Persconferentie na ministerraad 8 maart 2013

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 8 maart 2013.

RUTTE:
Dank, er zijn een paar zaken die vandaag ook politiek aan de orde zijn. In de eerste plaats hebben we in het kabinet gesproken over Afghanistan. We hebben besloten om de trainingsmissie per 1 juli 2013 te stoppen. Dat betekent niet meteen dat we uit Kunduz weg zijn, dat zal nog enige maanden duren, maar we gaan wel afbouwen. De missie heeft sinds de zomer van 2011 een stevige basis gelegd voor de hele justitieketen in Kunduz. De innovatieve, de geïntegreerde aanpak in Kunduz, die krijgt veel waardering van Afghanen, maar ook van internationale partners. De Afghanen zijn nu eerder dan gepland, klaar om zelf de volle verantwoordelijkheid te nemen voor de politietraining in Kunduz van komende groepen. En uiteraard speelt ook het vertrek van de Duitsers, die ook belangrijk zijn voor de force protection in Kunduz, het vertrekt van de Duitsers, die speelt een belangrijke rol. Het overige werk wordt dan ook conform planning afgerond, tegelijkertijd zullen we in Afghanistan aanwezig blijven met EUPOL-activiteiten, en de F16's in Mashar-e-Sharif.

Vandaag hebben we ook gesproken over het sociaal overleg, afgelopen week heeft FNV-voorzitter Heerts een mandaat gekregen van zijn achterban om dat overleg te starten, dat is goed nieuws wat ons betreft. We hebben in het regeerakkoord afspraken gemaakt over grote hervormingen op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, maar ook in de zorg en het pensioen en we zijn  ervan overtuigd dat het voor Nederland van belang is die hervormingen door te voeren en daarvoor breed draagvlak te zoeken. We hebben een land nodig met genoeg banen, een open en innovatieve economie, een goed sociaal klimaat, een goed opgeleide bevolking, concurrerend en als die andere dingen die Nederland maakt tot wat het is, maar waar op dit moment ook groot onderhoud nodig is. De weg naar het einddoel is wat ons betreft niet in beton gegoten, we hebben vanaf de start van het kabinet ook in het regeerakkoord gezegd dat wij open staan voor overleg, dat we dat zelfs willen, dat we uit de traditie van samen schouders eronder. En in die zin ben ik ook optimistisch over het overleg met werkgevers en werknemers en ook het politieke overleg dat daarna zal volgen met fracties in de Tweede en de Eerste Kamer. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat het geen gemakkelijk gesprekken zijn en dat natuurlijk veel partijen daar ook hun eigen opvattingen over hebben, maar niettemin staan we hier in de traditie dat we samen de schouders eronder zetten en dwars door partijen heen en maatschappelijke organisaties heen oplossingen zoeken. Uiteraard heeft het kabinet opvattingen, over opbrengsten om de begroting op orde te krijgen, de maatschappelijke effecten die we willen bereiken op het terrein van de woningmarkt, de arbeidsmarkt, maar ook op het terrein van het pensioen, op het terrein van het onderwijs.

Dan de Ministerraadagenda van vandaag. We zijn druk bezig om allerlei voorstellen uit het Regeerakkoord om te zetten in wetgeving. Bijvoorbeeld vandaag is gesproken over, dat komt wel niet direct uit het regeerakkoord voort, maar wel uit het akkoord over de woningmarkt, over de BTW-tariefsverlaging voor de verbouw en renovatie van woningen. En met deze belastingverlaging willen wij de bouwsector, maar ook de werkgelegenheid stimuleren. Hij is zoals bekend met terugwerkende kracht vanaf 1 maart jongstleden geldig. In de fiscale hoek hebben we daarnaast besloten om het papierwerk dat de belastingdienst jaarlijks de deur uitdoet, terug te dringen, het wordt in de toekomst mogelijk om het berichtenverkeer tussen de fiscus en de belastingplichtige, om dat elektronisch te doen. Het wetsvoorstel regelt tegelijkertijd de termijn dat die wordt verkort, waarbinnen een aanslag of een navorderingsaanslag definitief wordt vastgesteld, waardoor mensen in het land sneller weten waar ze aan toe zijn. Dat alles in het belang van een ander doel van het kabinet, het verder terugdringen van de administratieve lastendruk.

VULLINGS (RADIO 1):
Premier Rutte, we verlaten Afghanistan, Kunduz, laten we de mensen daar niet in de steek?

RUTTE:
Nee, we zien op dit moment al dat het aantal getrainde mensen terugloopt. De berichten uit de provincie zijn dat men zeer tevreden is over onze geïntegreerde aanpak. Ik was er zelf, nu zo'n veertien maanden geleden, heb toen ook gezien, in de fase waarin we nog vol aan het trainen waren, zowel op de beschermde locaties alsook in het veld, hoe belangrijk die hele missie eigenlijk is om uiteindelijk ook Afghanistan te kunnen overdragen aan de Afghanen. Het doel van de NAVO-partners en ons is om in 2014 zoveel mogelijk Afghanistan te hebben overgedragen aan de Afghanen en in dat kader past ook deze transitie. Daar komt nu bij dat de Duisters eerder weggaan, de Duitsers zijn cruciaal voor onze bescherming in Kunduz, dus dat betekent dat we daar ook weg gaan, samen uit, samen thuis. Tegelijkertijd blijven we met ruim 200 mensen actief in Afghanistan in de sfeer van de F16's op de luchtmachtbasis, maar ook EUPOL, staffuncties in Kabul, we zullen op allerlei plekken in Afghanistan actief blijven.

