Welkomstwoord en reactie op rapport 'Strategic plan for Astronomy in the Netherlands 2011-2020'

Op dinsdag 12 februari kwam een gezelschap Nederlandse astronomen samen bij OCW voor een bijeenkomst. Ook André Kuipers was een van de genodigden. Staatssecretaris Dekker kreeg bij die gelegenheid een strategisch plan aangeboden over astronomie in Nederland. In zijn welkomstwoord reageerde hij hierop. 

Welkom bij mijn ministerie, op de 16e verdieping, een meter of 45 boven het maaiveld. Voor een astronomisch gezelschap stelt dat natuurlijk niks voor, maar dit is het hoogste niveau dat ik u in deze Hoftoren kan bieden. We zitten hier namelijk ook maar gehuurd, en de hogere etages zijn in gebruik bij andere huurders.

Maar het uitzicht mag er wezen, dat zult u met me eens zijn. Den Haag ligt aan onze voeten, we zien alle bekende gebouwen. Ik stond hier een keer in de late avond naar de sterrenhemel te turen, en toen moest ik denken aan een gedicht van Jules Deelder. Een gedicht dat in neonletters op het gebouw van de Roteb (Rotterdamse Reinigingsdienst) in Rotterdam prijkt. Ik wil dat graag voor u declameren, want ik vind het een prachtig motto voor deze bijeenkomst. De titel luidt: Heelal.

Hoe verder men keek, hoe groter het leek.

Dat was het. Acht woorden om de onmetelijkheid van het heelal te beschrijven. Kort, helder, en het rijmt, dus je kunt het makkelijk onthouden. Verpletterend eenvoudig, er zitten geen moeilijke woorden in, je kunt erom lachen… maar je kunt er ook méér in lezen. Je kunt ook zeggen: wáár je je ook in verdiept, het wordt altijd groter en boeiender naarmate je verder, langer en dieper kijkt. Zo kun je grenzen blijven verkennen en verleggen. En dat is precies waar de astronomie mee bezig is; vandaar dat ik dit gedicht van Deelder zo toepasselijk vind.

Nederland heeft altijd een belangrijke rol in deze tak van de wetenschap gespeeld, en getuige dit rapport – waarvoor mijn hartelijke dank - wilt u daar beslist mee doorgaan. Daar ben ik blij mee. Want wetenschappers die voor het hoogste gaan, brengen niet alleen de astronomie verder, maar vormen ook een rolmodel voor de héle wetenschap. U doet het buitengewoon goed, u laat zien waarin een klein land groot kan zijn, u zet de Nederlandse wetenschap wereldwijd op de kaart. Bovendien spreken successen in de astronomie tot de verbeelding van een breed publiek, zodat u het maatschappelijk draagvlak voor de wetenschap vergroot.

Ik ben er dan ook heel trots op om vandaag uw gastheer te mogen zijn. Welkom allemaal, en een bijzonder welkom voor de sprekers van vandaag: Ewine van Dishoeck, Ralph Wijers en André Kuipers.

U bent hier vandaag bij elkaar gekomen om te praten over de toekomst van onze sterrenkunde. Om de internationaal sterke positie van ons land op dat gebied vast te houden en verder uit te bouwen, blijft een sterk commitment van alle betrokken partijen noodzakelijk.

Voor de toekomst van onze astronomie is het in de eerste plaats noodzakelijk dat universiteiten jong talent weten aan te trekken en op te leiden. Toponderzoekschool NOVA speelt daarbij een cruciale rol. In 2010 kreeg Nova bij de laatste 5-jaarlijkse internationale evaluatie van toponderzoekscholen de allerhoogste kwalificatie ‘exemplary’. Mijn voorganger heeft toen het advies gevolgd om de bekostiging van NOVA te continueren. Een beslissing waar ik me graag bij aansluit.

In de tweede plaats moeten we vooraan blijven staan bij het ontwerpen, ontwikkelen én gebruiken van de meest geavanceerde instrumenten en onderzoeksfaciliteiten. Omdat deze activiteiten complex en ook zeer kostbaar zijn, doen we dat doorgaans in mondiale samenwerkingsverbanden. Nederlandse astronomen zijn uitstekend vertegenwoordigd in deze verbanden, zowel wetenschappelijk als bestuurlijk. Hierbij is een belangrijke taak weggelegd voor NWO, met name om de internationaal vooraanstaande positie van ASTRON en SRON te continueren. Dat houdt deze sterrenkundige instituten in beeld voor samenwerking met buitenlandse partners en het high-tech Nederlandse bedrijfsleven.

Samen met ons bedrijfsleven en andere wetenschappelijke disciplines kan de Nederlandse astronomie een belangrijke bijdrage leveren aan de topsector ‘High Tech Systems and Materials’, vooral in het onderdeel ‘Advanced Instrumentation’. Ik ben blij dat u die rol ook ambieert in de toekomstige grootschalige onderzoeksfaciliteiten, die in uw rapport als prioriteit staan aangegeven.

Dames en heren,

De inspirerende rol van de sterrenkunde bij het bevorderen van de belangstelling voor wetenschap en techniek bij het brede publiek, kan niet genoeg op waarde worden geschat. NOVA heeft dat onder andere op een fantastische manier ingevuld met een geavanceerd mobiel planetarium, waarmee scholen worden bezocht. Een geweldige manier om jongeren enthousiast te maken voor astronomie.

Een ander mooi voorbeeld van astronomische promotie is het initiatief van Vincent Icke, om samen met leerlingen van de Leidse Instrumentmakersschool een replica te maken van de buisloze kijker van Christiaan Huygens. Iedereen kan dit instrument bewonderen in de Leidse Sterrenwacht. Als alles goed gaat, is deze kijker vanaf eind april ook te zien bij de Huygens-tentoonstelling in de Grote Kerk in Den Haag ter gelegenheid van het 400e geboortejaar van Christiaan Huygens.

Voordat ik het woord aan de volgende spreker geef, wil ik tot slot eerst nog een oproep aan u doen. Ons land kampt met een tekort aan technici. Wij hebben jonge mensen nodig met ambitie die kiezen voor bèta- en technische vakken. Daarom wil ik u vragen om aan jonge mensen te vertellen hoe mooi, leuk en spannend het vak van technici is, en vooral van sterrenkundigen.

U kunt jonge mensen warm maken voor uw discipline, zodat we ook in de toekomst verzekerd blijven van een bloeiende sterrenkunde in Nederland. Maak jongeren enthousiast. Neem ze mee in uw dromen. Maak ze nieuwsgierig. Prikkel ze om hun talent in deze richting te ontwikkelen en hun grenzen op te zoeken. U kunt onze jeugd de uitdaging meegeven van de populaire serie Startrek, waar hele generaties mee zijn opgegroeid en die nog altijd tot de verbeelding spreekt: “Go beyond frontiers, where no man has gone before.