Landelijke Netwerkdag Veiligheidsregio’s

Toespraak door minister Opstelten van Veiligheid en Justitie tgv Landelijke Netwerkdag Veiligheidsregio’s. Utrecht, 31 oktober 2012.

Dames en heren,

Ook ik heet u van harte welkom hier in Utrecht, de stad waar ik zoveel dierbare herinneringen aan bewaar uit mijn tijd als burgemeester. Ik moet u zeggen: het maakt wel indruk, zo’n zaal vol mensen die allemaal nauw zijn betrokken bij de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Afkomstig uit alle hoeken van het land en uit alle mogelijke organisaties die bij de aanpak van rampen en crises in touw komen.

Uiteraard vertegenwoordigers van de Veiligheidsregio’s, politie, brandweer en GHOR, gemeenten en provincies, maar ook vertegenwoordigers van vitale sectoren, hoogheemraadschappen en waterschappen… En zo kan ik nog wel even doorgaan. Iedereen geeft vandaag acte de présence – en dat doet mij deugd. Het thema waar u zich vandaag over gaat buigen is tenslotte samenwerking. En als er iets belangrijk is bij samenwerking, dan is het wel dat iedereen ook echt meedoet! Wel, op dat punt zitten we alvast goed…

Goede samenwerking, dames en heren, daar draait het allemaal om. Dat geldt voor het veiligheidsbeleid in den brede; maar al helemaal bij de aanpak van een ramp of crisis – waar een snelle, effectieve samenwerking het verschil kan maken tussen leven en dood. Of het nu om een crisis gaat van terroristische aard, een van natuurlijke, technologische of digitale aard: alleen samen kunnen we die crisis te lijf! Het is dan ook van het grootste belang dat regio’s, sectoren en organisaties elkaar in tijden van een ramp of crisis snel kunnen vinden en in nauwe samenwerking de juiste maatregelen nemen, om zo het gevaar af te wenden.

En ik heb het hier dan wel over regio’s, sectoren en organisaties, maar samenwerking is toch ook vooral mensenwerk. Alleen om die reden is zo’n netwerkdag als vandaag ontzettend belangrijk: dat u elkaar eens face to face ziet, elkaar beter leert kennen en belangrijke kennis en ervaring kunt uitwisselen – bijvoorbeeld over interessante best practices. Maar ook dat u het vertrouwen in elkaar - en elkaars organisaties - kunt versterken. Stuk voor stuk zaken die de drempel om samen te werken kunnen verlagen en die ook bijdragen aan een kwalitatief betere samenwerking.

Samenwerking, dames en heren, reikt bovendien verder dan die tussen publieke partners onderling. U weet, als overheid doen wij op het terrein van veiligheid al heel veel. Werken aan een veiliger Nederland is niet voor niets een van de belangrijkste prioriteiten van dit kabinet. Maar u weet óók – en dat zal ik blijven herhalen: de overheid kan dat niet alleen. Burgers en bedrijven moeten op dit terrein ook duidelijk hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Vaak is dat nog veel effectiever ook. Dat klinkt misschien gek uit de mond van de minister van Veiligheid en Justitie, maar daarmee bedoel ik dit: in veel gevallen zijn burgers en bedrijven heel goed - of zelfs beter - in staat de veiligheidsproblemen in de eigen omgeving zelf te voorkomen, dan wel op te lossen.

Dat betekent uiteraard niet dat we als overheid dan maar een beetje achterover kunnen leunen. Het is heel belangrijk dat we alert zijn én blijven, mogelijke problemen vroegtijdig signaleren en de juiste randvoorwaarden scheppen, die private partijen in staat stellen zelf adequate maatregelen te treffen. Over die verhouding in verantwoordelijkheden tussen burgers, bedrijfsleven en overheid valt veel interessants te zeggen. Aan die discussie kunt u zelf – in welke hoedanigheid dan ook - óók uw bijdrage leveren. Over dit thema staat vanmiddag een interessante workshop op het programma.

Werken aan een veiliger Nederland, dames en heren, impliceert niet alleen een stevige aanpak van criminaliteit en overlast. Het betekent ook: werken aan een solide crisisaanpak. Wij allen, zoals we hier vandaag bij elkaar zijn, hebben in die aanpak een belangrijke taak. Voorkomen dat de samenleving ontwricht raakt als gevolg van een crisis en het waarborgen van de maatschappelijke continuïteit.

U weet, ontwikkelingen in het digitale domein gaan erg snel. Die ontwikkelingen bieden kansen, maar kunnen – helaas – ook nieuwe bedreigingen inhouden. Het is dus van het grootste belang dat we die ontwikkelingen in de cyberwereld nauwlettend in de gaten houden. Dat doen we onder meer via het Cyber Security Beeld Nederland dat door het Nationaal Cyber Security Centrum is opgesteld samen met partners van publieke, private en wetenschappelijke organisaties. Dit trendbeeld verschijnt ieder jaar en geeft u een actueel en precies inzicht in de dreigingen die zich voordoen in het digitale domein. Wilt u méér weten over Cyber Security, dan kan ik u van harte aanbevelen de workshop hierover te volgen, die voor vanmiddag op het programma staat.

