Toespraak bij de uitreiking van de Tuinbouwondernemersprijs 2013

Toespraak van de staatssecretaris van Economische Zaken, Sharon Dijksma, bij de uitreiking van de Tuinbouwondernemersprijs 2013, Keukenhof, Lisse, 9 januari 2013.

Dames en heren,

Wie Nederland vanuit het vliegtuig ziet, ziet een indrukwekkend geometrisch vlakkenpatroon. Omzoomd door sloten, wegen, hoogspanningslijnen en hier een daar een landmark, zoals een molen, of de drie tuibruggen in de Haarlemmermeer. Er zijn weinig landschappen waarin de tuinbouw zo zichtbaar aanwezig is. De tuinbouw is vervlochten met ons leven. Kenmerkt ons landschap. Kenmerkt Nederland. Dit wordt niet alleen door buitenlanders opgemerkt. Kunstenaars verbeelden het. Ondernemers koesteren het. Nederlanders houden er van. Leven er van en erdoor. Daarmee is de tuinbouw zijn tijd vooruit.

We zetten straks ‘de positieve ontwikkelingen in de tuinbouwsector’ in het zonnetje. Dat is namelijk - als ik de organisatie mag geloven - het hoofddoel van deze prijs. Geweldig dat dit al 27 jaar kan! Dat er al 27 jaar geen gebrek is aan ondernemers die kunnen worden gehuldigd voor: goed ondernemerschap, durf, daadkracht, duurzaamheid, doorzettings- en innovatievermogen!

Wat wordt mijn bijdrage aan die positieve ontwikkelingen?

Ik vind het belangrijk om eerst de grote lijnen uit te zetten, en dan samen met u te kijken hoe we van A naar B komen. Het kabinet wil, en we ontkomen er ook niet aan, de economie duurzamer maken. Hierin wil ik meters maken. En dan kom je erg snel uit bij de tuinbouw!

Om die opmerking kracht bij te zetten, drie feiten. Waar niemand omheen kan.

Ten eerste is de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen is één van de kurken waar onze economie op drijft. Een groot deel van onze werkgelegenheid komt er vandaan: meer dan 450.000 banen. De sector is, met een totale exportwaarde van 16,4 miljard euro, essentieel voor onze export. Hierdoor kunnen we een internationale positie in blijven nemen: we zijn al jaren tweede exporteur ter wereld in landbouwproducten. Dat geeft wind in de rug.

Ten tweede, de tuinbouw is een belangrijk deel van mijn totale portefeuille. 40% van de hele landbouwproductiewaarde komt hier vandaan. Ik ben heel trots op de diversiteit: tweevijfde snijbloemen, bloembollen en bomen, één vijfde groenen en fruit, één vijfde zaden en jonge kweek, en één vijfde toeleverende bedrijven.

Als derde noem ik het duurzame en innovatieve karakter. In deze sector bent u letterlijk en figuurlijk een lichtend voorbeeld.

Bij dit derde punt kan ik een hele waaier van sterke punten noemen, die u vast niet onbekend in de oren gaan klinken. Maar ik vertel u liever wat ik bij al die voorbeelden voor me zag.

Hierachter blijkt zich een wondere groene wereld te bevinden. Een wereld met witte laboratoriumjassen en pipetten, fruitvliegjes op kweek, en zaden in de vriezer. Ook een beetje een science fictionwereld met hergebruik van plantresten, energie uit het diepst van de aarde, wonderlijke groeisystemen. Tot en met sla die in de badkuip, en kool die in een parkeergarage kan groeien. Sommige technieken worden al jaren gebruikt, andere zijn experimenteel.

Ik kan u zeggen: daar ben ik enorm van onder de indruk!

Die innovaties komen van mensen, die heel gespecialiseerd zijn, heel veel weten, en altijd naar steeds betere producten streven. Die risico’s inschatten en soms moeilijke beslissingen durven nemen.

Dit, dames en heren, is goud. Een mentaliteit om te koesteren. Het geeft u een potentiële voorsprong op de concurrentie. Mits u op de markt in blijft spelen. En nieuwe marketingconcepten ontwikkelt. Hoe verpak je dat duurzame topproduct? Hoe bereik je consumenten in Europa en daarbuiten? Behoorlijk ingewikkelde vragen om te beantwoorden.

