Wekelijks gesprek RTLZ | 18 december 2012

Minister Dijsselbloem in gesprek met Lotte Ragut over kandidatuur voorzitterschap Eurogroep en de Nederlandse economie.

INLEIDENDE MUZIEK

LOTTE RAGUT: Goedemiddag en welkom bij het wekelijkse gesprek met de minister van Financiën. Meneer Dijsselbloem, welkom.
Houdt u ons niet langer in spanning en vertel: gaat u het nou worden of niet?
Euh... Wat?
-Voorzitter van de Eurogroep.
Nee, dat wordt pas besloten in januari door de Raad van Ministers van de eurozone.
21 januari, op z'n vroegst.
-Maar kom op, u bent toch wel gepolst?
Ik ben niet gepolst. Er worden heel veel namen genoemd.
RAGUT: Nee, er worden helemaal niet veel namen genoemd.
Uw naam komt heel de tijd terug. Ik lees Duitse kranten.
Overal: Jeroen Dijsselbloem, hij gaat het worden.
Ja, dat heb ik ook gelezen, maar er worden echt heel veel namen genoemd.
En we gaan het in januari echt zien.
RAGUT: Nou ja, heel veel namen. Het gaat om...
De voorkeur voor Duitsland is dat het iemand wordt van een Triple-A-land.
Daar zijn er niet veel meer van. Nederland is er een van en u wordt heel veel genoemd.
Nu was u gisteren bij uw Duitse collega, meneer Schäuble. Hoe was dat?
Dat was prima.
Ik had die afspraak gemaakt, kort nadat ik minister was geworden om gewoon eens met hem wat rustiger kennis te maken want we hebben elkaar heel veel gezien de afgelopen weken maar dat was allemaal in de hectiek van Brussel.
Dus we hebben uitgebreid gesproken over de problemen in de eurozone over Griekenland, over Cyprus dat de komende maand weer op de agenda komt. Over het bankentoezicht waar we de afgelopen week hele grote stappen hebben gezet maar nog veel verder zullen moeten gaan het komende halfjaar.
Dus dat was een heel inhoudelijk gesprek.
En dan is heel dat voorzitterschap van de Eurogroep niet aan de orde geweest?
Ja, dat komt wel even voorbij, maar we hebben echt de meeste tijd besteed aan de euro, Griekenland, bankentoezicht...
RAGUT: En hij heeft niet gevraagd van: meneer Dijsselbloem, heeft u interesse?
Wij zouden het fijn vinden als u dat zou doen.
Nee, dat heeft-ie niet gevraagd. Dat kan ik naar waarheid beantwoorden.
RAGUT: Maar mocht die vraag dan toch komen, wat gaat u dan zeggen?
Nou, ik heb daar al eerder van gezegd: Als die vraag echt onze kant op komt en echt aan mij gesteld zal worden, ga ik er dan over nadenken.
Het heeft allemaal niet zo veel zin om daarop vooruit te lopen en aan allerlei speculaties mee te doen. We gaan het gewoon zien.
Maar als ze het u vragen, zou u het zien zitten? Zou u het willen doen?
Hiervoor geldt hetzelfde antwoord...
RAGUT: Ja, maar u gaat nu opeens...
Een hele grote glimlach komt er op uw gezicht, die duidt op 'ja'.
Nee, die glimlach duidt erop dat ik deze vraag steeds met hetzelfde ga beantwoorden. Namelijk: in januari is het aan de orde.
Ergens achter in januari gaan we die beslissing nemen met alle ministers van Financiën van de eurozone, in gezamenlijkheid en dan is het aan de orde.
RAGUT: Maar heeft u, ik kan me bijna niet anders voorstellen dan dat dit door uw hoofd moet zijn gegaan... Het is een baan...
Juncker zei, de huidige voorzitter: Ik besteed daar toch wel vier uur per dag aan.
Heeft u daar wel tijd voor?
Allemaal in de categorie: als het aan de orde is, gaan we daarover doorpraten.
Die vraag is mijn kant nog niet op gekomen en eind januari gaat er een beslissing vallen.
RAGUT: Maar zou het goed zijn voor Nederland als de voorzitter van de Eurogroep een Nederlander zou zijn?
Nou ja, wij hebben gezegd: Het is goed als het een minister van Financiën is.
Het moet geen aparte nieuwe functionaris worden.
