Atsma pleit voor inzet van de zee bij energie-opwekking

"Het opwekken van energie uit getijdenbeweging of uit de overgang van zoet naar zout water is een kans die Nederland niet laat liggen. Ook andere landen moeten meer oog krijgen voor dit soort duurzame energie-opwekking." Dit heeft staatssecretaris Atsma vandaag aangegeven op een bijeenkomst van Europese ministers over maritiem beleid op Cyprus. ''In Nederland zijn we koploper in het ontwikkelen van nieuwe technologieen waarbij straks zeewater ingezet wordt om energie te verkrijgen bij bijvoorbeeld de Afsluitdijk of de Brouwersdam. Deze innovaties zorgen voor een duurzame toekomst en zijn een geweldig exportproduct voor onze watertechnologiesector", aldus Atsma.

Op de bijeenkomst op Cyprus spreken de Europese leiders dit weekend  over het maritiem beleid. De komende jaren groeit het aantal banen in Europa van 5,4 naar 7 miljoen in bijvoorbeeld de scheepvaart, windenergie en toerisme. De landen willen door samen te werken hierin optimaal resultaat bereiken. Daarnaast maakt Europa ruim 400 miljoen euro vrij om het maritiem beleid een impuls te geven. Atsma: "Hier zou de ontwikkeling van nieuwe technieken direct of indirect van kunnen profiteren. Innovaties zijn namelijk onmisbaar. Op het gebied van energie-opwekking, maar ook op het vlak van kustbescherming. Zo zijn in Nederland al technieken ontwikkeld om dijken van sensoren te voorzien waardoor bij een noodsituatie de dijk zelf een alarmsignaal afgeeft. Voor landen op de hele wereld is deze ontwikkeling interessant. "

"Voor de Nederlandse economie en die van onze buren is de Noordzee van levensbelang. We zijn ons steeds meer bewust dat de zee veel meer kan opleveren dan enkel vis of scheepvaart. En dat bij een duurzame ontwikkeling diezelfde zee dit in de toekomst kan blijven doen.  Ook de andere Europese landen rond bijvoorbeeld de Middellandse Zee zien in dat nieuwe technieken de toekomst zijn", aldus Atsma.

De staatssecretaris heeft benadrukt dat samenwerking de sleutel is. Hierbij gaf hij aan dat dit op een praktische en gerichte manier kan gebeuren zonder dat er vanuit Europa nieuwe regelgeving ontwikkeld wordt op het gebied van geïntegreerd maritiem beleid.