Naast het onderkennen van de dreigingen is het van essentieel belang dat de crisisorganisaties en hun partners onder alle omstandigheden kunnen blijven draaien. Wat doet u, of wat kunt u nog doen, bijvoorbeeld in geval van uitval van ICT of elektriciteit? Juist een land als Nederland, met zijn enorm hoge internetdichtheid en grote afhankelijkheid van de cyberinfrastructuur, is uiterst kwetsbaar voor uitval van ICT of elektriciteit. Daar zult u zich dus goed op moeten voorbereiden, in de vorm van een continuïteitsplan. Ik heb de Tweede Kamer al laten weten dat ik er naar streef dat minimaal 80 procent van de Veiligheidsregio’s zo’n continuïteitsplan opstelt. Ook bij grootschalige uitval van ICT en elektriciteit moeten de cruciale taken van de Veiligheidsregio’s immers doorgang kunnen vinden.

Ik stel daarom vanuit mijn departement de nodige expertise beschikbaar. Dit om de Veiligheidsregio’s – in nauwe samenwerking met alle betrokken organisaties – te helpen bij het opstellen van de continuïteitsplannen. Het is van het grootste belang dat deze plannen er komen en dat ze goed zijn uitgewerkt, zodat u op alle mogelijke scenario’s bent voorbereid.

Een goed voorbeeld van werken aan een veilige ICT-omgeving zien we bij de VNG. Die heeft dit onderwerp hoog in het vaandel staan. Zo is bij het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten momenteel een speciale dienst in oprichting, de Informatie BeveiligingsDienst. Deze IBD, die naar verwachting begin 2013 operationeel wordt, gaat gemeenten ondersteunen bij preventie, detectie & oplossing én kennisdeling op het gebied van informatiebeveiliging. Een uitstekend initiatief, dat ik dan ook van harte toejuich. De VNG geeft hiermee op een goede manier invulling aan de eigen verantwoordelijkheid die ook de gemeenten hebben op het gebied van informatiebeveiliging. Ik ondersteun dit traject dan ook met een adviseur van het Nationaal Cyber Security Centrum om bij te dragen aan de belangrijke stap van de landelijke ontwikkeling van sectorale capaciteiten op het gebied van ICT-response.

Dames en heren, die voor de crisisaanpak zo essentiële samenwerking moet uiteraard ook in andere delen van het veiligheidsdomein goed van de grond komen. Grote branden, ernstige ongevallen, milieurampen, overstromingen of andere natuurrampen: ook daar is een multidisciplinaire aanpak – met veel verschillenden partners – vaak onontbeerlijk.

Een sterke nieuwe slag op het terrein van samenwerking zijn bijvoorbeeld van de Regionale Uitvoeringsdiensten. Deze RUD’s, waarin experts van gemeenten en provincie op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving nauw samenwerken, gaan volgend jaar daadwerkelijk van start. In eerste instantie voor milieuzaken; later ook voor bouwzaken en ruimtelijke ordening. Ik verwacht dat deze nauwe samenwerking de Veiligheidsregio’s in staat zal stellen hun voorbereidingen op de brand- en ongevallenbestrijding, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing optimaal vorm te geven.

En laten we zeker ook niet de samenwerking vergeten met de externe partners, zoals de vitale sectoren - gas, water en licht - en andere operationele diensten. Zo is begin dit jaar, bij het hoogwaterincident in de Veiligheidsregio Groningen, toen er zes dagen lang GRIP-4 van kracht was, ook heel goed samengewerkt met de Land- en Tuinbouworganisatie, de NAM en de Gasunie, KPN, drinkwaterbedrijven en een groot rioolzuiveringsbedrijf. En uiteraard met de collega’s van Defensie. U herinnert zich vast de televisiebeelden nog wel: vanwege een dreigende dijkdoorbraak moesten circa 800 mensen en duizenden stuks vee worden geëvacueerd. Een mega-operatie, die een groot succes werd, dank zij de voortreffelijke samenwerking tussen de verschillende crisipartners!

Stuk voor stuk vormen van prima samenwerking – samenwerking die hard nodig was om het natuurgeweld in Groningen te beheersen en schadelijke gevolgen zo veel mogelijk te voorkomen. Vormen van samenwerking die bovendien goed uitpakten en zo als stimulerende voorbeelden kunnen dienen, ook voor andere Veiligheidsregio’s. Ik zou zeggen: maak daar werk van! Pak uw rol als regionale veiligheidsregisseur op en maak afspraken. Als leidraad bij het opzetten, dan wel steviger aanhalen van de samenwerking, kunt u gebruik maken van de modelconvenanten, zoals die zijn ontwikkeld door het Veiligheidsberaad.

