Passend onderwijs gaat definitief door

De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met het wetsvoorstel passend onderwijs. Hiermee krijgen leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een betere kans binnen het reguliere onderwijs of, als dat nodig is, op een school voor speciaal onderwijs.

Minister Van Bijsterveldt is blij dat er na de jarenlange discussie over de verbetering van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben eindelijk duidelijkheid komt voor ouders, leerlingen en docenten. “Scholen hebben straks de plicht om voor elk kind een passende oplossing te zoeken. Als het kan, op de school in de eigen buurt en als dat niet gaat in het speciaal onderwijs. Bij passend onderwijs gaat het er om in de allereerste plaats te kijken naar wat kinderen wél kunnen in plaats van naar de beperking van een kind”, aldus de minister.

Zorgplicht voor scholen

Ouders van een leerling die extra ondersteuning nodig heeft op school kunnen in de nieuwe situatie net als nu hun kind aanmelden bij de school van hun voorkeur. Deze school maakt deel uit van één van de 150 op te richten samenwerkingsverbanden. Hierin zitten alle schoolbesturen (regulier of speciaal) in een bepaalde regio. Ook nieuw is dat scholen een ‘zorgplicht’ krijgen. Dat betekent dat scholen een passende plek moeten zoeken voor een leerling. Dat kan zijn op de school van aanmelding of op een andere school binnen of buiten het samenwerkingsverband. Hiermee komt een einde aan de onwenselijke situatie waarbij ouders vaak pas na een lange zoektocht bij een school terecht komen die hun kind wil opnemen. In sommige gevallen leidt dat tot de situatie dat een kind (tijdelijk) thuis komt te zitten. Een landelijke geschillencommissie kan in geval van discussie een oordeel geven of het aanbod inderdaad passend is. Ouders krijgen door de zorgplicht van scholen een belangrijk recht in handen: onderwijs dat zo goed mogelijk past bij de leerling. De zorgplicht van scholen wordt een belangrijk wapen tegen het ongeoorloofd ‘thuiszitten’ van leerlingen.

Samenwerkingsverbanden

In de nieuwe situatie gaat het beschikbare geld voor extra ondersteuning naar het samenwerkingsverband van scholen in een bepaalde regio. De scholen binnen het samenwerkingsverband maken in afstemming met ouders, leraren en gemeenten afspraken over de verdeling van het geld over de scholen. Scholen kunnen dus zelf bepalen hoeveel geld er naar welke leerlingen gaat. Zij kunnen daardoor beter dan in de huidige situatie maatwerk bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Voor cluster 1 en 2 zal een andere systematiek gelden.

Extra geld naar leraren

Leerlingen die op school extra ondersteuning nodig hebben om hun schoolloopbaan goed te kunnen doorlopen, hebben leraren nodig die goed kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen in de klas. Het kabinet heeft eerder besloten om extra geld beschikbaar te stellen, zodat leraren zich kunnen laten bijscholen en beter toegerust zijn om met verschillen tussen leerlingen in een klas om te gaan. Dit jaar is dat 100 miljoen, vanaf volgend jaar is dat jaarlijks 150 miljoen extra.

Zorgvuldige invoering

Eerder werd bekend dat de eerdere bezuiniging op passend onderwijs volledig van de baan is. Omdat minister Van Bijsterveldt vindt dat de invoering van passend onderwijs zorgvuldig moet gebeuren, kondigde ze eerder aan dat scholen een jaar extra de tijd krijgen om passend onderwijs goed in te voeren. Het wetsvoorstel gaat gefaseerd in. Per 1 augustus 2014 geldt de zorgplicht voor scholen. Scholen en samenwerkingsverbanden worden bij de invoering ondersteund door het ministerie van OCW en de sectororganisaties.