VULLINGS:
Heeft u ook het idee dat de kennis en kunde die de Nederlandse politietrainers hebben overgedragen, dat dat bestendig is, dat dat ook duurzaam goed blijft gaan met de Afghaanse politie?

RUTTE:
Ja, daar heb ik goede verwachtingen van, omdat veel energie is gestoken, niet alleen in het opleiden van de politiemensen, laten we zeggen in de uitvoering, in de praktijk, maar ook veel energie is gestoken in de verdere politiehiërarchie, er is ook veel tijd gestoken in het ontwikkelen van de juridische tak. Ik was zelf toen onder andere aanwezig bij de training aan advocaten, rechters, over ja, hoe je een fatsoenlijk rechtsstelsel laat functioneren. Die hele activiteit rondom wat dan is gaan heten de rule of law, die gaat ook door, daar stoppen we niet mee, daar zullen we geld in blijven steken. Ook dat is een onderdeel van de voortgezette activiteiten na juli, richting november, Omdat we het van belang vinden om inderdaad, dat zit in de vraag besloten, die opbrengsten van ons werk te bestendigen.

KRANENBURG (NRC HANDELSBLAD):
(onverstaanbaar, red) in de afgelopen twee jaar, acht u zich dan niet ongelooflijk beperkt eigenlijk door bijvoorbeeld de Tweede Kamer die allerlei (onverstaanbaar, red), had gesteld, het Nederlandse leger had toch veel meer kunnen doen, veel meer kunnen opleiden ook?

RUTTE:
Nee, ik ben heel blij dat het gelukt is in de tijd om te komen tot een parlementaire meerderheid voor de missie naar Afghanistan, de missie in Kunduz, tegelijkertijd ook blij dat we in het regeerakkoord van dit kabinet konden afspreken dat we de missie zouden voortzetten ook met deze coalitie. En tegelijkertijd hebben we duidelijke afspraken gemaakt over wanneer weg. Daarbij is heel bepalend de veiligheid en zonder de Duisters gaat het daar niet en we zijn ook zo ver dat je gewoon moet vaststellen nu al, dat het volume aan werk dat er ligt behoorlijk is teruggelopen. Dus je komt nu in de fase dat je echt verder moet overdragen aan de Afghanen.

KRANENBURG:
Maar u hebt er 500 mensen naartoe gestuurd, en als je dan ziet hoeveel mensen daar zijn opgeleid dan is dat heel veel geld per agent geweest.

RUTTE:
Ja, tegelijkertijd is het ook een buitengewoon moeilijke situatie waarin Afghanistan zich bevindt, is het van heel groot belang ook voor Nederland, voor de NAVO, voor alle andere partners, er is totaal voor 50 landen actief in Afghanistan, waaronder alle 28 NAVO-leden, is het ontzettend belangrijk dat we dit gedaan hebben. En dat we ook de komende maanden ons werk blijven doen, ik wijs ook op het belang van de F16's op de luchtmachtbasis, die niet alleen bermbommen opsporen, we hebben Nederlanders verloren, Nederlandse militairen verloren bij de missie in Uruzgan, juist ook door bermbommen, dus we weten ook als Nederland hoe vreselijk die bermbommen zijn. Dus ik was ook zeer gemotiveerd om de F16's daarvoor in te zetten, tegelijkertijd zijn de f16's natuurlijk betrokken bij het beschermen van de Nederlanders, ook in Kunduz zelf, dus dat zijn allemaal belangrijke taken. En die F16's blijven ook actief tot en met 2014.

KRANENBURG:
Maar zou u in het vervolg weer zo in detail afspraken willen maken met de Tweede Kamer?

RUTTE:
Kijk, een volgende missie zal weer zijn eigen unieke kanten hebben, maar het zal altijd zo zijn, in het kader van wat heet de artikel-100-procedure, dus het overleg tussen kabinet en Kamer over de randvoorwaarden van een missie, dat de Kamer daar opvattingen over zal hebben, en dat zal altijd een discussie zijn, waarbij je met elkaar ook in zekere mate wikt en weegt wat verstandig is en wat niet verstandig is. Ik denk dat we uiteindelijk in 2011 in maart 2011, met de Tweede Kamer, tot afspraken zijn gekomen die goed hebben gewerkt, en die ertoe hebben geleid dat deze missie ook het succes kon hebben wat die heeft.

RIGHTON (VOLKSKRANT):
Meneer Rutte, de politietrainingsmissie stopt in Kunduz, daarvoor zaten we in Uruzgan, veel Nederlanders voelen zich heel erg betrokken bij dat land, dan wel omdat er militairen uitgezonden zijn geweest, dan wel omdat daar militairen zijn gesneuveld. Hoe zou u nu uitleggen aan die Nederlanders die zich zo betrokken voelen dat wij weggaan uit dat land? Keren wij het land de rug toe? Hoe moeten we dat zien?

