voor komen, dus het Catshuis moest gaan praten de twee partijen van de coalitie met de gedoogpartner om dit tekort weer terug te brengen onder de afspraak.
Maar dat was ook afgesproken in het regeer- en gedoogakkoord.
Helaas, jullie kennen de geschiedenis, vielen die Catshuisbesprekingen.
Toen hebben we dus een begrotingsakkoord moeten sluiten in de Tweede Kamer met vijf partijen.
Daar ben ik de Kamer heel dankbaar voor, dat ze dat hebben gedaan met mij samen.
En dat heeft een forse saldoverbetering gerealiseerd zodat we mooi ook ruim volgens het Centraal Planbureau binnen die 3 procent uiteindelijk terechtkomen.
Op zich goede cijfers, maar ik zei het al: Je moet terug naar 0 dus dit is een belangrijke stap, een goede stap.
Dit kalmeerde ook de financiële markten toen het begrotingsakkoord kwam.
Nu al hebben we daar geld mee verdiend op de rente.
Zitten moeilijke maatregelen in, maar ze hebben hun werking ook nu eigenlijk al, zou je kunnen zeggen, gedaan maar het tekort moet verder terug worden gebracht naar 0 procent.
Maar veel is er al gedaan, want in de 30 miljard euro-monitor die jullie vandaag ook zien zie je dat het overgrote deel van de bezuinigingen en de maatregelen al door de Tweede en Eerste Kamer zijn.
En dat we met die 18 miljard op koers liggen en dat ook van het begrotingsakkoord, die ruim 12 miljard euro dat al heel veel door de Tweede Kamer heen is of niet-controversieel.
Dus op zich gaat dat goed, maar de jaren daarna zul je verder moeten werken aan het tekort.
Dit vind ik op zich ook wel interessant om te laten zien want veel hoor je weleens van: Ja, dat komt allemaal door die banken of door de Europese maatregelen, dus geen geld naar de Grieken maar naar andere groepen mensen en zo hoorde ik dan als oneliners in de campagne.
Kijk hier eens naar, dit zijn de feiten.
In 2008 zien we inderdaad de verslechtering van de schuld die geheel is toe te schrijven aan de operaties bij de banken.
Ook dat donkerblauwe deel is de bestaande schuld en er kwam nieuwe schuld bij, dat is dat rode stuk.
Maar vanaf 2009 komt daar het tekort bij en zien we juist het deel, want dit is dus statisch dit is dus niet wat erbij komt, maar dit is de bestaande situatie.
Dat deel van de banken, dat wordt kleiner dus dat wordt juist afgebouwd, dat wordt niet groter datgene wat de banken aan schuld hebben toegebracht omdat er, logischerwijs, heel veel wordt terugbetaald door die banken op de operaties.
En je ziet dat dus ook zo'n beetje meer dan halveren naar 2013 toe dus dat wordt fors teruggebracht.
Dus daar ligt sinds 2009 juist geen verslechtering maar een verbetering, als het ware, van de schuld.
De verslechtering komt van het lichtblauwe deel heel duidelijk en dat is gewoon ons eigen tekort want het tekort is ontstaan in 2009 en sinds 2010, 2011 laten we dat teruglopen.
Maar dat tekort is er nog steeds wel dus zolang er een tekort is, heb je meer schuld.
En dan die gele blokjes, dat zijn ingrepen van Europa.
Die zorgen ook voor een toename maar je ziet dat dat relatief ook beperkt is.
Sterker nog, in 2013 zijn Europa en de banken bij elkaar minder dan alleen het deel dat we aan schuld hadden bij de banken.
Dus de toename sindsdien, zelfs Europa en de banken bij elkaar is nog minder schuld, dus het is meer dan geheel toe te schrijven aan het eigen tekort, de schuldtoename.
Ik hoop dat dit duidelijk is.
Ja, Nederland.
Dit was maart toen de besprekingen in het Catshuis begonnen of dit was de aanleiding voor de besprekingen in het Catshuis.
Nederland zat in het linksboven-kwadrant.
Dat betekent meer dan 60 procent schuld maar waar met name ook heel erg naar gekeken wordt: meer dan 3 procent tekort.
Frankrijk, België, Portugal, Spanje, heel veel landen zitten daar maar toch, het was geen leuke groep om tussen te zitten laten we wel zijn, als solide land.
Ik zal nu laten zien wat het begrotingsakkoord alleen het begrotingstekort, heeft gerealiseerd.

(Het woord Nederland verschuift naar rechts.)

We gaan naar het veel betere kwadrant omdat we op 2,7 schuld zitten en we zitten nog maar net boven de 60 procent schuld dus we zitten beter dan het gemiddelde van de eurozone terwijl, hiervoor zaten we natuurlijk duidelijk slechter dan de eurozone en nu beter dan de eurozone.
Dus we hebben het vertrouwen behouden daarmee en we zijn ook weer echt solide in de wereld.
In Europa staan we ook echt als solide bekend.