Speech van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Edith Schippers ter gelegenheid van het afscheidsymposium van NPCF- voorzitter Jopie Verhoeven op 28 november 2012 te Utrecht.

Gepast gebruik van zorg, door zorgverleners en patiënten

‘De NPCF heeft onder jouw leiding de afgelopen jaren bijgedragen aan een grote omslag in het denken over feedback in de zorg’. Met, onder andere, die woorden sprak minister Schippers scheidend NPCF-voorzitter Jopie Verhoeven toe op haar afscheidsbijeenkomst op 28 november 2012 in Utrecht. De minister onderstreepte daarbij het belang van gepast gebruik van zorg en meer eigen verantwoordelijkheid voor patiënten.

Beste mensen,

Fijn dat ik hier mag zijn om samen met u Jopie Verhoeven te bedanken voor haar acht jaar voorzitterschap bij de NPCF. Over Jopie gaan lovende woorden, wie ik ook spreek, allen zeggen ze: “Het is altijd heel goed zaken doen met Jopie. Vooral haar betrokkenheid, haar motivatie, optimisme, levenslust en deskundigheid zijn punten die naar voren springen”. Jopie, je hebt die kwaliteiten ingezet voor de goede zaak: het belang van de patiënt. Dat belang heb jij altijd voorop staan. Dat is ook nodig.

Acht jaar dus bij de NPCF en er kan veel gebeuren in acht jaar tijd. Dat is wel gebleken. Acht jaar geleden zag de zorgverzekeringswereld er nog heel anders uit. De zorg was nog verdeeld in ziekenfonds en particulier. Tot op 1 januari 2006 de nieuwe zorgverzekering van kracht werd en iedereen dezelfde basisverzekering kreeg. Destijds bracht dit zoveel reuring mee dat het op de Schaal van Richter zowat terug te zien was. Inmiddels zijn wij wel gewend geraakt aan een basisverzekering, en wordt er binnen het nieuwe stelsel gewerkt aan kwaliteit, vooruitgang, toegankelijkheid, betaalbaarheid en een sterkere positie voor de patiënt.

Wij kunnen met trots zeggen dat onze gezondheidszorg behoort tot de top van de wereld. Van de acht jaar die we langer leven sinds de jaren 50 zijn er zes te danken aan de gezondheidszorg. Ongeveer 80 procent van ons leven brengen we door in goede gezondheid.

Vooral over de toegang en de kwaliteit van de zorg kunnen we hoog opgeven. Maar met de toegankelijkheid, kwaliteit en vooruitgang stegen ook de kosten. De kostenontwikkeling baart zorgen. De zorg mag niet aan het eigen succes ten ondergaan. Niet voor niets hebben we het boekje uitgegeven: ‘De zorg: hoeveel extra is het ons waard’. We moeten tijdig de bakens verzetten. Niet vanuit de ivoren torens in Den Haag, maar met veldpartijen zoals de patiëntenfederatie NPCF!

Omdat de toegankelijkheid van de zorg is verbeterd, maar vooral omdat de technologische ontwikkeling de belasting van veel behandelingen heeft doen afnemen, maken mensen sneller en makkelijker gebruik van zorg. Dat is een groot goed. Dat moeten we koesteren. Ik ben blij dat een gezonde 75-jarige nog een nieuwe heup kan krijgen. Maar er zijn ook veel voorbeelden van ongepast gebruik. Van verspilling: onnodige foto’s, onderzoeken en zelfs operaties.

Ook gaan patiënten nog geregeld naar het ziekenhuis terwijl ze ook naar de huisarts hadden kunnen gaan. Een huisarts of een praktijkassistent kan ook oren uitspuiten, daar hoef je niet per se voor naar een KNO-arts. Het verschil: bij de huisarts kost het een tientje en bij de KNO-arts 437 euro. En die rekening wordt wel betaald uit uw premiebijdragen! Willen we de zorg goed houden dan moeten we perverse prikkels die voor kostenstijgingen zorgen er uithalen. Mensen meer bewust maken van de kosten.

Als we van patiënten gepast gebruik vragen, moeten we ook meer inzicht geven in de kwaliteit van behandelingen, inzicht in de mogelijkheden en alternatieven, inzicht in de kosten om maar wat te noemen. We moeten mensen meer eigen verantwoordelijkheid geven. En daar heeft de NPCF een grote rol in gespeeld en zal zij kunnen blijven spelen. Het zorgstelsel is een driepartijenstelsel van: de verzekeraars, de aanbieders en de cliënten. Jouw streven, Jopie, is om van die derde partij de eerste partij te maken. En ik denk dat wij al aardig die richting opgaan, maar we zijn er nog niet. Zoals vroeger een dokter besliste voor jou, en je de behandeling gaf waarvan de dokter dacht dat goed voor je was- er werd over de patiënt beslist- nu wordt er veel meer in overleg met de patiënt gehandeld en behandeld.

De patiënt is veel mondiger geworden. En dat is goed. Patiënten willen eigen regie houden over hun behandeling zolang dat kan. Ze moeten zelf mee kunnen beslissen. Dat vergt aanpassing binnen de relatie tussen patiënt én zorgaanbieder. Zorgverleners en cliënt spreken samen behandeldoelen af. En hierbij wordt er ook een grotere verantwoordelijkheid van patiënten zelf gevraagd. Van hen wordt verwacht dat zij zich committeren aan de therapie, hun pillen slikken, zodat zij deze daardoor ook beter kunnen volhouden. Zodat zij het maximale uit iedere euro halen!

Dus meer eigen verantwoordelijkheid voor de patiënt; dat moet jou, Jopie aanspreken. Want jij gaat daarvan uit. Met je positieve instelling heb je je er voor ingezet om de zorg beter te maken. Ik zie ook jouw naam bij allerlei initiatieven om de zorg te verbeteren, te innoveren.

De NPCF heeft onder jouw leiding de afgelopen jaren bijgedragen aan een grote omslag in het denken over feedback in de zorg. Met de zorgkaart.nl heb je een omslag bereikt. Wel openlijk patiënteninformatie maar ook zorgvuldig. Zorgkaart.nl biedt een compleet overzicht van het zorgaanbod in Nederland. En een plek waar de patiënt zelf de zorgaanbieder kan waarderen of praktische suggesties kan geven om de zorg te verbeteren.

Jopie, je laat een gezonde organisatie achter in sterke handen, maar we zullen je missen in de strijd om de patiënt een betere positie geven. Hoewel we jou niet helemaal hoeven te missen want je bent inmiddels begonnen als voorzitter van de patiëntenraad van het UMC St. Radboud.

En je kunt je nu richten op jouw vele andere interesses zoals cultuur in brede zin van het woord. Je hebt nu meer tijd om musea te bezoeken, concerten te beluisteren of een goed boek te lezen. Of misschien pik je het ambitieuze plan op om kunstgeschiedenis te studeren. Een plan dat naar ik heb horen zeggen nog altijd in je achterhoofd speelt.

Eén ding weet ik zeker; jij lijkt mij geen type om op je lauweren te rusten, maar het actieve leven voort te zetten zoals je altijd hebt gedaan.

Hartelijk dank Jopie, voor al je inzet voor de zorg in het algemeen en de patiënt in het bijzonder. Ik wens je het beste voor de toekomst.