RUTTE:
Nee, integendeel, Nederland is onderdeel van een internationale coalitie, van 50 landen, waaronder alle NAVO-partners. En die coalitie heeft begin deze eeuw een afspraak gemaakt, namelijk dat wij Afghanistan willen stabiliseren, in het belang van Afghanistan, maar ook in het belang van de rest van de wereld, om te voorkomen dat het een broeiplaats zou blijven van internationaal terrorisme. Dus in het belang van Afghanistan en van de internationale veiligheid. Inmiddels is daar heel veel werk gedaan, tegen een hoge prijs, en dan bedoel ik niet een financiële prijs, maar er zijn veel mensenlevens in dat proces verloren gegaan. Maar ik ben ervan overtuigd dat het van vitaal belang is dat de internationale gemeenschap engageert, zich actief opstelt, helpt om dit soort problemen op te lossen. We hebben vervolgens een afspraak gemaakt om op enig moment ook Afghanistan weer over te dragen aan de Afghanen, in 2014, dat is een afspraak die gemaakt is bij de NAVO-top in 2010 in Lissabon. En nog eens is herbevestigt bij de NAVO-top in Chicago in mei 2012. Waarom? Omdat we het van belang vinden om uiteindelijk daar ook weer weg te zijn en ervoor te zorgen dat Afhanistan ook weer op eigen benen kan staan. In dat proces zijn we nu betrokken, dus we zijn het nu aan het overdragen en je ziet het ook aan het feit dat inmiddels ons werk in Kunduz in omvang afneemt omdat we inmiddels zoveel mensen hebben opgeleid, wat simpelweg het volume, het aanbod aan mensen dat we krijgen om op te leiden, terugloopt, omdat we al zover zijn. Dus het is een goed teken, dus het heeft zeer veel nut gehad. Het is nu zaak het te bestendigen, en vandaag dat we ook actief blijven langs de lijnen die ik schetste, op het gebied van het rechtsstelsel, op het gebied van stafdiensten in Kabul, die belangrijk zijn ook voor de verdere overdracht, op het gebied van de EUPOL-activiteiten en zeker ook op het gebied van de F16's, de vier F16's die daar gestationeerd zijn, waar ook weer  alles bij elkaar 120 man werkt.

RIGHTON:
U maakte zelf een verwijzing naar het rule of law-programma, dus het ontwikkelingswerk zou je kunnen zeggen in Kunduz, dat het door blijft gaan, hoe gaat Nederland dat doen als er geen militaire beschermers meer zijn, hoe kan je dan zorgen dat die hulpprojecten goed verlopen in Kunduz en dat het geld niet zomaar over de heg wordt gegooid?

RUTTE:
Ja, Nederland heeft daar natuurlijk veel ervaring. We zullen moeten bezien, ook de autoriteiten ter plekke, hoe we dat post-juli, misschien moet ik ook wel zeggen, post-november, want dan zijn de Nederlanders ook echt, is de verwachting, uit Kunduz weg, dat gaat enige maanden duren die hele transitie, maar in juli begint dat. Maar tussen juli en november, onderdeel van het wegtrekken uit Kunduz zal ook zijn met de lokale autoriteiten te spreken over onze verdere betrokkenheid bij dat rule-of-law-programma, zodanig dat die effecten er zijn, dat het veilig is, dat zal financieel zijn, met deskundigheid en daar heeft Nederland natuurlijk ook zijn ervaring, hier zijn wij goed in. Er is veel kritiek op ontwikkelingshulp in Nederland, maar er zijn ook heel veel dingen die goed gaan met ontwikkelingshulp en dit zijn zaken, state building, nation building waar Nederland terecht, daar ben ik persoonlijk ook zeer voor gemotiveerd, een vooraanstaande rol vervult (slecht verstaanbaar, red), dus wij zullen al die kennis daarvoor inzetten.

RIGHTON:
Dus dat wordt nog uitgezocht, hoe dat precies gaat gebeuren?

RUTTE:
Dat gaan we nu allemaal natuurlijk verder opstarten, er gebeurt natuurlijk al heel veel, we zijn er nu ook zelf fysiek aanwezig, ook deels ook ons programma (slecht verstaanbaar, red) hoe dat precies vormgegeven wordt na juli en of na november, die gesprekken gaan we nu verder intensifiëren.

RIGHTON:
Een laatste vraag daarover, hoe laat Nederland Kunduz op dit moment achter denkt u?

RUTTE:
Ik denk dat Nederland een goede bijdrage heeft geleverd, de Duisters hebben natuurlijk de grote job gedaan, die zitten daar met heel veel mensen, hebben ook daar de militaire taken gedaan, vergelijkbaar met wat wij eerder in Uruzgan hebben gedaan. We hadden nu natuurlijk geen missie als Uruzgan, we hadden nu echt een trainingsmissie, dus een ander type karakter, paste ook bij de transitie waar Afghanistan zich in bevindt. Ik denk wel te kunnen stellen dat we trots mogen zijn als Nederland op onze bijdrage aan het verder stabiliseren van Afghanistan, zoals mijn collega, minister van Defensie, al zei bij het verlaten van Algemene Zaken, daarmee is het nog niet het Zwitserland van Azië, dat zal het voorlopig ook niet zijn, maar als land staat het er een stuk beter voor dan toen wij kwamen, en daar heeft Nederland een bijdrage aan geleverd, en ik zei al eerder, ook tegen hoge kosten. En dan bedoel ik niet alleen financieel, maar ook wij hebben veel mensenlevens daar verloren, onze bondgenoten hebben veel mensen daar verloren. Ik denk nochtans dat de inzet van groot belang was in het belang van Afghanistan, maar ook van de veiligheid van de rest van de wereld.

