Asscher over pestgedrag op scholen

Minister-president Rutte is in Brussel voor de Europese Raad. Daarom zat viceminister-president Asscher de ministerraad voor. In zijn persconferentie stond Asscher stil bij het pestgedrag op scholen en de tegenvallende ramingen van De Nederlandsche Bank.

Deze week is er veel aandacht geweest voor het onderwerp 'pesten op school'. Volgens viceminister-president Asscher zijn pestprotocollen belangrijk, maar los je daarmee het probleem niet op: 'Een pestprotocol verdwijnt al snel in een bureaula'. Waar het volgens Asscher op aankomt, is dat we opletten hoe we met elkaar omgaan. 'Dat geldt voor schoolleiders, de meesters en juffen, voor schoolbesturen, maar ook voor de ouders op het schoolplein en de kinderen zelf. Het is heel goed dat daar over gesproken wordt op de schoolpleinen en in de klassen van Nederland, omdat de gevolgen hiervan heel ernstig kunnen zijn.'

Ramingen Nederlandsche Bank

De Nederlandsche Bank publiceerde deze week tegenvallende ramingen voor 2013. De cijfers bevestigen dat de Nederlandse economie nog steeds in zwaar weer zit. Asscher: 'Dit is voor het kabinet een belangrijk signaal. Het geeft aan dat we volop moeten blijven inzetten op het structureel op orde brengen van de overheidsfinanciën. Asscher benadrukte dat het kabinet hierbij rekening houdt met mensen die het al zwaar hebben. ‘Die afspraken uit het regeerakkoord zijn helder en die voeren we uit', aldus de viceminister-president.

Het kabinet neemt geen aanvullende maatregelen op basis van deze ramingen. Dit voorjaar worden besluiten genomen op basis van het Centraal Economisch Plan van het CPB.

Overleg met sociale partners

Viceminister-president Asscher kondigde aan dat het kabinet volgende week spreekt met de sociale partners. 'We zijn bezig het uitvoeren van het regeerakkoord. Daar zitten natuurlijk tal van maatregelen in die moeten zorgen voor economische groei en meer werkgelegenheid'. Asscher benadrukte dat het kabinet dit niet alleen kan: 'Ik vind het ongelooflijk belangrijk dat iedereen de verantwoordelijkheid neemt: het kabinet en de sociale partners, om te werken aan het herstel van vertrouwen.'