Korte toespraak van Rutte in de Tweede Kamer bij de herdenking van Minister van Staat Kooijmans

Korte toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van Minister van Staat prof. dr. P. H Kooijmans in de Tweede Kamer, 5 maart 2013.

Mevrouw de voorzitter,

Pieter Kooijmans heeft zelf ergens mooi omschreven hoe zijn hele leven als het ware draaide om het Vredespaleis. Hij kende het karakteristieke silhouet van het gebouw vanaf zijn prille jeugd. Hij bracht er als student en promovendus vele uren door in de bibliotheek. Hij stond als staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl en als minister van Buitenlandse Zaken in de jaren ’90 twee keer aan de basis van een grote verbouwing van het pand. Hij was vijftien jaar bestuurslid en voorzitter van de Carnegie Stichting. En tot slot zetelde hij er aan het einde van zijn carrière ongeveer negen jaar als rechter van het Internationaal Gerechtshof.

Die bijzondere relatie met het Vredepaleis zegt heel veel over de man die wij vandaag herdenken. Pieter Kooijmans was met hart en ziel verbonden aan het volkenrecht – de mensenrechten in het bijzonder. Hij noemde dat zelf ‘(…) de bron waaruit ik steeds weer put.’

Pieter Kooijmans was voor alles jurist en wetenschapper, dan bestuurder en pas daarna politicus. Toch heeft hij zich in verschillende periodes en op verschillende podia bewezen als iemand die het politieke en bestuurlijke handwerk niet schuwde. Sterker nog: hij was er goed in en opereerde vaak met opvallend gemak in de politieke arena. Het duidelijkst heeft hij dat laten zien toen hij in 1993 tussentijds minister Van den Broek opvolgde. Voor velen was hij een onverwachte en ongedachte kandidaat. Maar toen hij na de verkiezingen van 1994 terugkeerde naar de Leidse Universiteit, kreeg hij over partijgrenzen heen eigenlijk alleen maar grote waardering voor de manier waarop hij het ministerschap had ingevuld.

Trefwoorden die daarbij naar boven komen zijn: deskundig, integer, recht door zee, aimabel, bevlogen én realistisch. Juist die combinatie van idealisme en realiteitszin maakte Pieter Kooijmans als internationaal jurist en als minister van Buitenlandse Zaken zo effectief en prettig in de omgang. Daar hoorde namelijk ook een zekere relativerende nuchterheid bij. Hij was als jurist een man van heldere en sluitende redeneringen. Maar hij was ook een nuchter mens, die zich realiseerde dat het volkenrecht zijn grenzen kende. Die balans tussen recht en macht heeft hem gedurende zijn lange carrière altijd gefascineerd. Wetenschap en rechtspraktijk lagen in zijn geval dan ook nooit ver uit elkaar.

Mevrouw de voorzitter, Met Pieter Kooijmans verliezen we een man die diepe indruk maakte in alle functies die hij vervulde en op alle plaatsen waar hij actief was. Hij was bevlogen en gezaghebbend, maar ook wijs en mild. Zo heeft hij op zijn eigen manier het leven van zeer velen binnen en buiten ons land positief beïnvloed. Daarvoor zijn wij hem grote dank verschuldigd en wij gedenken hem met diep respect.

Namens het kabinet wens ik zijn echtgenote, kinderen, kleinkinderen en andere nabestaanden alle kracht toe om dit grote verlies te dragen.