LAGAS (TROUW):
Intussen zou het kabinet zich buigen over twee kleine trainingsmissies in Mali en Somalië, waarom is daar nog geen positief besluit over genomen?

RUTTE:
In Mali is het zo dat we daar ook over in gesprek zijn, alleen daar lijkt op dit moment de behoeftestelling zodanig te zijn dat de meeste taken in de eerste rotatie nu vervuld zijn, dus daar komen we nog verder over te spreken, maar daar lijkt het niet noodzakelijk dat Nederland onmiddellijk een bijdrage levert, dus die is voorstelbaar op de iets langere termijn in Mali. Ten aanzien van de oostkust van Afrika, specifiek Somalië, daar komen wij volgende week nader over te spreken, omdat een aantal voornemens dienaangaande waren uitgelekt en onder het Ministerraadregime daarmee de discussie een week is doorgeschoven.

WESTER (RTL NIEUWS):
(Onverstaanbaar wegens zeer slechte geluidskwaliteit, red)

RUTTE:
Nee, nee, omdat de implementatie van het besluit geen vertraging zal oplopen.

DE WINTHER (TELEGRAAF):
Een ander onderwerp misschien als het mag meneer Rutte, het is goed toeven in het Caribisch deel van het Koninkrijk, neem Sint Maarten, je kan er op het strand liggen, je kan er een cocktail drinken, maar je kan er ook naar een van de bordelen van de Justitie-minister van het eiland, hoe staat het met de bestuurlijke integriteit in dat deel van het Koninkrijk?

RUTTE:
Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van Sint Maarten, conform het statuut van het Koninkrijk, artikel 1, dus de juridische basis van het eiland en het verzekeren daarvan is in de allereerste plaats de verantwoordelijkheid van de autoriteiten op Sint Maarten. Nederland heeft via, u weet dat, artikel 43, lid 3 van het statuut natuurlijk ook een verantwoordelijkheid waar het betreft het handhaven van bepaalde randvoorwaarden en die geven ook mogelijkheden om in te grijpen, maar niet direct op dit punt. De eerste die aan zet is, is het Openbaar Ministerie, minister Plasterk heeft over deze kwestie contact opgenomen onmiddellijk met de minister-president van Sint Maarten, mevrouw Wescott-Williams. Het is nu verder aan het Openbaar Ministerie om een oordeel te vellen Ik ga ervan uit dat daar de onderste steen boven komt. En verder wil ik nu geen veroordeling uitspreken omdat ik vind dat nu eerst de juridische gang zijn gang moet hebben. Maar uiteraard zijn wij bezorgd en willen wij de onderste steen boven hebben.

DE WINTHER:
Geldt dat ook, ik wil het nu even over die minister van Justitie, maar je schijnt bij dat bordeel ook nog eens een Statenlid tegen het lijf te kunnen lopen die zijn zakken heeft gevuld bij het getuigen van het bemiddelen voor die minister, het ene ging heel erg over de minister, dit gaat over een Statenlid, die is uit de volksvertegenwoordiging,  en daar ook gaan zitten dan?

RUTTE:
Ja, nogmaals, nogmaals, ik vind van de hele situatie op Sint Maarten van alles, maar ik vind in de eerste plaats, het is een zelfstandig land, dus het land is nu eerst zelf aan de beurt, en de regering van het land, Nederland polst deze situatie, monitort deze situatie permanent, er bestaat direct contact tussen mijn collega minister Plasterk en mijn collega ook weer als minister-president van Sint Maarten mevrouw Wescott en wij hebben gezegd dat wij ervan uitgaan dat de autoriteiten op Sint Maarten ervoor zorgen dat de onderste steen boven komt, dat het volstrekt duidelijk wordt wat hier aan de hand is. Maar ik wil geen veroordeling uitspreken voordat het Openbaar Ministerie onderzoek heeft gedaan, anders berust ik me, baseer ik mij op de berichten nu in de media, die lijken aanleiding te geven voor allerlei conclusies, maar ik vind dat in dit geval de rechtsgang eerst moet worden gevolgd.

DE WINTHER:
Mag ik nog een ander onderwerp aansnijden? De heer Cohen heeft vandaag zijn langverwachte rapport bekend gemaakt, ik hoorde vooral veel lof van de minister van Justitie over wat Cohen de afgelopen, ja, hoeveel is het, acht maanden heeft opgeschreven. Vindt u dat die lof terecht is?

