Van Rijn spreekt waardering uit voor voorlichters ouderenmishandeling

Staatssecretaris Van Rijn sprak vandaag 35 voorlichters ouderenmishandeling toe en gaf hen grote blijk van waardering. Deze vrijwilligers van vier ouderenbonden volgden een training om ouderenmishandeling bespreekbaar te maken. Van Rijn overhandigde de voorlichters een bewijs van deelname aan de training. Nu gaan zij het land in om op allerlei bijeenkomsten mensen te informeren over ouderenmishandeling en hen te vertellen wat je er zelf ook kan doen.

Dames en heren,

Hartelijk welkom, leuk dat u hier bent. Het is vandaag een blije gebeurtenis voor een moeilijk onderwerp. Dat maakt het een beetje dubbel. Maar ik ben blij dat ik hier ben en even mag spreken.

We hebben hier 35 belangrijke mensen in ons midden, 35 enthousiaste voorlichters. U bent hier nog één keer samen voordat u het land in gaat. U gaat op pad met een heel belangrijke missie: het bespreekbaar maken van ouderenmishandeling.

Dat is eigenlijk wel een heel moeilijk onderwerp. Om hardop zeggen wat er aan de hand is, is misschien wel het moeilijkste wat er is. Zeker als het over dit onderwerp gaat. En om mensen dan wakker te schudden en het onderwerp uit de taboesfeer halen. Dát is wat u eigenlijk gaat doen.

Op veel plekken in ons land bij veel verschillende groepen in onze samenleving. Want ouderenmishandeling komt helaas vaker voor van we dachten: er zijn cijfers die aangeven dat minstens 1 op de 20 ouderen ermee te maken heeft en dat is een afschrikwekkend en onacceptabel cijfer.

U heeft zich een paar maanden geleden voor de functie van voorlichter aangemeld en dat doet u als vrijwilliger. Ik heb van anderen al gehoord hoe enthousiast u bent en dat u graag snel aan de slag wil. Dat is heel goed om te horen en ik vind het geweldig dat u bereid bent om u zo belangeloos in te zetten! Als vrijwilliger, en misschien wel als iemand met enige levenservaring. Die levenservaring helpt als iemand zijn hart uit wil storten. Daar bent u misschien ook wel op geselecteerd.

Inmiddels heeft u allemaal een training gehad - , daar kom ik straks nog even op terug. Na deze middag bent u vast helemaal klaar voor uw missie: het bespreekbaar maken van ouderenmishandeling. En omdat ik dit zo belangrijk en goed vind, ben ik hier graag naar toegekomen.

U bent vanmiddag al goed bijgepraat door Aaf Tiems over de stand van zaken van het Actieplan. En u heeft een uitleg over e-learning gekregen. Ik hoop dat u veel huisartsen, verpleegkundigen en anderen kunt overtuigen om de module te volgen, want we merken dat het bespreekbaar maken van ouderenmishandeling uit de taboesfeer moet komen. We moeten erkennen dat het plaats vindt.

Ik maak van dit moment graag gebruik om terug te blikken op ‘Twee jaar Actieplan’, want het is gelukkig niet zo dat we vandaag pas beginnen. Er is al veel in gang gezet om het onderwerp ouderenmishandeling voor het voetlicht te krijgen.

Het Actieplan Ouderen in veilige handen is twee jaar geleden opgesteld door het vorige Kabinet met allerlei concrete acties om ouderenmishandeling te bestrijden. De essentie is, eigenlijk wat je ook ziet bij kindermishandeling, dat het gaat om de keten. Hoe kun je het voorkomen? Hoe moet je het signaleren? Hoe kun je het stoppen? Hoe kan je de schade beperken? Heel veel mensen zitten in verschillende stadia. Het gaat om die hele keten en het begint altijd bij bewustzijn en voorlichting.

De reactie op Facebook van een mevrouw, naar aanleiding van de campagne Ouderen in veilige handen, is hiervoor typerend.

‘Ik ben verbaasd, schreef ze. ‘Ouderenmishandeling? Nog nooit van gehoord...wat erg! En wat een goede actie om het bekend te maken. Verschrikkelijk dat het nodig is.’

Dit zegt in een paar woordjes precies hoe het in elkaar zit. Je kan je niet voorstellen dat het voorkomt en al je weet dat het voorkomt dan schrik je ervan. Daarom moeten we dit onderwerp aan de orde stellen. Nederlanders bekend maken met dit onderwerp.

Gelukkig zie je die bekendheid toenemen. Er is een onderzoekje gedaan naar hoeveel mensen iets gezien of gehoord hebben over ouderenmishandeling. Dat ligt vooral onder 70-plussers vrij hoog: 63 procent. Het onderwerp ouderenmishandeling is kennelijk bekend, maar dit percentage moet verder omhoog. Niet vanwege de bekendheid, maar om er wat aan te kunnen doen.