Tot zo ver het ‘wat’. Ik kom nu op het ‘hoe’. Het ‘hoe’ doet er toe.

Ik kijk naar successen uit het verleden. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. De kneep van uw succes zit ‘m in samenwerking - de topsectorenaanpak van het ministerie van Economische Zaken is er niet voor niets naar gemodelleerd. Overheid, ondernemers en onderzoekers zijn de hoekpunten van de zogeheten Gouden Driehoek. De mensen in die hoekpunten verbinden zich, stellen een doel voor de toekomst en gaan er voor. Daardoor kunnen ze succesvol zijn. En Loek (Hermans), dit ben je/bent u vast met mij eens: er ontstaat tegelijkertijd een fijnmazig internationaal netwerk.

Ik ga dat in het buitenland overigens met plezier uitdragen. Op korte termijn al, op de Grüne Woche in Duitsland. Ik vind het een grote eer, dat ik me voor zulke bijzondere ondernemers mag inzetten.

En nee, ik sluit mijn ogen niet voor de glastuinbouw, die al een paar jaar in zwaar weer verkeert. De financieel-economische crisis en de EHEC crisis hebben er in gehakt. Daar is geen kant- en klare oplossing voor, maar ik beloof u, dat ik er met u hard aan ga werken.

U staat er niet alleen voor.

Want er is inmiddels goed nieuws uit Brussel.

We krijgen –en dit is nog niet gepubliceerd- toestemming voor een verlaagd energiebelastingtarief voor tuinders. Voor dit jaar en volgend jaar gaat het bij elkaar om een flink bedrag: in totaal 184 miljoen euro, die uw sector bespaart op energiekosten!

We hebben dus gekregen waar we de Europese Commissie om gevraagd hadden. Een belangrijke steun in de rug voor de sector!

Natuurlijk moeten mensen ook zelfverantwoordelijkheid kunnen nemen voor een duurzamere samenleving. Daarom neem ik mij voor heel goed naar geluiden uit de samenleving te luisteren. Ik luister ook graag naar u.

Verder ben ik realistisch en pragmatisch. Idealen zijn prachtig, maar ze mogen hun doel niet voorbij schieten. Dat betekent dat ik ieder plan nuchter bekijk. Besteden we het geld goed? Is ons subsidiesysteem niet te ingewikkeld, kan het slimmer? Passen de voorstellen ook bij de huidige markt? En passen ze bij een kleine, vol en druk land dat op wereldschaal opereert?

In het voorjaar kom ik met een meer uitgewerkte visie. Waarin het, ik zei het al eerder, gaat om de vraag hoe we samen een duurzame en economisch rendabele beweging op gang brengen. En natuurlijk hoe tuinbouwondernemers dat kunnen doen.

Dames en heren,

De tuinbouw is voor iedereen zichtbaar aanwezig in het landschap.

De tuinbouw is zijn tijd vooruit.

Dat maakt trots. Trots op de ondernemers in deze sector.

Trots, dat de land- en tuinbouw bij mijn portefeuille hoort. Die portefeuille hoort bij een ministerie dat over alle economische activiteiten gaat. En hoewel niet iedere economische activiteit even sterk verbonden is met het natuurlijk kapitaal, het klimaat, of de wereldvoedselvoorziening, zijn er veel overeenkomsten. Alle ondernemers staan straks voor vragen die hiermee te maken hebben.

Daar anticipeert het kabinet op. Door het goede uit de ene sector te verbinden met het goede uit de andere. En de economie te laten groeien op de duurzame keuzes die mensen zelf maken.

Met dat laatste sluit ik graag af: niet de regéring vertelt ú, wat u moet doen. Dat bepaalt u zelf. Wij nemen op basis van uw keuzes beslissingen. Verstandig en afgewogen, zoals u mag verwachten.

Dames en heren,

Ik ga u niet eindeloos in spanning houden. Want ik ben net zo benieuwd als u, wie de winnaar wordt. Ik feliciteer de genomineerden alvast van harte met hun prestaties. En mag ik me alvast kandidaat stellen om bij de winnaar op bezoek te gaan?