RUTTE:
Ja, die lof is denk ik terecht, tegelijkertijd is het ook een dik rapport, 500 bladzijden, dus we gaan dat goed bestuderen, we willen dus ook met een gedegen reactie komen, omdat Haren natuurlijk, in isolatie bekeken in dit rapport, rechtvaardigt om ervoor te zorgen dat je lessen trekt, die lessen willen we ook trekken voor eventuele andere situaties. Lessen die je kunt trekken uit wat er gebeurt met mensen als er zo'n oproep verschijnt op internet, hoe dan beheersbaar kan blijven. Dus het is ook een onderdeel, blijkbaar, van de moderne tijd, van moderne massamedia in combinatie met social media, ook daar doet Cohen een aantal uitspraken over, het is een rapport dat we goed willen bestuderen, namelijk voor zover die social media wel aanleiding zijn tot zorg en waar die dat niet zijn en hoe je daar dan weer als bevoegd gezag op moet reageren, dus dat willen we zorgvuldig doen. Maar een eerste weging van het rapport geeft sterk de indruk dat het hier gaat om een heel gedegen stuk werk, wat het ook verdient om met een gedegen reactie te komen.

DE WINTHER:
Wat zegt u tegen mensen die hadden verwacht, die beelden hebben gezien, de bijna oorlogs-achtige situatie die op een gegeven moment uitbrak met branden en vernielingen, mensen die vreesden voor huis en haard en misschien ook wel leven, dat dan alle overheidsverantwoordelijken die zijn aangesteld om de veiligheid van de burgers in het land te garanderen, eigenlij het liefst op hun plek willen blijven zitten, is dat een logische conclusie na wat er gebeurd is?

RUTTE:
Dan is dat te bezien per geval, en dat moet ook gewogen worden hè. De gemeenteraad in de eerste plaats heeft zich natuurlijk te verstaan met de burgemeester, het hoofd van de politie heeft zich ook te verantwoorden, het rapport geeft daar, doet ook allerlei duidingen, geeft daar duidingen voor, geeft daar dingen over aan. Het is niet op voorhand zo dat als er iets gebeurt dat de autoriteiten moeten aftreden, ze moeten zich verantwoorden, dat is ook gebeurd in het kader van dit rapport. En dat zal nu een zorgvuldige behandeling krijgen, ook op dat punt, om te bezien of dat al of niet ook personele gevolgen heeft. En meer specifiek de (onverstaanbaar, red) burgemeester, is een zaak van de gemeenteraad.

DE WINTHER:
(onverstaanbaar, red) Dus dat de politiefunctionaris is meen ik nu hoofdverantwoordelijk voor het hele noordelijke deel van de Nationale politie, volgens mij gaat de minister van Justitie en dus eigenlijk het kabinet over deze functionaris?

RUTTE:
Zeker en de eerste weging is dat de man zeker zaken te verwijten zijn, dat zegt hij ook zelf, en dat fouten zijn gemaakt, dat er geen directe aanleiding is om hem uit die functie te ontheffen. Maar ook op dat punt zal natuurlijk de minister van Justitie zich nader beraden, ook met betrokkenen, zich nader verstaan om te bezien wat hier wenselijk is.

VAN DER HEYDE (NOS):
Even een ander onderwerp meneer Rutte, minister Timmermans die vindt dat producten die uit Israël komen, maar dan uit de nederzetting, de bezette gebieden, dat die niet het label uit Israël, from Israel zouden mogen dragen, waarom is dat precies?

RUTTE:
Dat is niet iets wat Frans Timmermans zozeer zelf vindt, hoe hij de (onverstaanbaar, red) maar dat is een zaak van Europa, we hebben daar in Europa met elkaar afspraken over gemaakt, in mei 2012, dat waar de nederzettingen zich verder uitbreiden, het zaak is, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland doen dan inmiddels ook, dat je op producten aangeeft, komen ze nou uit de bezette gebieden of komen ze uit Israël zelf. Dat heeft verder geen sancties, er zitten ook geen sancties op, maar dat het goed gelabeld is, dat je weet wat je koopt. Nederland is ook gehouden om dat om te zetten in maatregelen nationaal, dat is wat uiteindelijk op het nationale terrein afspeelt, en daartoe zal Frans Timmermans in de komende weken een voorstel doen aan de Ministerraad.

VAN DER HEYDE:
Maar is het niet een beetje hypocriet, want het lijkt wel heel erg wel op een sanctie natuurlijk omdat je daarmee consumenten wilt duidelijk maken dat er iets gebeurt waarvan Timmermans zegt dat dat niet mag volgens het internationaal recht, dat Israël daar eigenlijk niet zou mogen bouwen en dat daar dus ook duidelijk op moet staan dat die producten uit die gebieden afkomstig zijn?

RUTTE:
Nou, het is geen boycot, het is geen sanctie, het is een afspraak die we in Europa hebben gemaakt in mei 2012, die wij ook als Nederland, als betrouwbare bondgenoot in Europa, ook hebben om te zetten ook in nationale maatregelen. Dat daar waar inmiddels die nederzettingen zich  uitbreiden en het kwestieus is of die spullen uit Israel komen of uit de nederzettingen en daar zijn internationaal rechterlijk natuurlijk allerlei opvattingen over, vandaar ook het besluit van de Europese Unie in mei 2012, om in dat geval in de etikettering duidelijk te maken, nogmaals, VK en Duitsland doen dan, waar ze vandaan komen.