Het moet gewoon een van de ministers zijn die het voorzitterschap op zich neemt.
Het is natuurlijk in ons belang als het een degelijke minister uit een degelijk land is, punt.
En dan blijven er nog heel veel kandidaten over.
Is het eigenlijk een mooie functie?
-Het is vooral hard werken, denk ik.
RAGUT: Maar heeft het land dat de voorzitter levert, er baat bij?
Ik vind dat moeilijk om te zeggen. Dat zou u aan de heer Juncker moeten vragen.
Dan zou u moeten analyseren of u vindt dat de heer Juncker het belang van Luxemburg heeft gediend.
-Wat vindt u?
Ik kan het moeilijk beoordelen. Ik ben vijf vergaderingen daarbij geweest.
Ik stel vast dat Juncker het ongelooflijk goed heeft gedaan en niet voor niks de eretitel Mister Euro verdiend heeft in de loop der jaren.
Sommigen zeggen: Hij is de euro, hij is de Eurogroep.
Maar goed, er komt ook een moment dat iemand anders het stokje moet overnemen.
Dat zal in januari zijn.
Vond u het niet, toen u werd genoemd... Was u niet een beetje verbaasd?
Omdat, wat u net zegt, u heeft nog maar vijf van die Europese toppen bijgewoond dat u dacht van: ja, eigenlijk komt het nog veel te snel, veel te vroeg.
Maar het komt ook nog helemaal niet.
-Nee, maar stel dat het komt?
U zou nu al kunnen zeggen van: ik ben net begonnen.
Hé, weet je wat? Hartstikke leuk, bedankt voor de eer eervol dat ik ben genoemd, maar ik geef deze even door.
Ik heb nog niks door te geven, want er is niks mijn kant op gekomen, vooralsnog.
RAGUT: U zou ook nu kunnen zeggen: Ik ben een nieuweling, ik doe dat nog niet.
Als die vraag mijn kant op komt, ga ik erover nadenken.
Dat betekent ook dat ik niet nu nee zeg want anders zou ik er ook niet over hoeven na te denken.
RAGUT: Nee, want je zou ook kunnen zeggen van: de situatie in Nederland is heel ernstig, hè, nu.
De bezuinigingen die op stapel staan, Europa...
Als je voorzitter zou zijn dat maakt je onderhandelingspositie ook wel een stuk lastiger.
Dat zijn allemaal reële vragen, die ook een goed antwoord verdienen maar het lijkt me gewoon niet zo zinvol om daar allemaal op vooruit te lopen zolang die vraag niet heel concreet aan Nederland, aan mij, gesteld wordt.
Zover is het nog niet en we gaan het in januari zien.
Het is geen nee. Als die vraag uw kant op komt, gaat u erover nadenken.
Zo is het.
-Nog een wat-als-vraag, vast en zeker maar morgen komt het CPB met de decemberramingen een soort voorloper op de cijfers die we in het voorjaar kunnen verwachten.
En nu hadden we vorige week De Nederlandsche Bank.
Die ramingen waren heel slecht. Wat verwacht u van morgen?
Ik weet het niet. Ik heb de ramingen nog niet gezien.
Maar de voortekenen voor de economie zijn op dit moment gewoon niet gunstig.
Dat weten we. De Nederlandsche Bank heeft sombere cijfers gebracht dus we wachten dat morgen even af.
Blijft gelden dat we in onze manier van begrotingen opstellen twee keer per jaar de balans opmaken.
De eerstvolgende keer is niet nu. Dat is pas in februari.
En dan is er een meer definitieve raming van het CPB over 2013 én daarna, en dan kunnen we ook zien wat er te doen is.
De verwachting is, wat wij al hoorden, dat de raming morgen iets positiever zal zijn dan die van De Nederlandsche Bank maar nog steeds slecht. U zegt van: nou, er zijn twee momenten.
Bent u dan niet te laat als het nou morgen weer slecht is?
Is het dan niet slimmer om zo snel mogelijk actie te ondernemen?
Nee, het is niet slim. We hebben in het verleden dat wel gedaan dat we voortdurend lopende het jaar de begroting gingen bijstellen.
Dat leidde tot heel veel paniekvoetbal in Den Haag maar ook tot veel onzekerheid daarbuiten.
Dus ik denk dat een van de belangrijkste dingen nu is dat mensen een beetje zekerheid krijgen over wat er nou gaat gebeuren komend jaar en de jaren daarna.