Wat ook opvalt is dat veel partijen en organisaties willen meewerken aan het Actieplan. Een mooi voorbeeld: de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Die bood uit eigen initiatief aan om samen te werken. Zij zeggen zelf dat ze veel mensen langs zien komen bij wie ze heel makkelijk kunnen zien dat er iets niet in orde is. We hebben de handen ineengeslagen en de notarissen gaan meedoen aan een proef om uitbuiting van ouderen vroegtijdig te signaleren. Samen met een aantal gemeenten, de steunpunten huiselijk geweld, en organisaties als Rabobank Nederland en de woningcorporatie Elan Wonen.

Ik zie dat ook de samenwerking met andere partijen prima verloopt. De voorbereidingen van de komende campagne - samen met ANBO, het Netwerk van organisaties van oudere migranten, PCOB en UnieKBO - is daar hét voorbeeld van. Maar ik wil ook de inzet noemen van het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling. En de betrokkenheid van gemeenten. En van alle andere organisaties die de actiepunten uitvoeren.

Kortom, het is niet alleen een actie van de overheid. Het is een actie van veel meer organisaties die vanuit hun vak of professionaliteit te maken krijgen met dit fenomeen en het belangrijk vinden om het aan de orde te stellen.

Twee jaar geleden begonnen we met tien concrete acties en hiermee gooiden we een steen in de vijver. De media hebben sinds die tijd veel over het onderwerp ouderenmishandeling bericht, op radio en tv, in kranten en online, zoals op Facebook. De pagina op Facebook is vorig jaar door bijna 40.000 mensen bekeken.

Wat lastig blijft, en dat zult u ook straks in uw werk tegenkomen, is dat slachtoffers er vaak zelf niet over willen beginnen. Ze laten de façade in stand dat alles in orde is. Ze laten mensen in hun omgeving in de waan dat alles goed met hen gaat. Uit schaamte. Of uit vrees dat het erger wordt. Dat betekent dat het dan juist zo moeilijk is om er wat aan te doen.

Dus degenen die hulp willen geven, kan je vaak niets verwijten, omdat het gewoon niet wordt verteld. Daarom is het zo goed dat u dit gaat openbreken. Want we willen dit geweld voorkomen. We willen het beter signaleren. We willen dat het stopt! We willen daar waar het nodig is opvang en hulp bieden.

Tot en met 2014 organiseert u overal in het land bijeenkomsten voor ouderen, zo’n 350 in totaal. Voor vrijwilligers die bij de ouderenbonden werken, organiseert u 50 workshops. Het gaat bijvoorbeeld om vrijwillige ouderenadviseurs of mensen die helpen met het invullen van de belasting. Dit zijn de mensen die heel goed ouderenmishandeling kunnen signaleren en u gaat ervoor zorgen dat ze vanuit hun eigen vak er voelsprieten voor krijgen dat er iets niet pluis is.

Dat er nog heel veel moet gebeuren blijkt ook wel dat er beroepen zijn waar je wel van zou verwachten, dat herken je. Zoals het voorbeeld van de huisarts. Maar ook voor huisartsen is het ongelofelijk moeilijk om ouderenmishandeling te herkennen en erover te praten.

Ik trok net de parallel met de kindermishandeling. Daar zie je dat het een tijdje duurt voordat we er over durfden te praten. Maar als we er eenmaal over praten, dan komt er veel meer los dan je denkt. Tegelijkertijd helpt het mensen om daar over te gaan praten en dan kan je er ook wat aan doen. Ik heb zelf ook met slachtoffers van seksuele kindermishandeling gesproken waar vaak jarenlang – decennialang – niet over gesproken mocht worden en kon worden. Als het dan los komt, dan merk je wat een enorm leed daar eigenlijk achter zit.

Dus ik vind het echt ongelofelijk goed en bewonderenswaardig en moedig dat u zich als vrijwilliger wil inzetten voor dit moeilijke onderwerp, omdat het echt de samenleving een stukje beter maakt. Vooral voor ouderen die daar last van hebben, maar ook voor de mensen die – om wat voor reden dan ook – het doen en vaak ook geen andere kant op kunnen.

Beste voorlichters,

U heeft deelgenomen aan de training en graag wil ik u een ‘bewijs van deelname’ overhandigen. Dat doe ik als blijk van mijn waardering voor uw prestaties. Als er in de toekomst naar gevraagd wordt, kunt u laten zien dat u een gecertificeerd voorlichter bent!

Graag wil ik dat u even met z’n allen naar voren komt.