VAN DER HEYDE:
Maar goed, de Israëlische minister is er woedend over, en die haalt de Tweede Wereldoorlog er al bij en zegt ook dit hadden wij niet verwacht van een vriend van Israël, kunt u dat begrijpen?

RUTTE:
Nee, want Israël weet dat sinds mei 2012 dit EU-besluit er ligt en dat een aantal grote Europese lidstaten dat ook al hebben omgezet in maatregelen en Nederland loopt er nog wat op achter en wij zullen er de komende weken in het kabinet nader over spreken.

VAN DER HEYDE:
Maar u begrijpt de verontwaardiging niet van Israël daaromtrent?

RUTTE:
Nee, want die weten dit al sinds nou, wat is het, mei vorig jaar.

WESTER (RTL NIEUWS):
Een vraag nog even hierover, als het mag, wei het ook bedacht heeft. Het is toch eigenlijk gewoon een verkapte oproep tot een consumentenboycot?

RUTTE:
Nee

WESTER:
Waarom zou ik het anders moeten weten, waar het vandaan komt?

RUTTE:
Dat hoeft u niet te weten…

WESTER:
Nee, maar daarmee zegt u toch van dan kun je in de winkel een keuze maken om het niet te kopen, dat is toch wat er achter zit?

RUTTE:
Maar dat geldt toch voor al uw spullen? Als u…

WESTER:
Nee, maar dat is toch wat hier heel specifiek achter zit, dat mag, dat is een keuze, maar dat kunnen we dan toch ook zo benoemen?

RUTTE:
Het EU-besluit uit mei 2012 voorziet op dit vraagstuk en het is zo dat in Nederland de meeste producten die hier verkocht worden duidelijk is waar ze vandaag komen, maar ik zie dat uw prachtige pak ontworpen is in Frankrijk, maar gemaakt in China, u heeft daar waarschijnlijk geen bezwaar tegen, maar anderen zouden zeggen dat een pak dat ontworpen is in Frankrijk hoort ook gemaakt te zijn in Frankrijk. Dus dat is maar net wat mensen, personen voor keuzes maken en er zijn ook mensen die het belangrijk vinden om te weten of spullen uit Israël komen of uit de bezette gebieden. En daarmee geeft je die informatie en dat is daarmee objectief, vaststelbaar waar het vandaan komt.

WESTER:
Dat is toch eigenlijk precies hetzelfde als destijds met geloof ik dat het (onverstaanbaar, red) sinasappels waren, waar allemaal een stickertje op moest komen en mensen eigenlijk opgeroepen werden koop dat maar even niet.

RUTTE:
Nogmaals, ik ben het daar echt niet mee eens, ik vind als je in Europa afspraken maakt over transparantie waar spullen vandaan komen dan heb je dat als Nederland ook netjes uit te voeren, daar gaan we de komende weken nader naar kijken hoe we dat doen. Het is van de week ook aan de orde geweest in een Kamerdebat, in een vraag van de Christenunie heeft Frans Timmermans daar iets over gezegd, dat is waarschijnlijk ook mede aanleiding voor de publiciteit op dit moment daarover. Het kabinet moet er verder nog over besluiten, dat is in de komende weken voorzien en andere grote lidstaten hebben dat al gedaan.

WESTER:
Dan een gewetensvraag, als straks sinasappels in de supermarkt liggen en er staat een stickertje op uit bezette gebieden, zou dat u ervan weerhouden om ze te kopen?

RUTTE:
Ja, ik heb mij altijd voorgenomen om in deze baan geen uitspraken te doen over mijn privé-aankopen, omdat ofwel zou kunnen leiden tot het afhankelijk van mijn populariteit, tot het bevorderen van de aankoop van bepaalde producten, dan wel tot het niet bevorderen van de aankoop van bepaalde producten, dus ik moet daar consequent in blijven. 

LAGAS:
Een ding nog, is het verplicht om mee te doen aan dat EU-besluit?

RUTTE:
Het is een afspraak die we met elkaar in Europa gemaakt hebben, dus in die zin hebben we dat ook gewoon te doen.

LAGAS:
Ja, dan ben je gehouden om dat ook, om daaraan mee te doen?

RUTTE:
Dat zal ik voor u uitzoeken, maar het is in ieder geval een afspraak die we gemaakt hebben in de Europese Unie en normaal gesproken is Nederland zo dat als wij afspraken maken, we proberen er niet teveel te maken, dus op terreinen waar het relevant is, maar op dit punt past het ook, omdat het een zaak is die vanzelfsprekend in de consumentenwereld gebruikelijk is, dat je weet waar je spullen vandaan komen, dan voeren we het ook uit.

BERENTSEN (FD):
Even over het overleg waar u zo optimistisch over bent; vindt u het niet zorgwekkend dat u in hoge mate afhankelijk bent van de steun van derden en dat u dat ook belemmert om als kabinet een consistent beleid, een consistent en voorspelbaar beleid te voeren? Zoals dinsdag is het weer onzeker geworden of de WW-duur, of het ontslagrecht veranderd gaan worden, is dat niet een zorgwekkende situatie?