Dan helpt het niet als we steeds het beleid bijstellen.
Dus we moeten echt wat we nu hebben neergezet, het regeerakkoord de maatregelen die komend jaar naar de Tweede Kamer toe komen dat is onze agenda, dat is wat we gaan doen.
We gaan niet steeds over elkaar heen rollen met nieuwe maatregelen.
RAGUT: Nee, maar u heeft die zeven weken u zat daar aan die formatietafel, heeft u niet toen al gedacht van: nou ja wat nou als het slecht blijft gaan? Is het niet verstandiger als we een soort reservelijst maken met bezuinigingen die we dus alsnog zouden kunnen doen? Is die gemaakt? Is daarover nagedacht?
Nee, die is niet gemaakt. Dat is een zeer bewuste keuze geweest.
We hebben een pakket neergelegd van zestien miljard boven op de enorme hoeveelheid maatregelen die al in de pijplijn klaarstaan. Dus bij elkaar ver over de veertig miljard.
En we hebben afgesproken dat die drie procent, die min drie procent tekort dat dat onze vangrail is. Zodra die in beeld komt, gaan we opnieuw kijken.
Dat kán aan de orde komen in februari.
Maar nogmaals, we hebben gewoon twee vaste momenten.
Ik ga niet elke maand opnieuw kijken: waar staan we, nieuwe raming.
Twee momenten in het jaar, dan bepalen we of er extra maatregelen nodig zijn en wat er mogelijk is.
Nu hadden we afgelopen vrijdag, of u, de meevaller van 3,8 miljard.
Nu zijn er al partijen in de Kamer die zeggen van: nou ja die zouden we niet moeten gebruiken voor het aflossen van de staatsschuld maar die zouden we moeten gebruiken om de bezuinigingen te verzachten.
Voelt u daar iets voor?
Nou, die 3,8 miljard helpen natuurlijk voor het saldo in 2013 dus die helpen om in de buurt te komen van het tekort.
RAGUT: Maar niet genoeg, neem ik aan.
Dat weten we niet, want daarvoor heb ik echt die raming nodig, begin volgend jaar.
En ten tweede: er kunnen nog allerlei meevallers en tegenvallers komen.
Dus vorige week dachten we...
-Tegenvaller Gasunie misschien?
Er zijn allerlei tegenvallers nog mogelijk, maar ook meevallers.
RAGUT: Houdt u daar rekening mee met die tegenvaller van anderhalf miljard van de Gasunie?
Nee, daar hou ik geen rekening mee maar ik weet dat ook gasbaten kunnen fluctueren.
Daar zit dus ook een potentiële tegenvaller.
Op ander fronten kunnen er ook meevallers zijn. Dat weten we echt niet.
En nogmaals, ik ga niet elke maand opnieuw kijken o, tegenvallers, meevallers, we moeten weer bijsturen.
Noch in positieve zin, noch in negatieve zin.
Ik ga echt vasthouden aan die vaste cyclus.
Twee keer per jaar kijken we waar we staan.
Ja, en u snapt wel dat er partijen zijn die zeggen van: nou ja al die miljarden, die meevaller van u die moeten we eigenlijk anders gebruiken?
Maar u zegt: Nee, dat is klip-en-klaar, dat gaan we niet doen.
Daarvoor zie ik in ieder geval op dit moment echt totaal geen ruimte want dat betekent eigenlijk dat je zegt: We gaan minder bezuinigen of we gaan weer geld uitgeven. Daar is echt geen ruimte voor.
De overheid heeft allerlei uitgaven die op dit moment fors oplopen.
Denk aan WW-uitgaven, die natuurlijk met de oplopende werkloosheid omhooggaan.
We hebben minder inkomsten. Denk aan belastinginkomsten die door de slechte economie tegenvallen.
Er is geen ruimte om te zeggen: Dit kan leiden tot meer uitgaven.
Laten we maar nieuw beleid gaan maken.
RAGUT: Oké, meneer Dijsselbloem, de tijd zit er alweer op. Dank u wel.
Dit was het gesprek met de minister van Financiën.
De komende weken zijn we er niet, want de Kamer de Tweede Kamer hier achter mij, gaat met reces.
Maar over drie weken zijn we er weer op RTLZ om 15.20 uur. Tot dan.

AFSLUITENDE MUZIEK