En dan zijn we er nog niet, dames en heren. Want goede samenwerking binnen de Veiligheidsregio is uiteraard heel belangrijk; maar ook de bovenregionale samenwerking dient goed op orde te zijn.

Zo ben ik blij met de ontwikkeling van de zogeheten expertregio’s. U weet wel, een Veiligheidsregio  - of een cluster van Veiligheidsregio’s - die beschikt over specialistische kennis, kunde en bijpassend materieel, omdat een bepaald soort ramp of crisis in die regio statistisch bezien nu eenmaal vaker daar voorkomt. Zo zal men in Gelderland méér affiniteit hebben met natuurbranden, terwijl in de Rijnmond men beter voorbereid zal zijn op grootschalige industriële branden, omdat het risico daarop nu eenmaal groter is. Maar al is het risico dan kleiner: ook – pakweg – Friesland kan te maken krijgen met een fikse industriële brand. In zo’n geval moet Friesland ondersteuning kunnen inroepen van een of meer expertregio’s, om ook een meer uitzonderlijke ramp of crisis met succes te kunnen bestrijden. De pilots voor de expertises “natuurbranden” en “industriële” branden zijn onlangs gestart. We kunnen in 2013 dus volop verder met de ontwikkeling van de expertregio’s!   

En dan is er ook nog de samenwerking tussen de Veiligheidsregio’s en het Rijk. De brand in Moerdijk heeft aangetoond dat ook daar nog de nodige winst te behalen valt. Die kritiek heb ik ter harte genomen. In samenwerking met het Veiligheidsberaad heb ik een bestuurlijke werkgroep ingesteld, die onderzocht heeft hoe die samenwerking beter kan. Daar zijn goede adviezen uit voortgekomen. Ik noem er hier de belangrijkste:

-        Eenheid van doctrine bij de opschaling, de interregionale leiding en de coördinatie

-        Eén aanspreekpunt op Rijksniveau voor het faciliteren van de Veiligheidsregio’s door landelijke diensten: het Nationaal Crisis Centrum

-        Helderheid over de vraag welke situaties nou precies Rijkssturing behoeven. Zodra een ramp of crisis het regionale niveau overschrijdt, of wanneer de schaal van de crisisaanpak op nationaal niveau ligt, neemt de Rijksoverheid aspecten van de sturing zoals crisiscommunicatie op zich.

-        En als laatste, maar zeker niet het minst belangrijke  advies: éénduidige crisiscommunicatie. Als Rijksoverheid moeten we samen met de Veiligheidsregio’s werken aan de verdere professionalisering en harmonisatie van de crisiscommunicatie

Dat doen we dan ook – en niet alleen waar het gaat om dit laatste advies. Een gezamenlijke projectgroep van Rijk en Veiligheidsregio’s is op dit moment hard bezig de adviezen van de bestuurlijke werkgroep uit te werken in concrete plannen. En dat is op zichzelf natuurlijk ook al een mooi voorbeeld van bovenregionale samenwerking…

Dames en heren, ik kom tot een afronding. Anders lopen we het risico dat u vandaag alleen met mij kennismaakt – en dat kan toch niet de bedoeling zijn van zo’n netwerkdag. Toch wil ik nog even kort iets zeggen over de evaluatie van de Wet Veiligheidsregio’s. Zoals u weet, is die onlangs van start gegaan. Die evaluatie bestaat uit drie delen:

-        de Inspectie Veiligheid en Justitie analyseert de operationele prestaties. Houdt iedereen zich wel aan de regels?

-        het WODC evalueert het stelsel van de crisisbeheersing en de ervaringen van de actoren. Hoe werkt de wet in de praktijk?

-        en de commissie-Hoekstra komt met aanbevelingen voor de toekomst – zowel voor de Wet veiligheidsregio’s, als voor het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Moet het in de toekomst anders of juist niet? 

Uiteraard spelen ook de mate van samenwerking tussen de verschillende betrokken partners en de kwaliteit en effectiviteit van die samenwerking in deze evaluatie een belangrijke rol.

Half 2013 moet het advies van de Commissie Hoekstra gereed zijn. Ik kijk er naar uit – en ik neem aan u al evenzeer. En wat die samenwerking betreft: te oordelen aan het enthousiasme en de energie die in deze zaal hangen en op grond van wat ik op mijn werkbezoeken in het land zoal hoor, heb ik daar alle vertrouwen in! U krijgt vandaag de kans om de basis voor een goede samenwerking – binnen uw Veiligheidsregio, maar ook bovenregionaal – verder te versterken. Ik zou zeggen: grijp die kans met beide handen aan. Benut deze dag voor het uitbreiden van uw kennis én uw kennissen!

Ik wens u hierbij – én bij het vervolg, als u weer terug bent op de werkvloer – heel veel succes!