RUTTE:
Nee, ik vind het niet zorgwekkend dat wij aangewezen zijn op andere partners om ons beleid te kunnen uitvoeren. De verkiezingsuitslag is wat die is, ik heb van de week ook in het Kamerdebat erop gewezen dat er landen zijn ten noorden van Nederland, in Scandinavië, die al tientallen jaren tradities hebben van minderheidskabinetten, nou, Nederland heeft nu een heel bijzonder meerderheidskabinet, want een minderheid in de Senaat. Die landen in Scandinavië behoren tot de welvarendste van de wereld. Een van de zaken die je politicologisch eruit vast kunt stellen is dat als landen minderheidskabinetten hebben dat het in ieder geval voorkomt dat mensen zonder voldoende draagvlak maatregelen neemt en dat de dictatuur van de meerderheid geldt. Ik weet dat velen van u, ook in de politiek, in het verleden kritiek hadden op dichtgetimmerde regeerakkoorden, dus ik denk dat dit  op zichzelf, ik zag er inmiddels ook een aantal commentaren van in de kranten, ook belangrijke voordelen heeft. De zaak is wel dat je als kabinet koers houdt, dat je weet wat je wil. Dat de oppositie er belang van heeft om te zeggen o, het is allemaal een rommeltje, want ze zijn aangewezen op de steun van andere partijen, tot je dienst, dat vind ik ook niet erg, zolang het maar niet zo is. Dit kabinet weet wat het wil, heeft een duidelijke koers, is intern daarop verenigd, en zoekt tegelijkertijd naar steun en zal bij het verwerven van steun ook rekening hebben te houden met opvattingen van anderen. Dat vind ik een gezonde situatie.

BERENTSEN:
Maar dat is juist het probleem, want het kabinet weet wel wat het wil, maar als u dat ook wilt uitvoeren dan zult u de steun van anderen moeten verwerven en dan zult u misschien toch van uw pas moeten afwijken. En bijvoorbeeld ten aanzien van de duur van de WW en het ontslagrecht is afgelopen dinsdag al gezegd van er zouden ook heel andere oplossingen kunnen komen, waar geen zaken buiten schot blijven, dus. In een tijd waarin juist vertrouwen zo belangrijk wordt gevonden, is het fijn voor burgers en bedrijven om een wat helderder perspectief op de toekomst te hebben.

RUTTE:
Ik heb niet het gevoel dat in Scandinavië het vertrouwen in het openbaar bestuur, in de werking van het bestuurlijk stelsel, slechter is dan in Nederland. terwijl dat landen zijn met minderheidskabinetten in de meeste gevallen en in ieder geval een lange traditie daarvan. En tegelijkertijd, ik ga nu niet in op concrete dossiers, dat heb ik ook dinsdag niet gedaan, maar neem nu een dossier waar wel al met elkaar over gesproken is, de woningmarkt. Daar had het kabinet drie belangrijke doelstellingen. De doorstroming bevorderen, ervoor zorgen dat de positie van starters zou versterken en dat de bouw weer op gang zou komen. Uiteindelijk is er een akkoord gesloten, dat heeft geleid tot belangrijke aanpassingen aan de kabinetsplannen, waarbij de drie doelstellingen volledig overeind zijn gebleven. Dus je moet weten wat je wilt, je moet een mening hebben, een opvatting hebben, die heeft het kabinet over eigenlijk alles, en vervolgens is het dan zaak om met die opvatting, met die mening, te zoeken naar een vorm van de uitvoering van je plannen en de invulling van de plannen en de aanpunting van plannen zodanig dat je tot breed draagvlak komt.

HENDRICKX (AD):
De vakbonden hebben ervoor gekozen om eerst apart met de werkgevers te onderhandelen, dat is een beetje aan de gang, wordt u wel een beetje op de hoogte gehouden van welke kant het op gaat, waar ze over denken, over spreken?

RUTTE:
In het belang van het herstel van onze economie is het van belang dat we snel komen tot een gezamenlijke oriëntatie en afspraken en in dat belang kan ik helaas over dat hele proces niks zeggen.

WESTER:
Wordt u (onverstaanbaar wegens slechte geluidskwaliteit, red) op de hoogte gehouden?

RUTTE:
Nogmaals, hoe en wat en waar en wie en wanneer, daar kan ik niks over zeggen, het bevordert niet de goede uitkomst en onze economie heeft het nodig dat er een goede uitkomst komt. Dus hoezeer ik ook popel om u alles te vertellen, u zult echt tot de reconstructies moeten wachten.

WESTER:
Nee, maar even precies, het gaat er niet om dat u vertelt wat er nou precies besproken wordt, maar de vraag is, wordt u wel op de hoogte gehouden van het proces?

RUTTE:
Iedere vraag die ik over het proces beantwoord, dat weet de heer Wester als geen ander, raakt de inhoud, met zijn ruime ervaring weet ik zeker dat hij het met mij eens is, dat betekent dat ik de uitkomst niet bevorder door over het proces mededelingen te doen.

WESTER:
Ik krijg de indruk dat u probeert te verhullen dat ze u niks vertellen

RUTTE:
Ik zie dat u me nu verleidt, dat u me nu verleidt tot (onverstaanbaar, red) ik lijd dan maar om uw vraag, maar ik ga hem nu niet beatwoorden.

DUIN (NOVUM):
Op dit moment is er een hoorzitting aan de gang over de nationalisatie van SNS Reaal, daar zei u eerder over op deze plek dat er sprake was van mismanagement daar. Nu zijn betrokkenen, onder andere van DNB, en ook van de Raad van Commissarissen van SNS, die zeggen van nou ja, die overname van die vastgoedportefeuille, waar allemaal de ellende begon, dat was helemaal nog niet zo duidelijk toen dat werd overgenomen, dat dat zo slecht was. Mijn vraag is, waar haalt u nu dat woord mismanagement vandaan? Waar baseert u dat nu op?

RUTTE:
U zoemt nu in op een aspect, de overname van de vastgoedportefeuille, ik heb mijn uitspraak gedaan of daar grote fouten zijn gemaakt of niet laat ik even nu, ook gezien de hoorzitting aan de gang is, voor verdere, feit is dat dit nu aan de gang is. In algemene zin kun je denk ik vaststellen, als je kijkt hoe de bank ervoor stond, en hoe de bank er nu voor staat, en dat we inmiddels de kosten voor u en mij en alle anderen in deze ruimte en die op dit moment kijken, voor 3,7 miljard de zaak hebben moeten overnemen, en we met zijn allen eigenaar zijn nu van een tweede bank, kun je denk ik vaststellen dat er grote fouten zijn gemaakt. Als die niet waren gemaakt hadden we dat ook niet hoeven te doen.

DUIN:
Wat hadden ze dan betere kunnen doen, waar wordt het dan wel concreet?

RUTTE:
Dan hadden ze die fouten niet moeten maken, dan hadden we die bank niet hoeven overnemen, dus er zijn grote fouten gemaakt. U heeft een brief gehad van 22 pagina's van de heer Dijsselbloem waarin op allerlei aspecten van die bedrijfsvoering wordt ingegaan, ook ten aanzien van concrete beslissingen die in het verleden fout zijn gegaan, ik wil  er op dit moment het zwijgen toe doen omdat ook de Kamer bezig is met dit soort waarheidsvinding. Maar ik denk dat als je kijkt gewoon naar het hoofdgegeven, namelijk de bank zelfstandig en de bank nu in handen van u en mij, daar zaten we helemaal niet op te wachten, want u en ik waren helemaal niet van plan om een bank te kopen, althans, ik niet. U denk ik ook niet. Dan moet je vaststellen dat er hele grote fouten zijn gemaakt, anders was dat niet gebeurd.

DUIN:
U ziet het niet dat u toen voor uw beurt sprak?

RUTTE:
Nee, integendeel

BENSCHOP (NU.NL):
Ik had eigenlijk ook een vraag hierover, DNB heeft vandaag gezegd dat ze zorgvuldig hebben gehandeld bij het toezicht, destijds in 2013, die mening deelt u dus niet?

RUTTE:
Nogmaals, ik ga nu niet in op de verschillende rollen van het kabinet, de toezichthouder, de top van de bouwtak, van de banktak, etcetera. Dat moeten we nu, die gesprekken zijn nu ook gaande, maar volgens mij hoef je niet gymnasium in vijf jaar gedaan te hebben en vervolgens kwantummechanica te hebben gestudeerd om vast te stellen, en dat heb ik in ieder geval niet gedaan, dat als je een bank moet kopen op kosten van de belastingbetaler, te midden van een ernstige economische recessie, a 3,7 miljard, dat er dan door het management van die bank fouten zijn gemaakt. U knikt ja.

BENSCHOP:
Ja, maar het ging om DNB toch ook?

RUTTE:
Ja, u gaat nu in op allerlei specifieke actoren in dat hele proces en wat die dan allemaal gedaan hebben, maar ik vind toch echt dat in de eerste plaats een bedrijf geleid wordt door een bedrijfsleiding en dat die in de allereerste plaats  daarop kan worden aangesproken. Wat dan verder de rol is geweest van de politiek, van toezichthouders, en anderen is ook relevant, ook lessen uit te trekken. Maar het kan toch niet zo zijn dat als uw huis onderloopt omdat u het onderhoud niet goed pleegt en u verwijt dat vervolgens aan de loodgieter, dat dat de schuld alleen van de loodgieter zou zijn, dan heeft u toch gewoon te laat ingegrepen.

VISCHJAGER:
Er is een duidelijke opmerking gemaakt door mevrouw Ploumen

RUTTE:
Ploumen

VISCHJAGER:
Ploumen, heel goed dat u het zegt

RUTTE:
Anders stopt ze met luisteren

VISCHJAGER:
Ja, maar het is door een voorlichter van haar gezegd, dat zij geen verdere interesse of dat de zaak gesloten is, betreffende Uganda, weet u wel, waar al die mensen dus gestorven zijn. U heeft me wel gevraagd om met haar te praten, dan zou ik zeggen, kunt u niet nog een keer, kunt u dat zelf niet, dat is mijn vraag, met haar gaan praten? Dat is en goede hè?

RUTTE:
Ik schrijf hier, dit ligt echt op het terrein van de vakminister

VISCHJAGER:
Ja,

RUTTE:
Dit is nu een geval van het kastje naar de muur

VISCHJAGER:
Ja, dat zal..

RUTTE:
En dat is ook zeer terecht

VISCHJAGER:
En dat is ook zeer terecht.